20 september 2019

Lessen voor de toekomst: integriteitsonderzoek wethouder Wimar Jaeger

Woensdag 18 september j.l. stond tijdens de gemeenteraadsvergadering de rapportage van bureau BING (Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten) centraal, gemaakt naar aanleiding van drie integriteitsmeldingen tegen wethouder Wimar Jaeger (D'66). De tijdens dit debat namens de Hilversumse CDA fractie uitgesproken tekst van CDA fractievoorzitter Olaf Streutker vindt u integraal onder deze inleiding.

Het vijfeneenhalf uur (!) durende debat eindigde met een motie van wantrouwen jegens wethouder Jaeger. Deze werd echter verworpen met 7 stemmen voor en 30 stemmen tegen.

De CDA motie ‘Lessen voor de toekomst’ ingediend samen met alle coalitiepartijen en de ChristenUnie werd echter op één stem na, unaniem aangenomen. Deze motie richt zich vooral op verandering van bestuur en cultuur om situaties zoals ontstaan rond de wethouder voor de toekomst te voorkomen.

Voor de Hilversumse CDA fractie was de stemming rond de motie van wantrouwen een vrije kwestie. Twee raadsleden stemden voor, twee stemden tegen. De laatste twee stemden in met de motie van treurnis die ook dezelfde avond werd ingediend door de ChristenUnie. Raadslid Evert Jan Kruijswijk Jansen stemde vóór de motie van wantrouwen. Hij gaf daarbij de volgende stemverklaring:

Voorzitter, wat het zwaarst weegt, weegt het zwaarst. In alles wat door en voor onze mooie gemeente wordt gedaan ben ik trots op de ambitie en de resultaten die we samen bereiken. Maar ik wil alleen functioneren in een bestuurscultuur waar resultaten halen en je houden aan de wet en de normen van fatsoen samen gaan. In dat licht past het niet hoe de wethouder heeft gereageerd in het rapport, op de feiten die geconstateerd zijn en de suggesties richting de melders. Dat kon vanavond hersteld worden, met excuses, inzicht in het handelen en een plan voor verbetering. Die kwamen voor mij op een te laat moment na te lang aandringen vanuit de raad. Dat maakt dat ik voor de motie zal stemmen.

Tekst uitgesproken door Olaf Streutker namens de CDA fractie:

Voorzitter,


Vandaag voelen we de spanning die in de lucht hangt,

Vandaag raakt dit debat aan de kern van onze parlementaire democratie:

Als volksvertegenwoordigers hebben we als taak om niet alleen het gemeentelijk beleid vast te stellen maar ook controle uit te oefenen op het college van burgemeester en wethouders.

Dit rapport nodigt ons uit om onze taak in dit debat buitengewoon serieus op te nemen!

Natuurlijk hebben we als CDA Fractie dit rapport met grote aandacht gelezen.

We zijn van mening dat het een betrouwbaar feitenrelaas geeft en een duidelijk antwoord op de onderzoeksvragen zoals in mei gesteld.

In die zin is het ook goed om te constateren dat er op een zorgvuldige manier wordt omgegaan met integriteitsmeldingen die bij de gemeente binnenkomen, door wie dan ook ingediend.

Het vooronderzoek van de burgemeester gaf aanleiding tot het instellen van een vervolgonderzoek, dat onder begeleiding van het presidium zonder waardeoordeel is uitgevoerd.

Graag wil ik de bijdrage van het CDA (onze bijdrage) opsplitsen in 3 delen

Allereerst zal ik ingaan op de feiten zelf en de zwaarte die deze wat ons betreft hebben met betrekking tot het functioneren van de wethouder waar dit onderzoek naar is uitgevoerd.

Ten tweede wil ik ingaan op de bestuurscultuur in het algemeen en onze specifieke overwegingen voor Hilversum

Tot slot wil ik ingaan op de conclusies en aanbevelingen met het oog op de toekomst.

Laten we beginnen met de feiten.

Het is evident dat niet alle functies gepubliceerd waren op de Website toen het onderzoek werd opgestart.

Zo verschijnt op 16 mei 2019 in de Gooi en Eembode een bericht met de titel ‘College Hilversum telt 19 nieuwe bijbanen’.

In het bericht wordt melding gemaakt van het feit dat bij alle collegeleden nevenfuncties zijn toegevoegd aan de op de gemeentelijke website gepubliceerde lijst.

Het is ook duidelijk geworden dat het niet in alle gevallen duidelijk is op welke manier een zogenaamde ‘qualitate qua’ functie tot stand is gekomen.

In ieder geval is het een feit dat geen eenduidig overzicht werd bijgehouden van ‘qualitate qua’ functies, en dat de potentiele belangen­verstrengeling bij het toekennen van subsidies niet in alle gevallen op voorhand was geborgd.

Of hierbij sprake is van een integriteitsschending is in juridische zin dus niet zo zeer een vraag, maar veel meer een feit.

In politieke zin echter is de vraag in hoeverre hier sprake is van een individuele misstap, dan wel van een structureel probleem.

Dat brengt mij dan ook bij het tweede deel, de bestuurscultuur in het algemeen.

Voor het CDA is het hebben van een integer bestuur een voorwaarde voor een leefbare samenleving.

In de campagnetijd heb ik hier zelfs een speerpunt van gemaakt door u met de slogan ‘Betrokken en betrouwbaar’ mijn persoonlijk commitment te geven: “Integriteit en transparantie gaan boven alles, altijd en overal.”

‘Een beetje integer bestaat niet’, zo leerde ook altijd de door mij zeer gewaardeerde CDA-er Jan de Vries.

En daarbij raakt hij de kern van het probleem.

Daar waar de feiten wellicht nog geen aanleiding geven tot een politiek oordeel in negatieve zin, is de reactie op de feiten van betrokken wethouder een illustratie van de wijze waarop (blijkbaar) in (delen van) het college wordt gedacht.

Het is onheus, als de melding in het algemeen als ‘een publieke aanval’ wordt aangemerkt, terwijl het vooronderzoek van de burgemeester toch duidelijk aangaf dat er wel degelijk aanleiding was om het vervolgonderzoek op te starten.

De reactie van wethouder Jaeger, notabene door zijn raadsvrouw(!) ingegeven, op pagina 54 onder de punten 4, 5 en 6, is in die zin ronduit stuitend.

Niet alleen legt hij hier de schuld volledig buiten zichzelf, ook bezoedeld hij hier de naam van één van onze collega raadsleden die ‘politieke motieven’ zou hebben bij het doen van de melding.

Voorzitter, dat is toch de wereld op zijn kop!?

Een WEThouder die zich niet aan de wet houdt, je mag hopen dat raadsleden daar een punt van maken. Alle 37. In de commissies. In de raad. En als het moet, via een integriteitsmelding.

In die zin roep ik wethouder Jaeger op afstand te nemen van zijn mening over de persoonlijke motieven van de melders. Het is niet ter zake. Het is niet relevant voor dit onderzoek. Het is een illustratie van een bestuurscultuur waarin het CDA zich niet thuis voelt.

Kenmerkend aan onze rechtsstaat is dat we een systeem van ‘checks and balances’ hebben om de handelen en wandel van gezagsdragers te controleren.

Het stappenplan integriteitsmeldingen politieke ambtsdragers is hier onderdeel van.

Ondanks dat het goed is dat de melders de vrijheid hebben gevoeld om een melding te doen, constateert het CDA ook dat één van de melders zich genoodzaakt zag om zichzelf publiekelijk bekend te maken, nadat haar naam als melder binnen het gemeentehuis was gaan rondzingen.

Het is bijna Freudiaans: de naam van een melder misstand integriteit lekt uit.

Het CDA roept de burgemeester, als hoeder van de integriteit in onze gemeente, op te voorkomen dat dit in eventuele volgende gevallen opnieuw kan misgaan.

Het gemeentebestuur dient van onbesproken gedrag te zijn,

Het gemeentebestuur dient ook zorgvuldig te handelen in lijn met alle door het gemeentebestuur zelf opgestelde procedures en gedragscodes.

Als CDA willen we ons distantiëren van een bestuurscultuur die gebaseerd is op machtspolitiek.

Die het individu kleineert of intimideert.

Die gericht is op ongelijke machtsverhoudingen.

En helaas voorzitter, dit rapport is een illustratie van een bestuurscultuur die juist wel gebaseerd is op machtspolitiek.

Niet alleen door in de loop van de jaren de macht van de raad zo uit te kleden - de raad was daar overigens zelf bij - maar vervolgens ook alle ruimte zo te benutten dat zelfs het college niet op de hoogte was van een aantal bestuursfuncties en daaraan gelieerde subsidies.

Het moreel kompas van het college lijkt verkeerd afgesteld. Dat blijkt uit het feit dat er noch bij de wethouder, noch bij de overige collegeleden, een lampje is gaan branden over dubbele petten en dito belangen.

Dat blijkt uit de wijze waarop betrokken wethouder zijn eigen verantwoordelijkheid in het melden van de nevenfuncties afschuift op zijn ambtenaren (p. 22 ‘Het had naar mijn mening ook op de weg van de gemeentelijke organisatie gelegen om die ook online te zetten.’).

Dat blijkt uit de wijze waarop deze wethouder om zich heen slaat naar iedereen behalve zichzelf.

Maar het blijkt ook uit de reactie van het college op het artikel in ‘Follow the Money’, daags voor het publiceren van het onderzoeksrapport. Te vroeg, te voorbarig en daarmee in onze ogen misplaatst. 

Dat, voorzitter, is wat ons betreft de kern van het probleem.

In zo’n cultuur wordt tegenspraak niet geduld. Sterker nog, het wordt alleen maar tegen je gebruikt. In zo’n cultuur krijg je dus geen tegenspraak meer.

Voorzitter, het mag duidelijk zijn dat het CDA maar één doel voor ogen heeft met dit betoog en dat is een verandering van die bestuurscultuur.

Dat is wat het CDA betreft belangrijker dan de vraag of de feiten groot genoeg zijn om de wethouder of het college naar huis te sturen.

Maar als we verder willen gaan met deze wethouder, dan kan dat alleen als het vertrouwen er is dat hij bijdraagt aan die gewenste verandering van cultuur.  

Dát oordeel vellen wij dan ook aan het einde van dit debat.

Dat brengt mij bij het derde punt. De lessen voor de toekomst.

Het is evident dat we naar aanleiding van dit rapport met elkaar lering zullen moeten trekken voor de toekomst.

Wat ons betreft gaat het hierbij primair om de vraag hoe in de toekomst om te gaan met zogenaamde ‘qualitate qua’ functies.

Daarnaast verdient het aanbeveling om het stappenplan integriteitsmeldingen opnieuw tegen het licht te houden.

Ik verwijs hierbij kortheidshalve naar de analyse en aanbevelingen in paragraaf 5.3 en stel voor om verbetervoorstellen in komende vergaderingen te adresseren voor verdere behandeling en besluitvorming.

Het is nu niet het juiste moment om hier verder op in te gaan.

Daarom heb ik de motie 'Lessen voor de toekomst' opgesteld die ik hierbij samen met Hart voor Hilversum, GroenLinks, D'66, VVD en ChristenUnie wil indienen.

(Deze motie is later op de avond met slechts één stem tegen aangenomen)

Ik dank u voor uw aandacht.

Olaf Streutker

Fractievoorzitter CDA Hilversum

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.