04 oktober 2018

CDA op bezoek bij AZC Prinsenbosch

Een vierpersoonskamer in het AZC is bepaald niet luxe.

In AZC Prinsenbosch wonen mensen uit alle contreien die tegen wil en dank Gilzenaar zijn geworden. Op 22 september, tijdens de open dag van het AZC, mocht CDA Gilze en Rijen bij hen op bezoek. De inwoners onthaalden ons met heerlijke hapjes en drankjes gastvrij in hun huizen en vertelden hun verhaal.  Een paar CDA’ers aan het woord over hun ervaringen.

Ik was erg onder de indruk van de verhalen van de vluchtelingen. Velen van hen komen uit moeilijke situaties, zoals die in Syrië en Eritrea. In gesprek met hen besefte ik dat dit ook mij, mijn vrouw en mijn twee dochtertjes zou kunnen overkomen. Het is bittere noodzaak dat we in Nederland een asielbeleid hebben en dat er opvang in het AZC is geregeld. Luxe is er totaal niet op AZC Prinsenbosch. De leefomstandigheden zijn ver onder de menselijke maat. Dit AZC is het enige waarin vluchtelingen niet eens zelf een gelegenheid hebben om te koken. Ik zou er niet aan moeten denken. Goed dat er plannen voor renovatie en verbouwing zijn, want dit kan echt niet. Je zou maar een jaar met z’n vieren op zo’n kamer zitten [zie foto, ed.],” aldus commissielid Alwijn ten Cate.

Fractievoorzitter Jac Wouters was bij de snelcursus Tigrinya, een taal uit Ethiopië en Eritrea. “Selam, kemey ‘aleken? Selam, kemey ‘alekum? Dat betekent in het Nederlands allebei: “Hallo, hoe gaat het?” De eerste zin gebruik je wanneer je meerdere vrouwen groet, de tweede wanneer je meerdere mannen groet. Is de man of vrouw alleen, dan wordt het weer wat anders. Stel je voor. Je belandt in Eritrea en moet daar verplicht de taal leren, dat lijkt me geen pretje. Een Eritreeër die zich het Nederlands eigen maakt, fronst net zozeer z’n wenkbrauwen bij ónze grammatica. Je zou die maar helemaal moeten leren. Of is het misschien dat?”

Raadslid Janet Frankemölle is onder de indruk van de bevlogenheid van het schoolteam. “Net zoals hun ouders, komen de kinderen op deze AZC-school uit alle hoeken van de wereld. Ze spreken dus ook talen uit alle hoeken van de wereld. In alle klassen tref je pictogrammen aan, zodat er tenminste op deze manier ‘gepraat’ kan worden. Ondanks alle taalbarrières en cultuurverschillen staan er dag in, dag uit docenten voor de klas om deze kinderen te onderwijzen. Ik vond het in mijn loopbaan als basisschoollerares al een uitdaging om gewoon in groep 7 de aandacht vast te houden, laat staan in zo’n gemêleerde groep. Alle lof!”

Jens Peter Frankemölle
Bestuurslid CDA

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.