Maandag 12 december behandelen we de eerste tranche van de Wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg) in de Tweede Kamer. De eerste tranche want er komen er nog meer. Zo moet er nog een goede afstemming komen met de noodwetgeving van Justitie & Veiligheid.
Die structurele aanpassing van de Wpg is hard nodig want de coronacrisis heeft ons laten zien dat onze wettelijke mogelijkheden niet toereikend waren om een pandemie adequaat te bestrijden. Aanvankelijk is gewerkt met noodverordeningen. Maar die zijn bedoeld voor een korte tijd en niet voor maatregelen die weken c.q. maanden duren. Eind 2020 is toen de Tijdelijke wet maatregelen gekomen die tekens met drie maanden werd verlengd. De vijfde verlenging kwam niet door de Eerste Kamer. Dus zitten we nu zonder adequate wetgeving.

De aanpassing van de Wpg is bedoeld om toereikende maatregelen te kunnen nemen bij iedere mogelijk pandemie. Want we kunnen ons maar beperkt voorstellen wat een nu nog onbekende ziekteverwekker (virussen of bacteriën of schimmels) met ons leven kan doen. Er zijn vele variaties en combinaties te bedenken: verschillen in besmetting, ziekmakendheid en/of mortaliteit.
Het coronavirus alleen heeft ons al vele varianten laten zien: zoals de alfa variant, de ernstiger Deltavariant en dit jaar de Omikron-variant: veel besmettelijker maar veel minder ziekmakend.

Dus dat het kabinet een gereedschapskist wil met veel mogelijke maatregelen kan ik goed begrijpen.  Dat moeten er wat mij betreft nog meer zijn ook in deze eerste tranche. Vandaar dat ik amendementen heb ingediend over meer duidelijkheid groepsgrootte en over bevoegdheden.
Werkgevers bepleiten ook de mogelijkheid van een toegangsbewijs in de wet op te nemen. Nu heeft de regering terecht een noodbevoegdheid in de wet opgenomen in artikel 58d.
Een noodartikel om maatregelen te kunnen nemen die nu nog niet bedacht zijn maar nodig kunnen zijn in een onvoorziene situatie.
Uit de beantwoording van onze vragen blijkt dat de minister een toegangsbewijs daarvan niet wil uitsluiten.

Maar daar wil ik een streep trekken. Want over het coronatoegangsbewijs (CTB) is veel maatschappelijke onrust geweest. Op zich het feit dat het werd ingevoerd en dat mensen een bewijs moesten laten zien. Maar ook omdat met een groen vinkje veel mensen zich gedroegen alsof het virus niet meer bestond. Het CTB had daarmee haast een tegenovergesteld effect dan was bedoeld. En toen de corona omikron-variant overheerste liet de Universiteit van Delft bovendien zien dat de effectiviteit minimaal was.
Zoals ik september 2021 al aangaf: ik ben sowieso niet enthousiast over een toegangsbewijs maar zeg nooit nooit. Echter, ik vind dat de minister dan maar met een aparte wet naar de Kamer moet komen en dat niet kan voostellen op basis van het noodartikel. Met mijn amendement voor een aparte wet beoog ik een extra hinderpaal voor het geval de introductie van een toegangsbewijs ooit weer ter sprake zou komen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.