13 november 2019

Betere ov-verbinding Oost-West

Het CDA heeft in oktober een voorstel gelanceerd voor sneller en beter openbaar vervoer op de Oost-Westlijn. In de commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid van 3 oktober 2019 mocht ik dit voorstel verdedigen. En met succes, inmiddels hebben we een motie ingediend om ons voorstel te onderzoeken, en die is aangenomen. 

Een mooi succes én belangrijk voor onze stad. Het is mooi dat er nu een werkende Noord/Zuid lijn is, maar de Oost/West verbinding dreigt het nieuwe ov-infarct te worden. Trams op deze verbinding rijden nu al traag, en worden met alle drukte waarschijnlijk alleen nog maar langzamer. Ook kan de stad het niet meer aan. Als het nog drukker wordt moeten we met dubbele trams gaan rijden, en elk uur met twintig dubbele trams door de binnenstad gaan rijden is gewoon gevaarlijk.  

Een hele mooie oplossing hiervoor is in 2016 bedacht en doorgerekend in een grote metrostudie: de Oost/Westmetrolijn. Hoewel dit idee door veel ov-liefhebbers omarmd zal worden, hangt er wel een groot prijskaartje aan: 6,6 miljard euro, ofwel méér dan het dubbele van de Noord/Zuidlijn. 

Het CDA zou het CDA niet zijn wanneer we onze taak serieus nemen en nadenken over alternatieven. Drijvende kracht hierachter was Daniël Dekker, onze beleidsmedewerker met een passie voor openbaar vervoer en tomeloze inzet om een betere oplossing uit te werken.

Het goede nieuws is dat die oplossing er ook lijkt te zijn. In plaats van de hele Oost-Westlijn aan te leggen, bouwen we een tramtunnel tussen het Surinameplein in West, en het Alexanderplein in Oost, zodat de trams daar ‘als metro’s’ kunnen rijden. Dat betekent dat we ons richten op dat gedeelte waar de snelheid laag is, en het aantal reizigers hoog. Zo investeren we waar de nood het hoogst is. 

Halverwege 2020 is het eerste onderzoek klaar, en zullen we ons plan verder verdedigen. Maar de eerste stap is gezet!

Niek Wijmenga
Duoraadslid CDA Amsterdam
Woordvoerder Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.