15 januari 2018

Wethouder Dols krijgt steun voor gevoerd armoedebeleid

Sedert de invoering van de Klijnsmagelden is het gevoerde armoedebeleid in Gilze en Rijen een bron van discussie. In de gemeenteraadsvergadering van 8 mei jl. is hiervoor door de PvdA een motie ingediend. Deze motie is door de overige partijen verworpen.

Wethouder Dols noemde in zijn reactie dat het huidige armoedebeleid in Gilze en Rijen er op gericht is om iedereen die in armoede leeft, kinderen en volwassenen, zo goed mogelijk in beeld te brengen. Dat doen we op dit moment en dat blijven we doen, ongeacht de zogenaamde Klijnsmagelden. Uitvoering van een ruimhartig armoedebeleid is onze plicht als samenleving aldus de wethouder.

Het creëren van een stabiele thuissituatie moet meer aandacht krijgen.

Kinderarmoede los je niet op met alleen geld, maar door te werken aan de oorzaken die ten grondslag liggen aan kinderarmoede zoals betaald werk en op de juiste manier omgaan met geld. Dit doet onze gemeente, samen met partners zoals o.a. Stichting Leergeld, Voedselbank, Weggeefhoek, La Poubelle, Stg. Leystromen, Bonden van Ouderen, Kerken en Maatschappelijk Werk.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat Kinderdombudsman Margrite Kalverboer in een recent verschenen rapport tot dezelfde conclusie komt. Het creëren van een stabiele thuissituatie moet meer aandacht krijgen. Het huidige beleid is er voornamelijk op gericht om arme gezinnen van spullen te voorzien. Dit sluit niet aan bij wat kinderen echt nodig hebben, aldus Kalverboer. Kinderen krijgen niet genoeg aandacht en voelen de stress van hun ouders die als bezetenen bezig zijn met het leven van dag tot dag en geen overzicht voor de lange termijn hebben.

Het is goed dat kinderen laptops of fietsen krijgen, maar “als je niets doet aan de basale onrust binnen het gezin, zijn de mogelijkheden beperkt” aldus de Kinderombudsman.

Uitsluiting of problemen op school, hebben vaak te maken met onrust binnen het gezin. Kinderen hebben door stress vaak concentratieproblemen, ze schamen zich als ze op hun verjaardag hun klas niet kunnen trakteren of voelen zich buitengesloten wanneer ze niet mee kunnen op schoolreisjes.

De Kinderombudsman pleit voor één begeleider per gemeente die contact onderhoud met het gezin en alle hulpverlenende instanties om te komen tot een langetermijnplan om de rust te doen terugkeren. Gezinnen krijgen soms te maken met acht hulpverleners. “ Een goede start voor een kind is van groot belang om ook later te kunnen meedoen “

Jac Wouters

Fractievoorzitter CDA

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.