06 oktober 2020

Spreektekst Wilma van Andel Omgevingsverordening

Inbreng 5 oktober in PS

Voorzitter,

  • Het is de taak van de provincie om als gevolg van de omgevingswet, een omgevingsvisie en een omgevingsverordening te maken. Wat het CDA betreft één van de belangrijkste onderwerpen deze Statenperiode. Hierin bepalen we ruimtelijk wat wel en wat niet kan in het open gebied en daarmee hebben we een directe invloed op onze inwoners.
     
  • Voorzitter. Voorafgaand aan deze omgevingsverordening hebben we in het najaar van 2018 de omgevingsvisie vastgesteld. En voorzitter, met de kennis van nu hadden we het maken van de omgevingsvisie wel over kunnen slaan. De sturingsfilosofie (regionaal wat kan, lokaal wat moet) en de geest van maatwerk, werken vanuit de opgaven die er liggen en kijken wat er wel kan in plaats van verboden opnemen, is totaal losgelaten op basis van een paar regels in het coalitieakkoord. Er zijn meer gebieden in onze provincie beschermd verklaard en het beschermingsregime is nog dichter tegen woonkernen aan getekend. En met het invoeren van het begrip ‘landelijk gebied’ legt de provincie van bovenaf op, op welke plekken haar regels gelden. Het CDA verwijt de partijen die dit akkoord gemaakt hebben, dat zij, terwijl zij de in de omgevingsvisie vastgelegde sturingsfilosofie en uitgangspunten kenden, hier totaal aan voorbij gegaan zijn. Het resultaat zoals het nu voor ons ligt, is een klap in het gezicht van gemeenten die woningbouwplannen en andere plannen, zoals uitbreiding van ondernemingen als campings, zorgboerderijen, landgoederen en recreatieparken heel goed afwegen. Ook zij willen niet al hun groen volbouwen, niet in de kern en niet daarbuiten. Zij wonen daar, zij zien ieder dag de gevolgen. Maar voorzitter, deze gemeenten willen wel hun verantwoordelijkheid nemen voor de heersende woningnood en de leefbaarheid van woonkernen.
     
  • Woningnood voorzitter: ik herhaal het woord nog maar eens. Er zijn 350.000 woningen tot 2030 tekort in heel Noord-Holland. De gedeputeerde wijst daar regelmatig op, zo ook begin september in Binnenlandse bestuur waarin hij oproept: ‘minister: laat ons bouwen!’.
     
  • Voorzitter. Ik weet niet of u op 21 september alle insprekers hebt gehoord. Maar ruim 10 wethouders riepen daar hetzelfde: ‘gedeputeerde, laat ons bouwen!’
     
  • Voorzitter, wij begrijpen echt wij niet waarom de provincie zelf haar ruimtelijk beleid zo inricht dat woningbouwplannen om zeep worden geholpen. Waarom stelt deze provincie zich zo op richting gemeenten? Waarom gedraagt de provincie zich op precies dezelfde wijze richting gemeenten zoals ze zelf niet wil worden behandeld door het rijk. In het financieel dagblad zegt gedeputeerde Loggen: ‘Je kunt toch ook zeggen als Rijk: het zijn de inwoners van de provincie en je mag er toch van uitgaan dat zij daar goed over nadenken?'
     
  • Voorzitter, vervang het woord rijk voor provincie en provincie voor gemeente, dan krijg je: ‘Je kunt toch ook zeggen als provincie: het zijn de inwoners van de gemeente en je mag er toch van uitgaan dat zij daar goed over nadenken?' Hopelijk wil gedeputeerde Loggen naar zichzelf luisteren.
     
  • Voorzitter, bovenop de landelijke ladder voor duurzame verstedelijking maakt de gedeputeerde regionale afstemming in woonakkoord verplicht. Wij zijn voorstander van regionale afstemming, maar de provincie is ook partij bij dit akkoord en zegt: de woonakkoorden dienen in overeenstemming te zijn met de provinciale omgevingsvisie en de uitgangspunten, speerpunten, richtinggevende principes van de provinciale woonagenda. Tot zover de ruimte voor regionale en lokale afwegingen voorzitter.
     
  • Voorzitter, in de commissie zei dhr. Voskuil het steeds maar weer tegen mij: nee, mevrouw Van Andel, niet alles kan. En voorzitter, dan ben ik met hem eens! En het mooie is: dat zijn gemeenten ook met hem eens. Natuurlijk moet woningbouw zorgvuldig ingepland. Dat zullen gemeenten zeker doen, het gaat om hun uitzicht. Waarom kan de provincie hier niet een faciliterende overheid bij zijn? In plaats van het negeren van een hele trits aan gemeentebesturen en raden, met politieke partijen van links tot rechts, de partijen waar velen van u lid van zijn, die gewoon niet met deze omgevingsverordening uit de voeten kunnen in relatie tot de opgaven waar zij voor staan.
     
  • Voorzitter: in deze omgevingsverordening kunnen windenergiegebieden aangevraagd worden door gemeenten, op voorwaarde dat dat draagvlak een belangrijk element is. Waarom doen we het ook niet zo voor woningbouwlocaties. Die staan in hetzelfde landschap als zonnepanelen of windmolens. Op dat gebied mag er straks heel veel meer dan op het gebied van woningbouw.  Voorzitter, dat is toch gewoon scheef?
     
  • Voorzitter, er zitten nu veel belanghebbenden mee te luisteren die hopen dat wij hun gebied noemen en er voor op de bres springen. Zoveel dat we ze hier onmogelijk allemaal de revue kunnen laten passeren. Ook zullen er veel belanghebbenden zijn die zich nu nog niet realiseren wat hier allemaal gebeurt en wat dat voor consequenties heeft.
     
  • Voorzitter, het is heel erg dat er wordt voorgesteld een aantal bestaande, soms vergevorderde bouwplannen te verbieden. Plannen waar de provincie al jarenlang van op de hoogte was en over meegepraat heeft. Wij hopen dat PS daarin wel hun verantwoordelijkheid nemen. Maar wat nog erger is dat ook woningbouwplannen die er nu nog niet liggen veel ingewikkelder zullen zijn, dan dat ze nu al zijn.
     
  • Het mantra van de provincie is tot op heden: alle benodigde woningen kunnen binnenstedelijk. Ik twijfel aan die stelling voorzitter om dat er ook locaties staan ingetekend die nu nog gewoon op een andere manier in gebruik zijn. En daarnaast is binnenstedelijk bouwen op locaties als volkstuintjes of binnenstedelijke parken in veel gevallen ook niet wenselijk. Verdichting maakt steden lang niet altijd mooier. Er wordt inmiddels wel wat aan getwijfeld, er gaat nog maar weer eens verkend worden of dit toch wel echt gaat lukken zo, begreep ik in de commissie. Ik weet niet wat de overduidelijke cijfers van de woningnood meer zijn dan het bewijs dat alleen binnenstedelijk bouwen niet genoeg is.
     
  • En voorzitter, dit mantra kent ook nog een ander probleem. In veel kernen is geen binnenstedelijke ruimte meer. Daardoor kan niet aan de lokale vraag worden voldaan. De jongeren die bij hun ouders, vrienden en sportclub willen blijven wonen. De ouderen die oud wil worden op de plek waar die z’n hele leven gewoond heeft. Daarvoor moet worden gebouwd. Deze provincie gaat volledig voorbij aan het belang van de leefbaarheid van deze kernen, waar zonder nieuwe aanwas verenigingen en scholen de deuren moeten sluiten. Krijgen deze mensen straks weer het antwoord wat de provincie al jaren geeft: u kunt nog binnenstedelijk terecht 15 kilometer verderop. Zo’n antwoord laat immers zien dat je niets begrijpt van de dynamiek van een kleine kern.
     
  • Voorzitter, het bijzonder provinciaal landschap. Er werd bij de omgevingsvisie bij motie gevraagd om VEREENVOUDIGING van de ruimtelijke regimes, niet om een verzwaring en ook niet om het aanwijzen van veel extra gebieden. Er is veel aan de kaarten BPL aangepast na zienswijzen. Dank daarvoor. Maar dat er veel fouten in zijn gemaakt, toont wel aan dat dit een bureau-exercitie is, waar mensen uit het gebied zich soms helemaal niet in herkennen. Gebieden waren voorheen ‘slechts’ een aardkundig monument waar je niet aan de abiotische waarden vanaf 1 meter onder de grond mocht zitten, nu mag er niets meer. Ook zijn de weidevogelleefgebieden BPL geworden. Terwijl er vaak betwist wordt dat er weidevogels zitten. De vorige gedeputeerde ruimte en wonen heeft destijds aangegeven dat de omgevingsverordening aangegrepen zou worden om kritisch naar deze locaties te kijken. Vraag aan de gedeputeerde: waarom is dit niet gebeurd?  Voorzitter, in de commissie heeft de VVD een deltaplan/masterplan woningbouw aangekondigd. Een idee dat werd omarmd door de gedeputeerde die heeft aangekondigd allerlei verkenningen te gaan doen om, in overleg met gemeenten, te kijken waar versoepelingen moeten worden toegepast. Voorzitter, toen ik dat hoorde brak mijn klomp.
     
  • Ik noemde de vorige gedeputeerde ruimte en wonen al. Die zei destijds - twee jaar geleden - bij de laatste PRV-wijziging: op sommige locaties laat ik nog even weidevogelleefgebied zitten. Bij het vaststellen van de omgevingsverordening kunnen we alles dan integraal afwegen. En eigenlijk zegt deze gedeputeerde precies hetzelfde als zijn voorganger. Ik laat het gebied nog even onder beschermingsregime, bij de volgende versie kunnen we het dan afwegen.
     
  • Waarom is deze gedeputeerde  niet al zijn verkenningen uit gaan voeren en daarna pas een plan aan PS gaan voorleggen. Voor zo’n exercitie als het maken van een omgevingsverordening was dat toch op z’n plaats geweest. Als u er nu nog niet uit was, had u gewoon minder haast kunnen maken met deze verordening, de invoering van de omgevingswet is immers uitgesteld. Dit nu vaststellen en dan zeggen dat u toch echt u best gaan doen voor de woningbouw, kan er bij het CDA echt niet in.
     
  • Voorzitter, de woningnood is nu. We kunnen niet nog een keer lange tijd gaan wachten tot de gedeputeerde opnieuw gaat verkennen. In een aantal moties en amendementen gaat het CDA een poging doen te redden wat er te redden valt door PS voor te vragen in ieder geval haar verantwoordelijkheid te nemen voor lopende plannen.
     
  • Voorzitter, ik had daarbij aanvankelijk veel amendementen voor ogen. Maar ik heb natuurlijk goed geluisterd naar het technische advies en deze omgebouwd naar moties. Daarbij moet me wel van het hart dat ik het teleurstellend vond geen ambtelijke ondersteuning te kunnen krijgen om locaties goed in te tekenen en zo een goed amendement te krijgen, zelfs niet voor de discussielocaties die nu juist expliciet aan PS worden voorgelegd.
     
  • Voorzitter, ik ga elke motie voor de discussielocaties af, ik vraag bij elke motie om deze locatie uit het BPL te halen, en binnen 3 maanden een voorstel daartoe ter besluitvorming aan PS voor te leggen. Al deze moties dien ik ook in namens FvD. De argumenten waarom PS deze uit het BPL zouden moeten halen, staan in de overwegingen. Ik ga de locaties kort af:
     
  • Limmerkoog in Uitgeest: een gebied met verpauperde kassen dat om die reden geen bijzonder provinciaal landschap kan zijn
     
  • De Terp in Uitgeest: een gebied waarbij de provincie eerder neigde naar het meegaan in de argumentatie hier woningen te bouwen, aangezien het geen open gebied betreft en er opnieuw naar de weidevogelstand gekeken zou moeten worden
     
  • Zuid III Akersloot: dit gebied was in de PRV binnenstedelijk gebied en is nu ineens BPL. Een betrouwbare overheid kan niet zo van koers veranderen
     
  • Nederhorst Noord: er in dit plan waar in de gemeenteraad ruime steun voor is, alles aan gedaan om aan provinciale eisen tegemoet te komen en er uit onderzoek naar voren komt dat er geen weidevogels zitten. De provincie heeft hier zelf niet naar gekeken bij het maken van deze verordening.
     
  • Zuidsingel fase 8 – Kortenhoef: volgens het ja, mits principe in de PRV had deze woningbouw gekund, en dit perceel nu geheel is ingetekend als BPL terwijl niet het hele perceel in de PRV onder een regime viel.
     
  • Middelie: een locatie die in het bufferwoningenbeleid, een uitwerking van het akkoord Waterlands Wonen, nota bene zelf door de provincie is aangewezen als een plek waar gebouwd kon worden
     
  • Noordeinde Oostzaan: een plek waar de provincie in de nota van beantwoording nog van zegt de begrenzing van het BPL te willen aanpassen, maar dit nu gaat veranderen omdat dit in de lijst van discussielocaties anders is voorgesteld.
     
  • En dan twee moties over een locatie die ons niet als discussielocatie zijn voorgelegd: het IJsbaanterrein, achter dorpsstraat 206 in Wormer. GS zijn al langere tijd op de hoogte van de wens om daar een duurzame sportaccommodatie te bouwen en dat kan door het gehele terrein als BPL in te tekenen ineens niet meer.
     
  • En de motie: aanpassing begrenzing bij terrein Tergooi ziekenhuis in Blaricum: de provincie legt hier ineens andere regels op, dan waar de koper gebaseerd op de nota van randvoorwaarden voor deze locatie, vanuit mocht gaan.
     
  • Voorzitter, dan heb ik twee amendementen over de gemeente Bergen, een gemeente die hard geraakt wordt door deze verordening. Dankzij het aanrijken van een kaart door deze gemeente kan ik over twee locaties wel een amendementen indienen:
     
  • Over het uit BPL halen van de locaties Egmond a/d Hoef Noord/Oost en de locatie Egmond-Binnen Zuid.
     
  • Voorzitter, dan een motie over een element wat niet klopt. Veel woonkernen zijn nu ook tot PBL verklaard. Een onbegrijpelijke keuze dat de provincie van woonkernen waar gewoon gewoond wordt BPL maakt en zo op slot zet voor ontwikkelingen en eigenlijk ook het wonen zelf op deze plek verboden verklaard. Dat kan niet de bedoeling zijn, en daarom een motie die ik ook namens Fvd en PVV indien, waarvan het dictum luidt: woonkernen (dus plekken met een eigen plaatsnaam) niet meer aan te duiden als bijzonder provinciaal landschap en de kaarten hierop aan te passen;

    binnen 3 maanden een voorstel daartoe ter besluitvorming aan PS voor te leggen;
     
  • Voorzitter, dan een motie over de Oostelijke Vechtplassen, ook namens Fvd en PVV. Hier kan ik toch echt niet anders dan de term ‘betrouwbare overheid’ in de mond nemen. Je kunt niet eerst je handtekening onder een gebiedsakkoord waarin allerlei ontwikkelingen zijn afgesproken zetten en dan vanwege een nieuwe politieke werkelijkheid diezelfde ontwikkelingen in dat gebied verbieden. Daarom een motie met het dictum:

    dragen GS op:
    in bovengenoemde verordening het gebied waar het gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen zich op richt uit de kaart Bijzonder Provinciaal Landschap te halen met als doel dat de afspraken zoals die zijn vastgelegd in het gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen, doorgang kunnen vinden;
    binnen 3 maanden een voorstel daartoe ter besluitvorming aan PS voor te leggen;

 

  • Voorzitter. De Ruimte voor ruimte: een regeling die we niet voor niets bedacht hebben en z’n werk doet om de verpaupering tegen te gaan. Waarom een dergelijke regeling afschaffen? De ChristenUnie dient samen met ons een amendement hierover in, om deze regeling op een andere manier doorgang te laten vinden.
     
  • Voorzitter, dan hebben wij een amendement overgangsregeling ruimte voor ruimte: als het amendement van de ChristenUnie het niet haalt, dan laten wij een amendement Ruimte voor ruimte overgangsregeling in stemming brengen die bepaalt dat de overgangsregeling langer duurt, ook in het licht van de uitstel die deze verordening al heeft.
     
  • Amendement groot openbaar belang: in het licht van de woningnood kunnen verantwoorde, goed ingepaste circulaire woningbouwplannen van een groot openbaar belang zijn.
     
  • Amendement toestaan multifunctionele landbouw, ook namens FvD, waarin we vragen om het woord kleinschalig te schrappen: campings, zorgboerderijen, kinderdagverblijven op agrarische bedrijven: dit mag nu alleen kleinschalig, terwijl kleinschalig niet wordt gedefinieerd en een onnodige en onduidelijke beperking oplegt voor iets waar zoveel vraag naar is. Er zijn genoeg andere regels die voorkomen dat er ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden bij agrarische bedrijven.
     
  • Amendement schrappen aanscherping detailhandel, ook namens FvD: het verbieden van weidewinkels vanuit de provincie is buitenproportioneel en voldoet niet aan de sturingsfilosofie lokaal wat kan, regionaal wat moet.
     
  • Motie wonen in het tweede lint mogelijk maken, ook namens Fvd en PVV: het dictum daarvan luidt: dragen GS op de omgevingsverordening zodanig aan te passen dat het in lintdorpen mogelijk wordt om ‘in het tweede lint’ woningen te bouwen, ongeacht of dit lint in BPL blijft liggen of in landelijk gebied ligt en de afwegingen van de voorwaarde daarvoor bij gemeenten te laten;
    binnen 3 maanden een voorstel daartoe ter besluitvorming aan PS voor te leggen;

Voorzitter, gemeenten gaan creatief met de woningnood en hun woningbouwopgave om. Laten we vanuit de provincie dan alsjeblieft niet initiatieven vanuit gemeenteraden zoals het mogelijk maken van wonen in het tweede lint, bij voorbaat om zeep helpen.
 

  • Motie ontwikkelmogelijkheden voor ondernemingen in het landelijk gebied, ook namens FvD: dictum luidt: dragen GS op:
    de omgevingsverordening zodanig aan te passen dat ondernemingen die in het landelijk gebied liggen in de verordening expliciet de mogelijkheid krijgen om zich binnen hun terrein ruimtelijk te ontwikkelen ten behoeve van een gezonde bedrijfsvoering, waar dit nu beperkt wordt ten opzichte van de PRV;
    binnen 3 maanden een voorstel daartoe ter besluitvorming aan PS voor te leggen;
    Ondernemingen zijn in de nu voorgestelde kaarten soms ineens in landelijk gebied of zelfs BPL terecht gekomen, waardoor ze nu ook bij de provincie moeten zijn om voor hun bedrijfsvoering noodzakelijke uitbreidingen e.d. te doen. Deze verzwaring van regels past niet bij de geest van de omgevingswet en omgevingsvisie.
     
  • Dan nog een motie, ook namens FvD over het in gesprek gaan over de ontwikkeling van kernen met een busstation met Hoogwaardig openbaar vervoer. Het dictum luidt: verzoeken GS ook met kernen die een belangrijke stedelijke opgave hebben die binnenstedelijk niet of nauwelijks te realiseren is en die door hoogwaardig openbaar busvervoer goed te bereiken zijn, een verkenningstraject te starten wanneer zij daarom vragen;
     
  • Wij vinden het niet uit te leggen dat er in het kader van het bouwen rond OV-knooppunten alleen met kernen met een station een, daar heb je ‘m weer: nadere verkenning, wordt uitgevoerd.
     
  • En dan als laatste nog een motie over de Aldi in Bergen, ook namens FvD. Het dictum luidt: verzoekt GS om:

niet in beroep te gaan tegen het Bergense bestemmingsplan maar in gesprek te gaan met de gemeente Bergen om samen te bezien hoe deze ontwikkeling binnen provinciaal beleid valt te realiseren;

  • Een slepend conflict in die gemeente. Waarvoor een oplossing is gewonden die weliswaar niet in overeenstemming is met de huidige provinciale regels, maar waarvan ook met recht betoogd kan worden dat deze oplossing geen aanslag op het landschap betekent. 

 

Voorzitter, tot zover.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.