30 september 2018

CDA Vraagt aandacht voor fietsparkeerbeleid

De fractie van het CDA heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college over de handhaving van foutgeparkeerde fietsen in het centrum. De fractie ontving de afgelopen weken diverse klachten van inwoners, bezoekers van het centrum en ondernemers. Over het algemeen valt uit de ontvangen reacties op te maken dat er weinig begrip is voor het beleid van de gemeente en de wijze waarop de handhaving plaatsvindt. 

Het college stelt dat er voldoende stallingsmogelijkheden in het centrum zijn. Evert Jan Kruijswijk Jansen, raadslid CDA: “Op onze rondes door het centrum valt op dat er op de drukste momenten vele fietsen buiten de stallingen staan, maar ook dat er op een paar plekken die zich buiten de ‘natuurlijke’ loop van het centrum bevinden, nog plek in de stallingen is. Het CDA ziet hier een duidelijke spanning tussen de systeemwereld van de gemeente, waarin aan de tekentafel is bedacht hoe en waar mensen het beste kunnen parkeren, en de leefwereld van de bezoekers aan het centrum, die efficiënt met hun tijd willen omgaan en willen parkeren in de buurt van de plek in het centrum waar zij moeten zijn”.

Daarnaast zijn er ook vragen gesteld over de handhaving en klachten van winkeliers en ondernemers die de effecten van het handhavingsbeleid in hun omzet merken.

Tenslotte vraagt het CDA naar de coulanceregeling voor mindervalide personen, die een ontheffing kunnen krijgen voor het parkeren buiten de stallingen. Evert Jan Kruijswijk Jansen: “Die coulanceregeling klinkt mooi, maar het is onduidelijk hoe die regeling er uit ziet en hoe deze wordt toegepast. Dat roept vragen op over de rechtszekerheid van mensen die een ontheffing aanvragen”. 

Vragen ogv art 41 RvO aan college over fietsparkeren

Afgelopen maand is de gemeente begonnen met de handhaving van foutgeparkeerde fietsen. Dit beleid, de handhaving en de beschikbaarheid van stallingen heeft veel stof doen opwaaien. Het CDA heeft de afgelopen weken veel klachten ontvangen van inwoners, bezoekers van het centrum en ondernemers. Over het algemeen valt uit de ontvangen reacties op te maken dat er weinig begrip is voor het beleid van de gemeente en de wijze waarop de handhaving plaatsvindt. 

De wethouder heeft in de media al diverse malen verkondigd dat er voldoende stallingsmogelijkheden in het centrum zijn. Op onze rondes door het centrum valt op dat er op de drukste momenten vele fietsen buiten de stallingen geparkeerd staan, maar ook dat er op een aantal plekken nog ruimte in de stallingen is. Dit is met name in die gebieden die zich niet in de ‘natuurlijke’ loop van het centrum bevinden. Daarnaast zijn er in het centrum diverse plekken die niet zijn aangewezen als stallingsruimte, maar waar wel volop ruimte is voor het stallen van fietsen zonder dat de routes voor nood- en hulpdiensten worden geblokkeerd, het centrum ongastvrij wordt en de aantrekkelijkheid wordt aangetast. Het CDA ziet hier een duidelijke spanning tussen de systeemwereld van de gemeente, waarin aan de tekentafel is bedacht hoe en waar mensen het beste kunnen parkeren, en de leefwereld van de bezoekers aan het centrum, die efficiënt met hun tijd willen omgaan en willen parkeren in de buurt van de plek waar zij in het centrum moeten zijn.

1. Herkent het college dat er een onderscheid is tussen de systeemwereld waarin het beleid is bedacht en de leefwereld van de bezoekers?

2. Zo ja, wat wil het college er aan doen om deze kloof te overbruggen? 

3. Is het college bereid om een ‘expert’meeting te organiseren, waarin medewerkers van de gemeente samen met vertegenwoordigers van de hulpdiensten, belangenverenigingen, centrumondernemers en inwoners in het centrum gaan onderzoeken op welke plekken er nieuwe extra fietsenstalling bij kunnen komen, zodat de wensen van de verschillende belanghebbenden beter op elkaar afgestemd kunnen worden?

Het CDA ontving eveneens verschillende klachten over de handhaving. Daarbij is een veelgehoorde klacht dat er in de Kerkstraat veel meer wordt gehandhaafd dan op andere plekken in het centrum, zoals de Groest. 

4. Herkent het college de klachten over de verschillen in de handhaving? Op welke wijze monitort u de de handhaving plaatsvindt? Bent u bereid om naar aanleiding van deze klachten in gesprek te gaan met de handhavers over de wijze waarop zij hun taak uitvoeren?

Tevens hebben wij verschillende klachten ontvangen van winkeliers en horecaondernemers die gasten van buiten Hilversum ontvangen. Voor de winkeliers zijn dit veelal passanten die even een winkel aandoen voor een impulsaankoop, maar nu niet meer van de fiets stappen omdat ze hem niet bij de winkel kwijt kunnen. Voor horecaondernemers gaat het o.a. om wielrenners, die door het handhavingsbeleid het centrum niet meer aandoen omdat de wielrenners bij het bezoeken van de horeca zicht willen houden op hun wielrenfietsen.  

5. Herkent het college de klachten van de winkeliers en de horecaondernemers? Bent u bereid om met hen in gesprek te gaan over de problemen die zij ondervinden om gezamenlijk te kijken hoe deze problemen op te lossen zijn?

Voor mensen die mindervalide zijn heeft de gemeente een coulanceregeling. Op grond hiervan is ontheffing te krijgen voor het parkeren buiten de stallingen. Deze coulanceregeling is per email aan te vragen, echter de regeling is niet op internet gepubliceerd. Dit roept vragen op over de rechtsgeldigheid.

6. Kan het college aangeven waar de regeling is gepubliceerd en op welke wijze wordt besloten over het al dan niet toekennen van coulance? Welke criteria zijn daarbij van belang?

7. Wat is de rechtsgeldigheid van een besluit over het al dan niet toekennen van coulance? Staat hiertegen bezwaar en/of beroep open? 

Namens de fractie van het CDA

Evert Jan Kruijswijk Jansen

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.