11 februari 2021

Weerter energiefonds is oneerlijk

Zestig huishoudens die een inkomen hebben tot 130 procent van het sociaal minimum krijgen van de gemeente Weert een toeslag van 150 euro per jaar. Voorwaarde is dat zij groene stroom gaan afnemen van een bepaalde leverancier, die overigens duurder is dan veel andere aanbieders. De toeslag is vrij besteedbaar. Het is de bedoeling dat de ontvangers het geld besteden aan energiebesparende maatregelen, maar dat is niet verplicht. Deze tegemoetkoming aan huishoudens is een belangrijk onderdeel van het nieuwe Weerter energiefonds.

De CDA-fractie heeft in de raadsvergadering van 3 februari tegen het voorstel voor het energiefonds gestemd. De toeslag is naar onze mening een gemeentelijke inkomenssteun. Het doel waarvoor het geld is bestemd maakt dat niet anders. Als de gemeente een dergelijke steun wil geven, dan moet die beschikbaar zijn voor alle huishoudens die aan de regels daarvoor voldoen. Wij maken de vergelijking met de bijstand en de bijzondere bijstand. Het is oneerlijk om deze steun aan een heel kleine groep te geven. De overheid moet handelen naar het gelijkheidsbeginsel: iedereen in een gelijke situatie moet gelijk behandeld worden. De toeslagregeling voldoet hier niet aan.

Ook is het volgens ons niet goed dat iemand de toeslag van 150 euro alleen kan krijgen als hij electriciteit gaat afnemen van één bepaalde leverancier. De gemeente gaat zo in het voordeel van één leverancier ingrijpen in de marktwerking. Dit past eveneens niet in het gelijkheidsbeginsel. De redenering achter de financiële steun is dat mensen met een laag inkomen niet of minder gemakkelijk dan anderen groene stroom kunnen kopen of geld kunnen lenen voor de verduurzaming van hun huis. Dat is zo. Maar mensen met een laag inkomen hebben er ook het meeste last van als groenten of fruit duurder worden. Voor zo’n nadeel treft de gemeente geen aparte regeling. Waarom dan wel voor overschakeling op groene stroom en verduurzaming van het huis? Als we wat willen doen, dan zouden de regelingen voor bijstand en bijzondere bijstand verbeterd moeten worden. Die worden echter bijna geheel door de rijksoverheid bepaald.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.