Inbreng commissiedebat over de bescherming van klokkenluiders
(alleen het gesproken woord telt)

Voorzitter,

Als iemand een misstand openbaar maakt, moet die misstand worden aangepakt en niet de klokkenluider. Een klokkenluider moet kunnen rekenen op bescherming. Dat principe is voor het CDA leidend.
Een al wat ouder onderzoek uit 2017 zegt: klokkenluiders zijn belangrijk voor de samenleving. Ze brengen misstanden onder de aandacht die anders in het duister gebleven zouden zijn, met alle mogelijke gevolgen van dien. Voor de samenleving kunnen ze dan een helende rol vervullen, voor henzelf is dat allerminst het geval. 

Voorzitter,

Er zijn inmiddels stappen gezet, dat is zeker zo, maar we zijn er bij lange na nog niet. 
Op de agenda van vandaag onder andere de implementatie van een EU-richtlijn, die moet worden vertaald in de Wet Huis voor klokkenluiders. Maar ook op de agenda een breed gevoel van onbehagen hier in de commissie. Want ja, we willen een betere bescherming voor klokkenluiders en de EU-richtlijn zet daar stappen in. Maar we vinden het niet goed genoeg.

De EU-richtlijn had op 17 december 2021 geïmplementeerd moeten zijn. Vorig najaar werd duidelijk dat Nederland die deadline niet zou halen. En dus wordt de druk richting ons opgevoerd. Een paar vragen. Hoe implementeren andere landen deze richtlijn? Is een klokkenluider in Duitsland beter of anders beschermd dan in Nederland? Welke stappen zet de minister om Europa ervan te overtuigen dat Nederland een betere wet voor klokkenluiders krijgt, als we meer tijd nemen? 

Voorzitter,

Intussen heeft collega Omtzigt niet stilgezeten. Hij heeft vorige week een initiatiefnota ingediend met voorstellen ter aanmoediging van het melden van misstanden en ter verbetering van de bescherming van klokkenluiders. Hij stelt voor het voorliggende wetsvoorstel op vijftien punten te verbeteren. Zijn initiatiefnota staat vandaag niet op de agenda. En ik wil niet voor de heer Omtzigt praten maar als ik voor mezelf praat, en dat kan ik gelukkig wel, dan ben ik blij met zijn initiatief en zou ik graag zien dat we dit voorstel en de implementatie van de EU-richtlijn in elkaar gaan vlechten op de punten waar hier in de Kamer een meerderheid voor is. Daarnaast moeten we ook tempo gaan maken. Klokkenluiders zijn namelijk niet alleen geholpen met een debat. Er moeten ook knopen doorgehakt worden.
Is de minister dat het met de CDA-fractie eens?

Een paar punten uit de initiatiefnota licht ik er graag even uit, omdat deze ook ons ongemak verwoorden. 

In de wet is vereist dat het maatschappelijk belang in het geding moet zijn om te kunnen spreken van een misstand die in aanmerking komt voor bescherming. Er is echter geen duidelijke toets om te bepalen wanneer dit het geval is. Geen maatschappelijk belang, geen bescherming van de melder is dan het ongewenste gevolg. Wat ons betreft zit hier inderdaad een risico op een te enge afbakening. 

In de EU-richtlijn zijn de soorten benadeling expliciet en niet limitatief opgesomd. Het voorstel om vormen van benadeling te expliciteren, vinden we logisch. Zou het inderdaad niet goed zijn een dergelijk artikel ook op te nemen in het wetsvoorstel? Het is belangrijk dat de melder weet tegen welke vormen van benadeling hij beschermd wordt – niet alleen tegen ontslag of schorsing. 

Uit de evaluatie van de Wet Huis voor klokkenluiders blijkt dat de bescherming van klokkenluiders nog steeds onvoldoende gewaarborgd is. Deelt de minister de mening van het CDA dat om een klokkenluider te beschermen, juridische, psychologische en financiële ondersteuning in de praktijk noodzakelijk is? Hoe kan de financiering daarvan worden vormgegeven? Is het denkbaar dat werkgevers hieraan gaan bijdragen? Ook omdat het een duidelijk signaal af zou geven dat we allemaal toe willen naar een cultuurverandering.

Want voorzitter, een klokkenluider moet kunnen rekenen op onze bescherming. Daarmee ben ik begonnen. Maar een klokkenluider brengt meer aan het licht dan een misstand. Als het nodig is dat een klokkenluider naar buiten treedt, is dat een heel duidelijk signaal dat de kanalen binnen de organisatie niet werken. 

Werkgevers gaan niet altijd op de juiste manier om met misstanden en meldingen van misstanden. De kern van het probleem ligt in de cultuur van de organisatie. En als iets cultuur is, wil dat nog niet zeggen dat het goed is. Een cultuurverandering naar openheid en vertrouwen is nodig. 
Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders is een belangrijk instrument, en niet het begin van de aanpak. Is de minister dat met de CDA-fractie eens? Welke stappen zet de minister om bij te dragen aan die cultuurverandering, zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven? Welke partijen betrekt zij daarbij?

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.