Het staat voor het CDA buiten kijf dat de mogelijkheid moet blijven bestaan om voor de BES-eilanden regels te stellen die afwijken van de regels in het Europese deel van Nederland. De vraag is echter wel wanneer er sprake is van gerechtvaardigde verschillen en wanneer van willekeur. Dat zei CDA woordvoerder Joba van den Berg in een debat over dit onderwerp. In het Statuut wordt uitdrukkelijk verwezen naar factoren die de eilanden wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland, zoals de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het Europese deel van Nederland, het insulaire karakter, de kleine oppervlakte, de bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere factoren. Van den Berg: “Op de eilanden wordt echter de mogelijkheid om verschil te maken nog te vaak als willekeur ervaren. De verwachtingen van de mensen op de eilanden waren in 2010 hooggespannen, maar de resultaten zijn achtergebleven.”

De CDA-fractie onderschrijft de wens van de regering om de staatkundige positie van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba als openbaar lichaam een grondwettelijke basis te geven. “Wat dat betreft is er over het voorliggende wetsvoorstel geen discussie. Dat staat los van de vragen over de invulling van de positie van de eilanden als openbaar lichaam. Ook het kiesrecht van de inwoners van de BES-eilanden voor de Eerste Kamer moet in de Grondwet geregeld worden.” Van den Berg riep minister Plasterk op ervoor te zorgen dat dit nog voor de Eerste Kamerverkiezingen van 2019 geregeld zal zijn.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.