‘s Morgens je ogen open maken en na enkele seconden een redelijk duidelijk beeld hebben van wat je ziet is heel gewoon voor de meeste mensen. Voor sommige is het ff zoeken naar een bril maar dan is het ook alweer een stuk duidelijker allemaal. Heel gewoon.

Als je altijd goed hebt kunnen zien is het moeilijk voor te stellen wat mensen met een oogaandoening allemaal wel, nauwelijks of niet zien. Hoe gemakkelijk kun je je dan verplaatsen in het verkeer? Houden andere verkeersgebruikers rekening met jou? Welke obstakels zijn er? Afgelopen week heb ik een uur mee kunnen maken hoe het leven van mensen met oogaandoeningen in het verkeer is. Met een aantal mensen hebben we, onder begeleiding van slechtziende, deel genomen aan een wandeling door de stad Nijmegen. We werden voorzien van een virtuele bril en gingen ervaren hoe het is om met een oogaandoening deel te nemen aan het verkeer. Banken en plantenbakken die mooi ingepast waren in het straatbeeld, of putdeksels die net te hoog of te laag in de straat waren weggewerkt, bleken ineens obstakels te zijn. Net als ribbelroutes die her en der volstonden met fietsen. Deze ervaring helpt mij om als raadslid (letterlijk en figuurlijk) door een andere bril naar eventuele obstakels voor de slechtziende medemens in onze gemeente te kijken en daar verbetervoorstellen voor te doen. Wat we zeker zelf al kunnen doen is trottoirs en voetpaden vrijhouden van obstakels. Voor de één kleine moeite voor de ander een groot plezier. Gewoon Samen Doen.

Frenk Peeters,
CDA Horst aan de Maas 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.