25 oktober 2019

CDA Meierijstad en CDA Brabant staan zij aan zij!

 

OPEN BRIEF d.d. 23 oktober 2019:

Geachte fractie Provinciale Staten CDA Brabant en gedeputeerden Van der Sloot en Bergsma,                                        

Als CDA fracties vinden wij het belangrijk dat er gebouwd kan worden voor onze inwoners, dat we als Brabant goed bereikbaar zijn en naast onze steden ook oog hebben voor ons mooie buitengebied. Het buitengebied waar steeds nadrukkelijker naar gekeken wordt, al is het maar als plaats voor nieuwe industrieterreinen, ruimte voor woningbouw, recreatie, natuurontwikkeling, ruimte voor energietransitie en niet in de laatste plaats voor voedselvoorziening.

Allemaal zaken die van belang zijn, maar gezien de verschillende effecten het steeds lastiger maken om een goede balans tussen alle gebruikers te vinden.

Vrijdag 25 oktober 2019 neemt u een besluit over de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. Op het eerste oog een beleidsarme en enkel technische vertaling van de bestaande verordeningen in het licht van de omgevingswet. Er worden ook onderdelen van het coalitieakkoord voorgelegd. Dat betekent dat onder andere de eerdere afspraken vanuit het besluit van 7 juli 2017 weer opnieuw vastgesteld worden.

Inmiddels is er een hoop te doen over stikstof in Nederland. Er is op dat gebied van alles gaande. Het heden van vandaag de dag is werkelijk anders dan destijds op 7 juli 2017. Wij als CDA raadsfracties kunnen ons dan ook vinden in uw gestelde eisen zoals door uw fractie aangegeven in het persbericht van 18 oktober 2019. Dit is inderdaad het moment om met de ervaring van de afgelopen 2 jaar een eerste evaluatie van het besluit van 7 juli 2017 uit te voeren en daar waar nodig bij te stellen door de interim omgevingsverordening op onderdelen aan te passen.

We staan als lokale CDA fracties dan ook volledig achter uw opstelling om geen eisen te stellen die verder gaan dan de regelgeving vanuit de Rijksoverheid, zoals nu wel het geval is in Brabant. In de tijd tussen 7 juli 2017 en nu is er veel gebeurd, ook qua ontwikkelingen van stalsystemen. Helaas heeft dat (nog) niet geleid tot nieuwe stalsystemen die breed (zowel voor nieuwbouw als verbouw) inzetbaar zijn. Mede vanuit dat oogpunt kunnen we ons ook vinden in het opschorten van de datum totdat er meer brongerichte stalsystemen zijn intrede hebben gedaan en ondernemers ook daadwerkelijk een te vergunnen brongericht huisvestingsysteem kunnen aanvragen. Dit voorkomt dat ondernemers voor de voet weg alleen maar voor luchtwassers kiezen, iets wat wij niet gewenst vinden. Aansluitend bij het rapport van Remkes blijkt inderdaad dat generieke maatregelen te weinig effect hebben, maar gebiedsgericht handelen het advies is. Het lijkt ons dan ook logisch om het generieke beleid van 7 juli 2017 te heroverwegen.

Gelijktijdig lijkt het ons inderdaad ook voor de hand liggend om de effecten die uit het landelijke beleid voortvloeien (zoals de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen, stoppersregeling van het Actieplan ammoniak en de te ontwikkelen gebiedsaanpak natuur) mee te nemen in het licht van het doel van het voorliggend beleid én nog eens goed na te gaan of het voorgenomen beleid zich nog wel laat verenigen met het voorgenomen doel.

Vanuit onze fracties dan ook de oproep om de realistische kijk op het Brabantse buitengebied te laten terugkomen. Wij maken ons grote zorgen over de veerkracht van zoveel, ook jonge, ondernemers om deze extra maatregelen in zo’n korte tijd op te vangen. Onze oproep is dan ook om tijd en geld vrij te maken om samen met de gebruikers van het buitengebied een daadwerkelijk toekomstbestendige veehouderij te ontwikkelen waarbij de agrarische ondernemers weer trots kunnen zijn om in Brabant te ondernemen.

Met hartelijke groet en veel succes gewenst, de fracties van

CDA Oss

CDA Bernheze

CDA Den Bosch

CDA Sint-Michielsgestel

CDA Helmond

CDA Bergen Op Zoom

CDA Eindhoven

CDA Breda

CDA Landerd

CDA Uden

CDA Meierijstad

CDA Boekel

 

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.