Het CDA is tegen het initiatiefwetsvoorstel van de SP om een correctief bindend referendum in te voeren. Dat maakte Tweede Kamerlid en woordvoerder Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Inge van Dijk vandaag bekend.

Tegen invoering van een correctief bindend referendum op landelijk niveau had het CDA zich al uitgesproken. "Dit voorstel is een noodrem, met het risico van een handrem die alles op slot zet. Bovendien zorgt een referendum voor polarisatie, waar bijvoorbeeld een burgerberaad juist verbinding zoekt." Aldus Van Dijk. 

Over een correctief referendum op decentraal niveau, dus in gemeenten, provincies en waterschappen, is Van Dijk de afgelopen tijd in gesprek gegaan met lokale CDA-afdelingen. Deze vinden dat er op dit moment niet of onvoldoende geluisterd wordt naar de zorgen en goede ideeën uit de samenleving. Van de afdelingen die input hebben geleverd, is een overgrote meerderheid (90%) echter tegen het voorstel voor een correctief bindend referendum. Daarom zal de CDA Tweede Kamerfractie het (gesplitste) initiatiefwetsvoorstel van de SP, dat binnenkort in stemming komt, niet steunen.

De lokale afdelingen van het CDA vragen wel om meer en andere instrumenten om burgerparticipatie ‘aan de voorkant’ te vergroten, bijvoorbeeld via burgerberaden. En om meer tijd en ruimte voor contact met burgers. Omdat ze nu vooral achter de raadsagenda aanhollen, die alleen maar voller wordt omdat meer taken naar lokale overheden worden toegeschoven. 

Van Dijk: "Het CDA is voor een representatieve democratie, met gekozen volksvertegenwoordigers en een regionaal kiesstelsel, en voor nieuwe vormen van burgerparticipatie, zoals burgerberaden, waarmee burgers aan de voorkant bij een overheidsbesluit worden betrokken".

Tijdens ‘De dag van de christendemocratie’ op 2 juli a.s., georganiseerd door het Wetenschappelijk Instituut van het CDA, praat het CDA verder over het vergroten van burgerbetrokkenheid bij bijvoorbeeld het klimaatbeleid.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.