03 februari 2020

Duurzaamheid en grootschalige opwek

Op maandag 27 januari jongstleden stond de KODE op onze raadsagenda, hierin wordt een voorstel gedaan door het college over, van en voor de opwek van duurzame energie. KODE staat dan ook voor Kader Opwekking Duurzame Energie. Het was niet de eerste keer dat deze spelregels aan ons zijn voorgelegd. In september 2019 stond de KODE al op onze agenda, echter waren wij als fractie van mening dat het stuk nog niet goed genoeg was om er een besluit over te nemen. Deze zorgen hebben wij gedeeld met de andere fracties, zij waren dezelfde mening toegedaan. Om die reden hebben we nog een extra vergadering gehouden om als politieke partijen aan te kunnen geven waar de pijnpunten in dit dossier zitten.

Als CDA hebben we hier duidelijke uitgangspunten in. Duurzaamheid is een belangrijk thema. We streven ernaar in al onze besluiten om ieder in zijn eigen verantwoordelijkheid te zetten en de wereld beter na te laten voor de volgende generaties. Dit betekent wat ons betreft dat we een ambitie hebben gesteld als volledig bestuur voor een ambitie in 2030. Hierin moeten we ook zelf onze eigen verantwoordelijkheid dragen. Wat ons betreft is alleen maar afwachten, of het probleem over de schutting van andere gemeenten gooien geen goede oplossing. Echter dit betekent niet dat je je ogen moet sluiten voor samenwerkingen en ook niet dat je onrealistische ideeën na moet streven. En juist daar knelde het enigszins in het voorliggende plan. Vooral op het thema van grootschalige opwek was enkel het gebied Meerlebroek aangewezen als zoekgebied. Hier moest een langdurig onderzoek gaan plaatsvinden naar de mogelijkheden, dit terwijl vooraf al is bewezen dat een groot gedeelte van het gebied door wettelijke vereisten niet geschikt is. Om hier dan een peperduur onderzoek aan te wijten om vervolgens tot de conclusie te komen dat de mogelijkheden zeer beperkt tot eigenlijk niet aanwezig zijn, is wat onze fractie betreft zonde van het gemeenschapsgeld. Verder vinden we het jammer dat juist een mogelijkheid die weinig invloed op het landschap heeft, namelijk het serieus onderzoeken van zonnepanelen langs de A73, niet serieus wordt opgepakt.

Wij hebben deze pijnpunten in de raadsvergadering ingebracht. Echter in eerste instantie was het college onze mening niet toegedaan. Na enkele schorsingen hebben we als CDA de verantwoordelijk wethouder hierin nog een laatste mogelijkheid geboden tot een compromis. Hieruit is het volgende naar voren gekomen. 

 - Eerst zal een regionale visie worden vastgesteld, pas na vaststelling van deze regionale energiestrategie (de RES), worden vervolgstappen gezet op spoor 5 (grootschalige opwek)

- Verkenningsgebied blijft vooralsnog Meerlebroek, mocht echter uit de RES een ander gebied naar voren komen, dan wordt dit overgenomen en de term majeure projecten voor dit gebied verdwijnt

- De gebieden die wettelijk gezien niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld woningen, gasleiding en natuur- en/of stiltegebied worden niet meegenomen

- De verkenning naar de mogelijkheden op het gebied van de grootschalige opwek zal sober en doelmatig zijn

- Als raad blijven we aan zet voor de uiteindelijke beslissing waar welke vormen van grootschalige opwek komen

Met de toezegging van bovenstaande punten is de KODE naar onze mening voldoende aangepast om de KODE vast te kunnen stellen. We gaan namelijk direct aan de slag met de eerste vier sporen, dit zijn de sporen die direct of in ieder geval snel en gemakkelijk realiseerbaar zijn. Zo wordt dan hopelijk ook snel resultaat bereikt, we hebben het dan over zon op daken en reststroken. Kleinschalige zonneparken bij bedrijven waar panden afgebroken worden en kleinschalige zonneweides. Ook bij grootschalige opwek worden verdere stappen gezet, echter wel in de juiste volgorde. Eerst komt regionaal beleid en daarna pas lokaal beleid waarbij onderzoek sober en doelmatig moet zijn. 

Concluderend kunnen we vaststellen dat we als gemeente en gemeenschap een flinke opgave hebben. We moeten direct aan de slag om besparing en opwek te realiseren. We beseffen dat we hier onze eigen uitdaging en verantwoordelijkheid in hebben, maar gaan samenwerkingsverbanden niet uit de weg. Belangrijk is ook om draagvlak te creëren voor de projecten die werkelijk plaats gaan vinden. We blijven dit natuurlijk goed volgen en zullen waar nodig het college bijsturen zodat ook de komende generaties nog altijd Blij in Beesel kunnen zijn. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.