Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat het Diakonessenhuis bedrijfjes begint in joint-venture met medisch specialisten (Zorgvisie, 24 augustus 2022).

 

1. Heeft u kennis genomen van het bericht dat het Diakonessenhuis in Utrecht, Zeist en Doorn samen met de medisch specialisten in een joint-venture nieuwe behandelingen, diensten en producten gaat aanbieden? 1)

2. Deelt u de mening van het CDA dat zorggeld besteed moet worden aan zorg, en niet aan commerciële activiteiten? Deelt u dat dit betekent dat artsen en zorginstellingen zich via onderlinge samenwerking zouden moeten richten op betaalbare kwaliteitszorg voor hun patiënten in plaats van het verder medicaliseren van de samenleving door het opzetten van nieuwe bedrijfjes en het aanboren van nieuwe markten? Zo nee, waarom niet?

3. Deelt u de mening van het CDA dat door het aanbieden van bijvoorbeeld ‘comfort-echo’s voor zwangere vrouwen het gevaar bestaat dat mensen die op zich gezond zijn alsnog onnodig een (regulier) zorgtraject aangeboden krijgen? Ziet u het risico dat met dit soort bedrijven daarmee extra zorgvraag voor het ziekenhuis gecreëerd kan worden? Zo nee, waarom niet?

 

4. Kunt u aangeven of de constructie die het Diakonessenhuis en de medisch specialisten hierin hebben gekozen – waarbij geld dat bedoeld is voor zorg wordt besteed aan commerciële activiteiten - wettelijk toegestaan is? Zo ja, wat vindt u hiervan?

 

5. Waar ligt wettelijk gezien de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor activiteiten die bij dergelijke bedrijfjes worden verricht? Hoe houdt de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd hier toezicht op?

 

6. Bent u bereid om dergelijke commerciële activiteiten met zorggeld onmogelijk te maken? Zo nee, waarom niet?

 

7. Wilt u deze vragen uiterlijk eind september beantwoorden?

 

1) Zorgvisie, “Diakonessenhuis begint bedrijfjes in joint-venture met medisch specialisten”, 24 augustus 2022

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.