07 december 2018

woningbouwprognoses provincie Noord-Holland niet reëel

Het terrein waar de hockeyclub van mijn dochter naar toe verhuist,is ingetekend als woningbouwlocatie. Net als het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis en Tuincentrum in Osdorp. Volgens de gedeputeerde wonen, Joke Geldhof van D66, zijn er genoeg locaties voor woningen beschikbaar. Dit stelde zij onlangs in een column met de titel "Verstoppertje spelen of aan de slag?" Maar de vraag is wie hier verstoppertje aan het spelen is, als deze nog volop in gebruik zijnde locaties worden meegeteld in de getallen voor mogelijke woningbouw voor de lange termijn.

Uit zowel de woningbouwmonitor als de provinciale barometer Welvaart en Welzijn blijkt opnieuw dat er grote problemen zijn op de woningmarkt. De markt is totaal vastgelopen. Er zijn veel woningzoekenden, terwijl te weinig huizen te koop zijn. De huizen die er zijn, zijn vaak veel te duur. De bouwachterstand die tijdens de crisis is ontstaan, wordt allerminst ingehaald. Er zijn dus meer en sneller woningbouwlocaties nodig. Redenen om in actie te komen zijn er genoeg, maar de gedeputeerde stond onlangs opnieuw in de krant hierover, nu onder de kop ‘Deltaplan woningbouw is niet nodig.’ Volgens de gedeputeerde zijn er op basis van de prognoses genoeg locaties en kan de schop de grond in.

Over die prognoses hoeveel woningen er nu eigenlijk nodig zijn, wat mij betreft gaan we de hele methode ontleden en bekijken op realiteitszin, van het onderzoeken hoeveel woningzoekers er daadwerkelijk zijn tot aan de cijfers over harde en zachte capaciteit van woningbouwlocaties. Als de bovengenoemde locaties in beeld zijn voor woningbouw, vraag ik me af hoe realistisch de plancapaciteit is. Ook vraag ik me af of er daadwerkelijk goed in beeld is waar wensen willen wonen. Ik herhaal het met het Burgerinitiatief Dreigend Woningtekort in hoofdletters: het realiteitsgehalte van de plannen moet in beeld worden gebracht.  

De provincie heeft een regisserende rol op het gebied van de woningmarkt. Deze regisseur wijst continue naar de spelers. Die zouden falen. De gedeputeerde noemt in haar column milieueisen, stedenbouwkundige - en welstandseisen, capaciteitsproblemen bij bouwers, ontwikkelaars en gemeenten en gemeenteraden als spelbrekers. Zijn zij allemaal echte spelbrekers die hun spel zouden moeten veranderen of kunnen zij domweg geen ander spelspelen? En moet je hun rol dus niet als spelbreker, maar als een gegeven beschouwen? Een goede regisseur houdt rekening met de gegeven omstandigheden.

De gedeputeerde schermt ook met de vijftien miljoen euro die zij van Provinciale Staten heeft gekregen om de woningbouw te versnellen. Goed dat dat bedrag er is. Maar dit lost natuurlijk niet alles op! En ook die vijftien miljoen euro lijken weer beperkt te worden ingezet. Afgelopen vrijdag stond er in de krant dat Velsen woningbouwplannen niet in behandeling kan nemen wegens personeelsgebrek. Maar dat Velsen niet voor de vijftien miljoen in aanmerking kwam, omdat dit geld vooral is bedoeld voor woningen bij OV-knoppunten. Waarom doet de gedeputeerde niet waar gemeenten behoeften aan hebben? Zij moeten zorgen dat woningen daadwerkelijk gebouwd kunnen worden.

Als CDA willen wij een actievere regierol, waarin het provinciaal bestuur niet tegenover, maar naast de gemeenten gaat staan. Dat kan ook zeker binnen de huidige regels. En uiteraard heeft de gedeputeerde gelijk als zij zegt dat zij de regels die PS heeft vastgesteld, uitvoert. Wij hebben vanuit Gedeputeerde Staten echter geen voorstellen gezien om de provinciale regels te versoepelen. Wat het CDA betreft gaat daar de volgende termijn wat aan gebeuren!

 

Wilma van Andel – Statenlid CDA Noord-Holland

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.