28 juni 2017

Samen voor een gezonder buitengebied!

Samen voor een gezonder buitengebied!                                                                        

Het debat over verduurzaming van de veehouderij in Brabant wordt al jaren gevoerd. De vaak verhitte discussies leiden er onvoldoende toe dat partijen tot elkaar komen. Sterker nog: wij zien dat boeren, bewoners en belangenorganisaties zich terugtrekken in hun schuttersputjes. Dat bleek ons afgelopen vrijdag eens te meer bij het Statendebat in het provinciehuis over nieuw veehouderijbeleid. Echt zonde, want de urgentie om vee te houden met een kleinere ecologische voetafdruk en meer aandacht voor gezondheid wordt alleen maar groter.

In Nederland wordt geproduceerd volgens hoge standaarden van dierenwelzijn, energie- en mineralenverbruik. Tijden zijn echter veranderd; voldoen aan wet- en regelgeving betekent nog niet dat sprake is van maatschappelijke acceptatie. Het moet nóg beter! En dat kan: innovatie is de bewezen kracht van onze agrarische sector. Duurzaamheid dient wel gefinancierd te worden. De samenleving zal moeten zorgen voor een verdienmodel voor de boer, waarmee duurzamere producten kunnen worden geleverd zoals de consument die zegt te willen. Wij zien in dit verband nog weinig verantwoordelijkheidsbesef bij banken, retail en verwerkende industrie.

De standaard overheidsreflex is om weer nieuwe regels te maken. Strengere normen die er voor zullen zorgen dat de uitstoot van geur, fijnstof en ziektekiemen snel tot het verleden gaan behoren. Papieren cijfers die het debat beïnvloeden en aanvuren. Maar die vervolgens de bal eenzijdig bij de agrarische sector neerleggen: “jullie boeren zijn de daders en moeten het maar oplossen”. Dit mechanisme zien we nu ook weer in het debat over het op 7 juli vast te stellen provinciale veehouderijbeleid. 

Wij volgen die redenatie niet. De door de provincie gewenste versnelling in de verduurzaming gaat ten koste van veel Brabanders die een boterham moeten verdienen voor hun gezin. Naast de veehouders gaat het om veel meer mensen die in de agrofoodsector werken. Daar zien we de overlevingsreflex om de strijd aan te gaan met als gevolg lange juridische procedures en veel frustratie bij boeren en burgers. Gevolg is dat we blijven hangen in verdeling in plaats van verbinding en het landelijk gebied voorlopig niet gezonder wordt.

Wat helpt om deze impasse te doorbreken? Vooral positieve prikkels zijn gewenst. En aanpakken van overbelaste situaties en ondernemers die het niet zo nauw nemen. In de jaren zeventig en tachtig zijn op Rijksniveau saneringsprogramma's gemaakt om de bodem schoon te maken en geluidoverlast door wegverkeer te beperken. Daar is veel geld ingestoken, met name door de Rijksoverheid. Die programma's kwamen er omdat steeds duidelijker werd dat mensen ziek konden worden van vervuilde bodem of herrie van toenemend (vracht)verkeer. Gezondheid als leidend motief dus. 

Dat patroon is ook aan de orde in het debat over de veehouderijsector. De laatste decennia heeft er een forse schaalvergroting plaatsgehad, vergund door de overheid. Dit in combinatie met minder agrarische grond door verstedelijking en natuurontwikkeling, meer vermenging in het buitengebied van wonen, werken en recreëren en een groeiend bewustzijn dat de uitstoot van agrarische bedrijven gezondheidseffecten heeft. Veel jonge boeren willen de overstap maken naar minder intensieve vormen van landbouw, maar zitten gevangen in het huidige systeem. Ze hebben vaak simpelweg de middelen niet om die maatschappelijk gewenste stap te zetten. Dan is het wijs om ook in dit geval te zorgen voor een sanerings- en omschakelingsprogramma om de gezondheid in het buitengebied te verbeteren en de verduurzaming te versnellen. Maar dan niet alleen met regels, maar mét een financieel pakket in de gereedschapskist om onze boeren daadwerkelijk te helpen om de slag te kunnen maken.

De transitie naar een ‘zorgvuldige veehouderij in 2020’ is een weg der geleidelijkheid, van herwinnen van vertrouwen in elkaar. Wij vinden dat het Rijk gelet op de schaal van de problematiek en de macro-economische positie van de agrarische sector meer aan de lat moet staan. Met een door Rijk en provincie ingericht gezondheidsfonds kan de versnelling van de verduurzaming in onze provincie écht vleugels krijgen. En de Brabantse traditie van verbinding tussen boeren, burgers en buitenlui weer doen opbloeien. Want gezond samenleven in ons buitengebied dat wil toch iedereen?

Henk van der Schoot

Mark Timmermans

 

Henk van der Schoot is melkveehouder in Oirschot

Mark Timmermans uit Middelbeers is beleidsmedewerker ruimte bij de gemeente Best

Beiden zijn raadslid in de gemeente Oirschot voor de CDA-fractie

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.