29 oktober 2019

Bouwen, bouwen, bouwen?

“Er staat een huis aan de gracht in oud Amsterdam, waar ik als woningzoeker niet wonen kan. Straks zit een rijke expat in ’t kamertje voor. En al die arme gezinnen die zoeken maar door”. Deze tekst maakte ik voor een CDA-diner in Amsterdam op het bekende lied Aan de Amsterdamse grachten van Wim Sonneveld. 

Als het aan het stadsbestuur van GroenLinks, D66, PvdA en SP ligt blijven we ook nog wel even woningen zoeken met zijn allen. Hoge grondprijzen die aan de gemeente betaald moeten worden, een enorme waslijst aan regels over wat je bouwt, voor wie je bouwt en wat je daar dan voor mag vragen en marktontwikkelingen zoals duurdere materialen en bouwpersoneel vormen een serieuze bedreiging voor de woningbouw in Amsterdam.

Hoewel alle politieke partijen van links tot rechts willen dat er meer woningen gebouwd worden de doelstellingen niet gehaald. Als we bijvoorbeeld kijken naar ‘middeldure huurwoningen’ – woningen voor mensen met een modaal inkomen – dan zien we dat de aantallen niet gehaald worden.

De coalitie heeft afgesproken dat er in de periode 2018-2025 gemiddeld 1.670 middeldure huurwoningen gebouwd moeten worden. Helaas is dit aantal in 2018 bij lange na niet gehaald. Dat zou logisch zijn, want het nieuwe beleid was net gestart, hoorden we van de wethouder. Ook in 2019 lijkt de doelstelling niet gehaald te worden. Maar het moest de eerste jaren op gang komen, horen we van de SP-wethouder bouwen en wonen. In de komende jaren zullen het er meer worden, volgens de wethouder.

Met veel belangstelling opende ik daarom de begroting van de gemeente Amsterdam voor 2020. In de begroting kun je lezen met hoeveel gerealiseerde woningen de gemeente in 2020 en de volgende jaren rekening houdt. Helaas moeten we lezen dat er in 2020 geen extra doelstellingen opgenomen zijn. En dat is een vreemde vergissing. Een rekensom: 

Volgens de afspraken in het coalitieakkoord en het woningbouwplan moeten er tussen 2018 en 2025 in totaal 11.690 nieuwe middeldure huurwoningen opgeleverd worden. Gemiddeld zijn dat er 11.690/7= 1.670 per jaar. In 2028 zijn er 1.152 woningen opgeleverd. Voor 2019 weten we het nog niet precies, maar het aantal zal rond de 1.400 komen te liggen. Dus in 2018 zijn er 538 woningen te weinig bij gekomen en in 2019 vermoedelijk 270.

Een coalitie die haar belofte na wil komen zou dan natuurlijk de ambitie komende jaren moeten verhogen. De tekorten van de afgelopen jaren moet je als ambitie opnemen voor de komende jaren. Als je dat niet doet, dan erken je dat je je doelstellingen niet gaat halen.

Het CDA Amsterdam vindt het belangrijk dat de doelen behaald worden. Daarom moeten we belemmeringen om dit doel te halen aanpakken. Helaas zijn deze belemmeringen vaak de paradepaardjes van de coalitiepartijen. 

Het realiseren van nieuwe woningen gaat als volgt: een projectontwikkelaar heeft een idee om een bepaald stuk grond te ontwikkelen of een kantoorpand te transformeren tot woningen. Hij schakelt een architect in en maakt een plan en gaat met de gemeente in overleg over het plan. Nadat er toestemming is, zoekt de projectontwikkelaar een financier. Dit zijn beleggers: zij stellen geld beschikbaar om met het project aan de slag te gaan. Met het plan, de toestemming en het geld op zak gaat de ontwikkelaar zoeken naar een aannemer die de bouw kan uitvoeren. Wanneer al deze partijen gevonden zijn dan start de bouw. 

In iedere stap van dit proces gooien de regels van de gemeente roet in het eten. De gemeente vraagt (te) veel geld voor de grond waarop gebouwd wordt. De gemeente wil dat 40% van het project sociale woningen bevat, 40% middel dure huur en 20% hoge huur. De gemeente wil dat de huur 25 jaar lang niet meer stijgt dan de inflatie. De gemeente stelt meer eisen aan duurzaamheid dan er in de rest van Nederland gevraagd worden. En ga zo maar even door. 

Al die regels maken het voor de projectontwikkelaar moeilijk om het project rond te rekenen omdat ze kostenverhogend werken of het verdienpotentieel van de woning af laten nemen. Vervolgens komt de projectontwikkelaar bij de belegger. De belegger ziet het project en de magere rendementsverwachting en trekt de conclusie dat beleggen buiten Amsterdam veel meer oplevert. Waarom zou hij het dan in Amsterdam doet, als zelfs de wethouder zegt dat hij er niet rouwig om is als beleggers niet meer op de Amsterdamse woningmarkt investeren?

Tot slot komt de projectontwikkelaar bij de bouwer. De bouwer heeft slecht nieuws voor de ontwikkelaar: zijn prijzen zijn alweer gestegen. Bouwmaterialen zijn peperduur geworden omdat overal in Nederland gebouwd moet worden. Om maar niet te spreken over de vakmensen: als ze al beschikbaar zijn dan moet er de hoofdprijs betaald worden. Ook dit verbetert het rendement niet.

De waslijst aan (dure) regels en de huidige marktontwikkelingen vormen een groot risico voor de realisatie van nieuwe woningen in Amsterdam. In de middeldure huurwoningen kunnen leraren, politie agenten, mensen uit de zorg en tal van andere maatschappelijke beroepen wonen. Een sterk middensegment houdt de stad leefbaar, daar het ons bij het CDA om te doen.

Daarom moet de gemeente niet haar ambitie om 1.670 middeldure woningen te realiseren laten varen, maar een aantal vaan de door haarzelf opgelegde regels. Vraag, bijvoorbeeld, niet om 40% sociale woningen maar om 30%. Projectontwikkelaars kunnen dan met 30% sociaal, 40% middenhuur en 30% dure huur ontwikkelen en dat geeft ze meer ruimte om beleggers aan te trekken. Vraag niet meer op het gebied van duurzaamheid dan wat landelijke regels voorschrijven. Deze extra eisen (denk aan gasloos bouwen) maken de toch al haast onmogelijke opgave nog duurder. Laat je wensen om de hoofdprijs voor de grond te vangen wat los. Beloon beleggers die woningen voor lange termijn betaalbaar willen houden met lagere grondprijzen.

Er zijn dus voldoende mogelijkheden om de woningbouw in Amsterdam aan te jagen. Helaas lijken GroenLinks, D66, PvdA en SP hun eigen hobby’s belangrijker te vinden dan woningbouw. Het CDA Amsterdam zal daarom bij de begroting een amendement indienen om de ambitie van 1.670 woningen in 2020 te verhogen naar 1.825 in 2020 en de jaren daarna. Alleen door het verhogen van de ambitie kun je over 2018-2025 een gemiddelde van 1.670 halen, omdat je de eerste jaren (veel) te weinig gedaan hebt. Daarnaast zullen we een motie indienen om te vragen naar een impactanalyse van alle beleidsvoorschriften van de gemeente, zoals 40-40-20. Welke regels zijn de grootste belemmeringen voor de nieuwbouw in Amsterdam?

Ik hoop dat GroenLinks- D66, PvdA en SP bereid zijn om hun eigen plannen serieus te nemen. Want helaas is het niet alleen het huis op de gracht waar de woningzoeker niet terecht kan: ook in aangewezen nieuwbouw gebieden is het komende jaren nog niet mogelijk om te wonen.

  

-Rogier Havelaar, duoraadslid Wonen en Bouwen CDA Amsterdam

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.