01 juli 2020

Lees hier de speech terug die Hugo de Jonge op 1 juli via Facebook Live hield.

Speech lijsttrekkersverkiezing CDA in het Verhalenhuis Belvédère te Rotterdam op 1 juli 2020

Beste CDA vrienden,

Welkom in Rotterdam, welkom op Katendrecht.

Vroeger was dit een dorp aan de Maas.
Maar toen de havens uitbreidden, moest alles plaatsmaken.
Voor pakhuizen, voor kades, voor huizen.
Het waren vooral Brabanders en Zeeuwen, op wie de stad en de haven 
rond 1900 een grote aantrekkingskracht had.
Zij vonden hier een nieuwe toekomst.

Inmiddels is Rotterdam een stad van aankomst voor mensen uit alle windstreken.

Ook voor mij.
In 1996 - het jaar waarin de eerste auto over de Erasmusbrug reed - kwam ik in Rotterdam wonen.
In de Millinxbuurt.
‘Moet je doen, Huug’ zei m’n vader, ‘lekker goedkoop’.
Al vrij snel ontdekte ik waarom.
Deze wijk had alles: drugs, overlast, achterstanden.

Het contrast met het dorpse leven dat ik kende was groot.
Als kind ben ik vaak verhuisd - dat hoort er voor een domineesgezin een beetje bij.
Het langst woonden we op Zaamslag in Zeeuws-Vlaanderen.
De dorpse saamhorigheid, het ons kent ons, het werken bij de boer.
Mooie herinneringen.

De reden om naar Rotterdam te komen was het onderwijs.
Na de Pabo kreeg ik er in 1999 mijn eerste baan,
groep 7 op basisschool De Akker in die Millinxbuurt.
Daar werd ik verliefd op die stad.

Ik zag hoe hard het leven voor kinderen kon zijn,
hoe weinig sommigen van thuis meekregen
- aan richting, aan grenzen, aan liefde -
zo veel minder dan je ieder kind zou gunnen.
Wat ze vaak wel van thuis meekregen, waren volwassen problemen.

De school was een veilige baken in een wijk vol onveiligheid.
Als meester kon je voor deze kinderen écht het verschil maken.
Dat maakte het werk zo onvergetelijk mooi;
Het voorrecht van betekenis te kunnen zijn in het leven van deze kinderen.

***
‘Geboren worden is een opdracht’ - is een Joods gezegde.

Ik vind dat prachtig.

Je leven zien als opdracht om van betekenis te zijn voor de mensen om je heen,
de opdracht om verschil te maken.

Zo hebben mijn ouders het me voorgeleefd,
en zo proberen wij het thuis weer aan onze kinderen door te geven.

In die traditie zijn wij CDA-ers grootgebracht
- in die traditie wil ik staan.
In die traditie wil ik jullie lijsttrekker zijn.

De afgelopen maanden hebben me extra gemotiveerd.

Dat nare virus heeft een ongekende crisis veroorzaakt.

Nog jaren zullen we werk hebben om deze crisis te boven te komen.

Ik wil dat het CDA daarin een leidende rol speelt.

Nu we dat virus onder controle hebben, voor nu althans,

is het tijd om vooruit kijken.
Vooruit te kijken naar wat ons te doen staat.

Vanavond wil ik jullie meenemen op die weg vooruit.

De Corona-crisis heeft onze kwetsbaarheid
- die al veel langer zichtbaar was - feilloos blootgelegd.
Onzeker over de toekomst waren we al.
Met mij ging het goed, maar met ons ging het slechter.
Dat was het gevoel.

Onze manier van samenleven naar liberaal recept,
van individualisme,
van ‘what’s in it for me’,
van het onderste uit de kan,
liep steeds stroever.
Ieder voor zich bleek niet te werken.
We misten steeds meer de warmte en de bescherming van een gemeenschap,
het gevoel van saamhorigheid.

Terwijl we dachten dat we alles goed geregeld hadden,
bleken vertrouwde zekerheden ook steeds minder vanzelfsprekend.
een betaalbare woning
een vaste baan waarmee je een fatsoenlijk inkomen verdiende om jezelf en je gezin te onderhouden
het pensioen waar je hard voor had gewerkt.
het respect en fatsoen in de omgang met elkaar.

Het was steeds minder zeker.

Het onbehagen groeit als we als samenleving geen gemeenschappelijk doel meer hebben,
geen visie op waar we heen willen.

Dan groeien onzekerheden uit tot tegenstellingen.

Tot polarisatie die steeds scherper wordt.

En toen kwam Corona.
Het virus wierp ons terug op de vraag wie we werkelijk zijn.

De economie kreeg forse klappen,
onze vrijheid moest beperkt.
De enige waarde die in de hele crisis recht overeind bleef was de zorg voor elkaar.
De zorg voor de patiënten.

De zorg voor ondernemers om hun bedrijf overeind te houden;

De zorg voor elkaar in de talloze initiatieven waar mensen voor elkaar in de bres sprongen.

Door om te zien naar elkaar,
voor elkaar te zorgen,
hebben we het virus onder controle gekregen.

Ik geloof dat dit idee van zorg voor elkaar,
ook de uitweg uit de crisis zal bieden.

Ik geloof in een betere samenleving waar zorg voor elkaar het fundament is;

Zorg voor elkaar; als tegenover van het ‘ieder voor zich en de overheid voor ons allen’ van deze tijd.
Onze samenleving wordt gedragen door de miljoenen Nederlanders die dag in dag uit het ‘noaberschap’ voorleven door vrijwilligerswerk te doen.

Zorg voor elkaar; als tegenover van het cynisme en de onverschilligheid van deze tijd. Onze samenleving moet het hebben van de hoop dat ieder van ons het verschil kan maken in het leven van anderen.

Zorg voor elkaar; als tegenover van het neoliberale mensbeeld en het ongebreidelde geloof in de zegeningen van de markt. Door samen te werken kunnen we zoveel meer bereiken.

Zorg voor elkaar; als tegenover van het wij-zij denken. Vandaag herdenken we de afschaffing van de slavernij, het feit dat ieder mens uniek en van waarde is. Maar ook herinneren we onszelf aan de opdracht dat we ons – zij aan zij – elke dag moeten verzetten tegen iedere vorm van discriminatie, racisme en uitsluiting.

Zorg voor elkaar als fundament.

Het besef dat we elkaar altijd nodig hebben om vooruit te komen.

***

Het CDA hoort dé partij tegen de polarisatie te zijn,
zei de founding father van het CDA - Piet Steenkamp.
Die polarisatie groeit
als onzekerheden zonder oplossingen
uitgroeien tot tegenstellingen.
Het is onze taak als CDA, als brede volkspartij, om die tegenstellingen te overbruggen. Dat zijn onze geboortepapieren.

Door de zorgen onder ogen te zien,
en met elkaar van een antwoord te voorzien.
Nieuwe zekerheden bouwen.
Tegenstellingen overbruggen.

Niemand in de steek laten.

Dat is de politiek van het midden, waar ik voor sta.
Een politiek van omzien naar elkaar.
Van redelijkheid, respect en gematigdheid.

Het midden - niet uit verlegenheid, niet uit pragmatisme,
maar uit overtuiging.

****
Wat staat ons te doen?
Hoe bouwen we aan dat nieuwe Nederland op het fundament van zorg voor elkaar?
Dat begint met het herstel van de economie.
Dit is de grootste crisis sinds de tweede wereldoorlog.
Met een krimp van 6%

en een nu verwacht tekort van 68 miljard op de rijksbegroting.

Ondernemers en MKB’ers staat het water aan de lippen.
en veel mensen vrezen voor hun baan.

Als eerste stap moeten we daarom kijken welke sectoren straks langer noodsteun nodig hebben.
Als steun in de rug om ze door de crisis heen te trekken.
Natuurlijk hopen we dat de ondernemers weer overeind krabbelen.

Er zijn hoopvolle signalen: winkelstraten waar het weer drukker is, terrassen die weer vol stromen.

Maar er zijn ook ondernemers die hun levenswerk zien verdampen. Die vrezen voor hun toekomst.

En juist voor hen zijn we er.


De tweede stap is slim hervormen.
Onder ogen zien waar we kwetsbaar zijn.
Ik noem de arbeidsmarkt,
die steeds meer mensen steeds minder zekerheid biedt.
Dat moet anders.
Het verschil tussen vast en flex moet kleiner.

Eerlijker.

Ik denk ook aan de marktwerking,
in de zorg en op de woningmarkt.

Waar grote tekorten zijn of dreigen,
moet de overheid meer sturen, de regie naar zich toe trekken.

Om te zorgen dat het eerlijk gaat. Dat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijft.

Tot 2030 moeten er 1 miljoen woningen bij.
Dat kan alleen onder regie van het Rijk,
door gebieden aan te wijzen,
investeringen aan te jagen,
en procedures te verkorten.
Meer samenwerking, minder marktwerking.

We moeten niet alleen hervormen, maar ook slim investeren.
Om de economie weer op gang te brengen.
Dat is de derde stap.
Slim investeren in de structuur van onze economie.

In banen, kennis en infrastructuur.

Nederland is een klein land,
dat economisch steeds meer overhelt naar het westen.
De Randstad is bomvol en peperduur om te wonen en te werken.
Daarom moeten we meer investeren in de regio.

Waar de ruimte ligt en kansen om te groeien.

In nieuwe economische clusters,
van bedrijven, kennisinstellingen en overheden.
In nieuwe hoogwaardige verbindingen, met aansluiting op de rest van Europa.
 

Dat was de reden dat we ons zo druk maakte over de kazerne voor Zeeland.
De regio is geen businessmodel,
geen rekensom van wat het nu kost en straks oplevert.
De regio is een kans die we moeten pakken.
Het is een keuze voor de toekomst.

Daarom is het pakket dat Raymond Knops nu heeft afgesproken, zo knap.
Het zorgt voor meer banen, betere verbindingen en een nieuw perspectief voor de Zeeuwen.

Goed voor de regio en goed voor heel Nederland.

Slim investeren is vooruitkijken.

Bouwen aan een duurzaam Nederland,
met schone energie uit wind, zon en energiebesparing.
En kernenergie als dat nodig is en veilig kan.

En als ik over duurzaamheid spreek,
noem ik Ruud Lubbers.
Hij was de politicus die het milieu al in de jaren ’80 op de internationale agenda zette.
Het is onze erezaak om zijn karwei af te maken.

Zoals Jan Peter Balkenende dat vorige week ook deed,
met zijn oproep namens 250 bedrijven om economisch herstel en duurzaamheid te verbinden.

Laat niemand twijfelen aan onze ambitie om Parijs te halen;
dat is onze taak als rentmeester.
Onze opdracht voor de generaties die na ons komen.

Na-ons-de-zondvloed kunnen we ons niet veroorloven.
En ik denk dat we het met elkaar kunnen.
Als we de juiste keuzes maken:
haalbaar, betaalbaar en dichtbij!

Ondersteunen, hervormen en investeren
zijn de drie stappen om uit de crisis te komen.

Die zijn niet goedkoop.

Dús is de vierde stap dat we oog houden voor ons huishoudboekje, de overheidsfinanciën.
Wij hadden diepe zakken om deze crisis op te vangen,
maar de kosten van deze crisis gaan we nog jaren voelen.

Daarvoor gaan we niet overhaast bezuinigen.

Dat was de les van de vorige crisis.

We maken nu de keuze om te investeren
om die kosten straks ook weer terug te verdienen.

En om nieuwe buffers op te kunnen bouwen voor de volgende klap.

Veel ouders zullen het herkennen.
De zorg dat onze kinderen opgroeien als de corona-generatie,
die nog jarenlang de lasten van deze crisis moeten dragen.

Dat ze volwassen worden in een wereld,
die minder kansen en meer risico’s biedt dan de onze.
Dat mogen we niet laten gebeuren.

***

Vrienden,
Wij leven op dit hele kleine stukje aarde met 17 miljoen mensen.
Dat worden er 18 miljoen in 2024
en 19 miljoen voor 2040.
Daarbij worden we allemaal steeds ouder
en zal het aantal 80 plussers in 2040 verdubbelen ten opzichte van nu.

Ook dat leidt tot onzekerheid.

En zet de solidariteit onder druk.

We moeten ons als politiek en samenleving beter voorbereiden.
Op de dubbelslag van groei en vergrijzing.

Ook hier moeten we bouwen aan nieuwe zekerheden.

Zorgen voor banen

Zorgen voor betaalbare woningen.

Zorgen voor genoeg mensen in de zorg en het onderwijs.

En ik zeg het hier maar duidelijk:
We zullen ontzettend zuinig moeten zijn op onze boeren,
die elke dag zorgen voor ons eten.
Onze boeren zijn een vitale topsector
voor de toekomst van ons land en onze export.

Wereldwijd toonaangevend in verduurzaming en innovatie
en daar zijn we trots op.
Zij verdienen een eerlijke prijs voor hun product en een goed inkomen,
zodat ook de jonge boeren weer een toekomst zien
om het familiebedrijf voort te zetten. 

Vrienden,

In het denken over de toekomst
kunnen we niet heen om het vraagstuk van migratie.
Wij mogen dat debat niet overlaten aan de flanken.
Maar moeten zelf met oplossingen vanuit het midden komen.

Juist om draagvlak te houden voor mensen op de vlucht voor onderdrukking en geweld,
moeten we scherp zijn op de vraag wie hier bescherming echt nodig heeft.

Om het draagvlak voor arbeidsmigratie te houden,
hebben we de plicht het debat te voeren over de spankracht van onze samenleving.

Dat hebben we te weinig gedaan.
We liepen om die vraag heen.

En hebben de spankracht overvraagd.

Ook die onzekerheid zet de solidariteit onder druk
en leidt tot een verscherping van tegenstellingen.
Ook hier zijn nieuwe zekerheden nodig.
Het vertrouwen in de samenleving
dat migratie niet iets is wat ons overkomt,
maar waar we grip op hebben.
Dat we als Nederland zelf kunnen bepalen,
hoe groot we in 2040 of 2060 willen zijn.
En mensen die hier komen ook echt een toekomst kunnen bieden.

Kunnen we dat in ons eentje?
Nee, we weten ons verbonden aan internationale verdragen.
En we zullen hier in Europa draagvlak voor moeten vinden.
Te beginnen met de landen om ons heen.
Elke grote reis begint met een eerste stap
en met een plan waar we heen willen.

Maar ik geloof dat het kan en moet.
In het belang van ons land en Europa.
Omdat in een wereld die steeds kleiner wordt
het vraagstuk van migratie steeds groter wordt.

Migratie, veiligheid, gezondheidscrises.

Voor alle vraagstukken die zich niet aan grenzen houden, is internationale samenwerking cruciaal. Terugtrekken achter de dijken is geen optie voor een klein landje als Nederland in die grote onvoorspelbare wereld. En dus hebben we te staan voor een sterk en zelfbewust Europa.

***

De uitdagingen waar we voor staan zijn enorm.

Maar ik geloof in een beter Nederland.

dat we als één gemeenschap sterker uit deze crisis kunnen komen.
als we vooruit kijken en doen wat nodig is.
Nuchter en volhardend.

De weg vooruit zal niet altijd makkelijk zijn.

Maar door tegenstellingen te overwinnen,

het cynisme achter ons laten, 

met elkaar de schouders eronder zetten,

en nieuwe zekerheden te bieden..
zo bouwen we aan een beter Nederland.

Met elkaar kunnen we dat!

Samen kunnen we dat!

 

Laat ik afsluiten met een wens - of eigenlijk is het een gebed - van een bekende Heilige Fransiscus van Assisi:

‘Moge God ons zegenen met genoeg dwaasheid om te geloven dat we een verschil kunnen maken in de wereld, zodat wij kunnen doen waarvan anderen zeggen dat het niet gedaan kan worden.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.