Financiën in de gemeente

Door stagnatie van de bevolkingsgroei en door de economische recessie komen de gemeente-inkomsten helaas onder druk te staan. Dit vraagt om extra zorgvuldigheid en aandacht voor een gezonde en sluitende meerjarenbegroting, zodat inkomsten en uitgaven in balans worden gehouden en duidelijkheid bestaat over de financiële speelruimte voor nieuw beleid.

Toch zal er de komende jaren veel veranderen in de gemeentelijke taken: we krijgen meer taken van het Rijk en die moeten we uitvoeren met minder geld. Efficiencyverbetering en herijking van prioriteiten kunnen de speelruimte vergroten.

Wij zijn van mening dat structurele uitgaven in principe moeten worden bekostigd door structurele inkomsten. Zo ontstaat er een solide meerjarenbegroting en is de gemeente niet afhankelijk van incidentele mee- of tegenvallers. Desalniettemin is het feit dat we als overheid meer uitgeven dan dat er binnenkomt. Belastingverhoging is niet de oplossing van dit probleem: we moeten minder uitgeven. Voor het CDA betekent dit niet overal een klein beetje van afhalen, maar duidelijke keuzes maken waar we wel of geen belastinggeld aan uitgeven.

 

De vraag die overblijft is dan eigenlijk: waar gaan we op bezuinigen? Die vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden, want op dit moment weten we nog niet precies wat ons te wachten staat. Wat we wel weten is dat we voor een sterke samenleving, het bestuur van die samenleving sterker moeten organiseren. Dat wil zeggen dat de gemeente minder moet uitgeven aan dure professionele organisaties en meer gebruik moeten maken van vrijwilligersorganisaties.

 

Dit scheelt veel belastinggeld en de binding in de samenleving wordt daarmee sterker. Verdere uitgangspunten van het CDA zijn: géén belastingverhoging; géén risico’s nemen: geen gronden aanschaffen en niet onnodig bouwen; géén kaasschaafmethode, maar keuzes maken waarbij voor het CDA een goede zorg en welzijn voor iedereen het belangrijkst is.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.