15 september 2020

In memoriam Marij Verheggen-Penders

Beste Dré, Marian, Vera, Suzan, kleinkinderen en verdere familie,

Als ik aan Marij denk, denk ik aan de vraag die in het oude testament in het boek Spreuken van de bijbel wordt gesteld: ‘een sterke vrouw, wie zal haar vinden?’. Als antwoord daarop lezen we: ‘zij is meer waard dan edelstenen. Haar man vertrouwt op haar en zal daar rijkelijk mee winnen. Zij is vol daadkracht, onvermoeibaar in de weer. Haar handen steekt zij uit naar diegenen die dat nodig hebben. Zij geeft hulp. Zij spreekt wijze woorden, wat zij zegt zijn liefdevolle lessen. Zij waakt over haar huishouding, niets doen is haar onbekend. Haar kinderen en man prijzen haar’ (einde citaat)

Deze tekst kunnen we met overtuiging uitspreken als we Marij Verheggen-Penders vandaag hier gedenken. Zij was de mater familias in haar gezin en familie, volkomen dienstbaar aan haar gezin en aan de gemeenschap Berg en Terblijt en Valkenburg aan de Geul.

Diep gelovig was zij aktief in parochie en kerkbestuur, in de organisatie van ZijAktief, in het maatschappelijk werk van de verslavingszorg bij Mondriaan, waar zij jarenlang daarnaast ook leiding gaf aan de ondernemingsraad, en heel veel meer.

Binnen het lokale CDA hebben leden, collega’s en ikzelf Marij mogen ervaren en waarderen in diverse functies. Maar liefst 14 jaar was zij namens het CDA lid van de gemeenteraad, tevens lid van diverse vakcommissies en de laatste jaren ook voorzitter van de adviescommissie economie, financiën en toerisme. Enkele jaren geleden werd zij terecht koninklijk onderscheiden vanwege haar grote verdiensten.

Grote betekenis voor Marij had de C van het CDA en de vier uitgangspunten van onze politieke beweging. Zij was het levende voorbeeld van solidariteit voor de meest kwetsbare mensen, getuige ook de zorg voor haar broer Leo en aandacht voor velen in onze gemeenschap. Rentmeesterschap drukte zij uit in aandacht vragen voor generaties na ons. Zij pleitte steeds opnieuw voor het oppakken van gezamenlijke verantwoordelijkheid en gaf daar zelf het voorbeeld in. Haar inbreng en bijdragen in raad en commissies waren vooral gericht op het bereiken van publieke gerechtigheid.
Marij was een geliefde collega binnen het CDA en vooral ook In onze raadsfractie; ook In raad en commissies dwong zij respect af. Wij zullen haar ontzettend missen. Persoonlijk groeide tussen haar en mij een nauwe vriendschap, een vertrouwelijke band, waar ik haar bijzonder dankbaar voor ben.

Dré, Marian, Vera, Suzan, kleinkinger en fèmilie, iech wunsj uch namès de CDA-fèmilie en de collega’s van raod en commissies alle krach en sjerkde toe die geer zoa hièl érrig neudig zult hubbe, noe en in de kómende tied.

Marij, doe waors hièl biezunder, graot in watste deegs, mit ‘n hart van goud. Veer hubbe diech in óos hart gesjlote en zèkke bie dit aafsjied: ‘Marij bèdank; dank dat veer diech hubbe maoge kinnen, mitmaake en ervaren, dank voor dien vreundsjap.
Veer motte diech laote goon: dat God diech maoge laone.
Veer zulle diech misse, tot zeens, ès-God-bleef!

Math. Knubben, fractievoorzitter CDA Valkenburg aan de Geul

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.