Grubbenvorst, het dorp waar mijn grootouders oud worden, waar mijn ouders zijn opgegroeid en waar ik zelf al mijn hele leven woon. Al is het maar de vraag hoe lang ik hier nog kan blijven wonen. Het onderwerp komt de laatste tijd vaak voorbij, ook in deze column en in dit blad: er zijn te weinig woningen.

22 jaar en bijna afgestudeerd, vind ik het tijd worden om het huis uit te gaan. Grotendeels thuisstuderen en -werken blijken dit jaar goed te doen, dus dichterbij werk gaan wonen is niet nodig, veel vrienden en familie wonen hier in de buurt en er is genoeg te doen. Nu nog een eigen huis vinden. De eerste stap in die speurtocht was het bepalen van het soort woning om daarna uit te zoeken waar ik moest gaan zoeken. Al snel kwam ik erachter dat ik sommige wensen beter kon laten varen, of mijn baas lief aan moest gaan kijken en dat verder kijken dat Grubbenvorst niet meteen een oplossing is.

Dat ik niet de enige ben die dit probleem tegenkomt, blijkt uit de animo voor de bijeenkomst bouwen voor jongeren Grubbenvorst 14 april medegeorganiseerd door fractiegenoot John Jenniskens. Als het er niet is, dan is het aan onszelf om er samen met elkaar, de gemeente, corporaties en particulieren voor te zorgen dat het er komt. Op die manier voorkomen we dat deze generatie Grubbenvorstenaren gedwongen wegtrekt en dat zou zonde zijn.

Hielke Hertsig, Burgerraadslid CDA

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.