08 februari 2021

Aarzelende start van de participatieleidraad

Medio 2019 werd door het college van Breda een participatieleidraad in het leven geroepen. Deze werd afgelopen donderdag in de raadscommissie besproken. Marc van Oosterbosch heeft hier kritische vragen bij gesteld en komt met volgend opiniestuk:

De participatieleidraad loopt vooruit op de omgevingswet die ervoor moet zorgen dat alle RO ontwikkelingen (Ruimtelijke Ordening) door de initiatiefnemers vooraf dienen te worden besproken met  bewoners en belanghebbenden uit de omgeving. Dit betekent kortweg: Wil je een plan ontwikkelen of heb je een initiatief daartoe dan zul je eerst met de bewoners (en andere belanghebbenden) om de tafel moeten om de voors en tegens te bespreken voordat er überhaupt een plan gemaakt kan worden.

Ja, u hoort het goed: er wordt dus niet zomaar een plan gemaakt waar u aan het einde nog iets van mag vinden. Nee, er wordt vooraf geïnventariseerd door de ontwikkelaar/initiatiefnemer in de wijk wat de wensen zijn. Klinkt fantastisch, en dat klopt.  Het zou ook zeker een heel stuk beter moeten zijn dan de oude methode. In de nieuwe situatie mag u namelijk aangeven wat volgens u het beste past in de wijk. In de oude situatie waren de plannen al voor 80% uitgewerkt en was het puur nog even voor de vorm dat u wat mocht vinden. Dus moeten we blij zijn met de omgevingsvisie en deze vorm van participatie? Lijkt me wel.

Maar toch kriebelt het als ik de grote verschillen zie in aanpak en interpretatie van de leidraad. Bij ieder project, bij iedere ontwikkeling, groot, klein, veel of weinig impact, is de vorm waarin bewoners betrokken worden verschillend. Wat me opvalt is ook de terughoudende rol van de gemeente. In principe klopt dat ook wel, want tenslotte moet de initiatiefnemer om de tafel met de bewoners en wordt daarna pas het plan aangeboden aan de gemeente, maar toch. We komen uit een situatie waarbij de gemeente vaak de plannen presenteerde, of in ieder geval met ondersteuning van. Nu blijft het overheidsorgaan op de achtergrond wat de bewoners toch in veel gevallen achterdochtig maakt. Ligt er een verborgen agenda ergens op een bureau op het stadskantoor?

Hoewel goed bedoeld en volgens de regeltjes vraagt een beleidswijziging een goede begeleiding vanuit de overheid. De bewoners van Breda kunnen bij de overgang van methode 1 naar methode 2 best wat hulp gebruiken. En wie zou hierin kunnen faciliteren? Juist, de overheid, de gemeente Breda. Als de gemeente naast de bewoners gaat staan tijdens de participatie, ze ondersteunt in de gesprekken met de initiatiefnemers, dan zal langzaam ook weer het gevoel ontstaan dat de gemeente naast de bewoners staat en niet tegenover (of ergens om de hoek).

Laten we participatie binnen de nieuwe omgevingswet met zijn allen aangrijpen om ontwikkeltrajecten succesvol te laten verlopen met commitment van alle partijen. Laten we dat op een constructieve manier doen met een ondersteunende rol van de gemeente. De eerste stappen zijn gezet maar er zijn er nog veel te gaan.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.