15 februari 2021

Nieuws van de fractie.

Verslag van de raadsvergadering d.d. 28 januari 2021 en 2 februari 2021
De eerste raadsvergadering van 2021 begon met een” stoelendans”: Johan Paul de Groot (verhuizing) en Jan Eichhorn (terug treden) namen afscheid van de raad. Marjon Tolhuis(CU) en Jaap Wierdsma (GroenLinks) namen hun plaats in. Verder werd de fractie van OHK uitgebreid met de heren Jeff Leever (voorheen SHK) en Lars Ruiter (voorheen VVD), zodat deze fractie nu bestaat uit 5 leden!. Tot fractieondersteuner werden Cees Meeldijk (OHK) en Jan Eichhorn(Gr.L.) benoemd.

-Als eerste op de agenda stond het “Beschikbaar stellen van een krediet Campus de Terp “ voor de bouw van 3 scholen onder 1 dak nl. obs de De Triangel, rkbs Don Bosco en pcbs Het Baken. Deze scholen gaan deel uitmaken van Kind Centrum de Terp als onderdeel van Campus de Terp. In 2016 had de raad al een krediet beschikbaar gesteld van ruim 4 miljoen. Het raadsvoorstel vroeg nog een aanvulling van ruim 4 miljoen, tot in totaal 8,7 miljoen. Dit extra bedrag is nodig door verhoging van de normbedragen van de VNG per meter, toeslagen voor frisse scholen, energie maatregelen, 18 leerlingen meer, post onvoorzien, en overhead kosten. Dit alles betekent een toename van de kosten met ruim 97% ten opzichte van de ramingen in 2016. Een zeer forse verhoging maar door duidelijke uitleg en overzichten van het college konden 21 van de 29 raadsleden instemmen met het voorstel. Ook werd er een voorbereidingskrediet van €400.000,00 gevraagd voor de inrichting van de openbare ruimte in afwachting van de definitieve plannen voor de gehele campus de Terp. CDA, VVD, SHK, PVDA en D’66 riepen in een motie het college op om direct te beginnen met het maken van plannen voor de invulling van de vrij komende locaties van de 3 scholen en niet te wachten tot deze locaties leeg komen. De motie werd met 22 tegen 7 stemmen aangenomen.


-Op initiatief van het CDA werden tijdens de raad van december 2 stukken die ter kennis name op de lijst van ingekomen stonden ,ter bespreking door geschoven naar het oordeelvormende gedeelte van raad van 28 januari 2021. Het ging om twee rapporten van de Toetsingskamer in opdracht van de raad.:
1. “Organisatieontwikkeling gemeente Hollands Kroon”
2. “WMO en Jeugdhulp in Hollands Kroon”.


Hieronder de bijdrage van Reginald Visser tijdens de raadsvergadering:


BMC rapport “Organisatieontwikkeling gemeente Hollands Kroon”.
Voorzitter, aan de orde is het vormen van een oordeel van de raad over het in opdracht van de raad uitgevoerde onderzoek naar ‘De organisatieontwikkeling van de gemeente Hollands Kroon’ uitgevoerd door BMC en begeleid door de Toetsingskamer. Een uitgebreid en gedegen onderzoek, voorzitter, naar met name effectiviteit en efficiëntie van de gehele gemeentelijke organisatie, te weten college, werkorganisatie en raad. En dat beoordeelt op een viertal rollen, gemeente als dienstverlener, als partner in de regio, als organisatie en als bestuur en beleidsmaker. Grosso modo mogen we tevreden zijn met hetgeen door de onderzoekers is bevonden en geconcludeerd en onze fractie onderschrijft de conclusie en aanbevelingen van het rapport voluit. De innovatieve richting die we als gemeente sinds de start van Holland Kroon zijn ingeslagen, is een goede geweest en niets staat ons in de weg om de ingeslagen richting te vervolgen. Een verandering van koers is dus niet nodig, enige bijsturing wel.
Er zijn immers door BMC aandachtspunten en verbetermogelijkheden aangegeven, die verdienen onze aandacht om de taak van de gemeenteorganisatie, de dienstverlening en dienstbaarheid aan haar inwoners, te blijven verbeteren.
Voorzitter, het college heeft op de resultaten van het onderzoek in een bestuurlijke reactie gereageerd middels een memo, gevoegd bij de stukken. Daar instaat ook aangegeven welke acties door het college zijn en worden ondernomen. Helaas staan de huidige Covid maatregelen in de weg om de geconstateerde kloof tussen organisatie en raad te dichten, maar de intentie om daar actie op te ondernemen is door het college uitgesproken. Niet alle conclusies en aanbevelingen zijn in de memo besproken, echter de algemene opmerking van het college om ook die aanbevelingen die niet expliciet in de memo zijn geduid, toch te harte te nemen, waardeert mijn fractie zeer. Onze fractie stelt voor om eenmaal per jaar ruimte te maken om op basis van de aanbevelingen een gezamenlijke evaluatie van de wijze van handelen van raad, college en werkorganisatie ten opzichte van elkaar, de jaarafsluiting zou een passende gelegenheid kunnen zijn. Gaarne een reactie van het college op deze suggestie.
Voorzitter, het college heeft een bestuurlijke gereageerd op het rapport, de raad is nu aan zet om te reageren en naar de mening van onze fractie, ook op de conclusies en aanbevelingen die haar eigen rol betreffen. Of te wel de raad wordt uitgenodigd ook zelf in de spiegel te kijken. Het rapport stelt in het deel ‘de gemeente als bestuur en beleidsmaker’ aan een tweetal voor de raad uiterst belangrijke aspecten aan de orde.
Als eerste aandachtspunt de conclusie dat ‘De raad nog aan kracht kan winnen in haar kader stellende en controlerende rol. De sturing van de raad is soms erg op detailniveau ..’. Het sturen op detail heeft het gevaar in zich dat de hoofdlijn dreigt te vervagen. Dat doet zich onder meer voor bij publieke behandeling in de raad van het belang van een enkel individueel geval. Het besturen van de gemeente moet meer zijn dan alleen een optelsom van individuele belangen, hoe legitiem die ook zijn. Oog moet er zijn voor het belang van de gemeente als geheel en op de lange termijn, het algemeen belang. Het zijn van volksvertegenwoordiger brengt natuurlijk met zich mee dat individuele belangen onder de aandacht van raadsleden worden gebracht en dat deze informeel aan de orde worden gesteld, is geen probleem. Maar het in de raadszaal publiekelijk aan de orde stellen van een individueel belang moet worden afgewogen tegen algemeen belang, het gevaar van cliëntisme is anders groot en de beginselen van behoorlijk bestuur kunnen in het gedrang komen. Het vertegenwoordigen van het volk is meer dan het vertegenwoordigen van een enkel individu. En natuurlijk, indien er een structureel probleem blijkt te zijn in de behandeling van individuele belangen door het college, is het zaak als dat de raad in haar controlerende taak dat publiekelijk aan de orde stelt.
Ik nodig mijn mederaadsleden uit hierop te reageren en mijn fractie zou graag met u als raad willen onderzoeken op welke wijze we de hoofdlijn in beeld kunnen houden. De griffie zou naar onze mening een belangrijke rol in het bewaken van de hoofdlijn kunnen vervullen, dat betekent dan wel dat uitvoering moet worden gegeven aan de aanbeveling uit het rapport voor het versterken van de rol van de griffie als raadsadviseur.
Een tweede aandachtspunt, voorzitter, betreft de conclusie in het rapport dat ‘Participatie wordt toegepast, maar soms nog wat ongrijpbaar voor de raad’. We zoeken nog als raad naar de wijze waarop participatie van inwoners en andere belanghebbenden bij beleidsvorming gestalte kan
worden gegeven. Zeer inzichtelijk is door de onderzoekers weergegeven hoe het participatie traject met betrekking tot de omgevingsvisie is doorlopen. Onze fractie meent dat dit als voorbeeld zou moeten dienen hoe participatie bij beleidsvorming altijd gestalte zou moeten krijgen. Een brede opzet, zorgen voor een representatieve afvaardiging van stakeholders, duidelijke proces beschrijving vooraf waarbij voor alle deelnemers hun rol duidelijk is en duidelijke afhechting achteraf. Als raad zouden we op korte termijn op een heroriëntatie op de huidige verordening moeten oppakken. De huidige tijd vraagt om goede uitvoering te geven aan burgerparticipatie, zo kan ook ruimte worden gegeven om opvattingen van inwoners mee te nemen in het vormen van beleid. Maar ook daarvoor is een stevige ondersteuning vanuit de griffie noodzakelijk.
Voorzitter, bij een drietal punten heeft onze fractie stilgestaan. De rol van de raad als controleur en kadersteller, het realiseren van een bij deze tijd passende participatie en een jaarlijkse evaluatie van de eigen werkwijze. En in samenhang daarmee, een verbetering van de kwaliteit van de griffie als raadsadviseur. Wij horen graag de opvattingen hierover van onze collega’s.


-Ook op de agenda bespreking van het rapport” WMO en Jeugdhulp in Hollands Kroon”. Hieronder volgt de bijdrage namens het CDA van Jan Willem van der Klugt tijdens de raadsvergadering.
Op verzoek van onze fractie is dit rapport op de oordeelvormende vergadering gekomen. Het betreft een onderzoek van de Toetsingskamer, van de raad dus. Het zou raar zijn als we dit rapport voor kennisgeving aannamen, zeker gezien het belang van de materie (sociaal domein) en de aanbevelingen die in het rapport staan.
Eerst even terug naar de inhoud van het rapport. Het schetst in detail hoe het proces sinds 2015 gelopen is, welke hobbels we tegenkwamen, welke successen er behaald werden en, naar aanleiding van een groot aantal interviews met een zeer zorgvuldig en breed samengesteld gezelschap, hoe de beleving van de samenwerking tussen Incluzio en HK is.

Rode draad:
• Het model dat we voor ogen hadden slaagt in toenemende mate
o Veel aanloopproblemen (gezamenlijke aanbesteding, COWWI)
o Uiteindelijk werd Incluzio in de arm genomen
o Traject op basis van vertrouwen
o Constructie met wijkteams werkt goed
o Als raad hadden we het gevoel dat we een iets nieuws begonnen dat eigenlijk niet mocht mislukken. “zowel de gemeente als Incluzio gelooft sterk in het slagen van het concept”
• Incluzio levert goede zorg tegen een acceptabel tarief
o Lage kosten sociaal domein, vergelijking met andere P10 gemeenten
o We blijven nog steeds binnen de Rijksbijdrage.
o Ook de innovatie-agenda van Incluzio werkt en wordt gewaardeerd
• De gemeenteraad van Hollands Kroon zoekt naar meer grip
o Gemeenteraad krijgt veel info, maar niet in alle gevallen de juiste info
o Klankbordgroep Sociaal Domein werkt aan verbetering van de kwantitatieve gegevens

Dit rapport geeft onze fractie alle reden om vertrouwen te hebben in de gekozen richting, in Incluzio en in het college.


-Aanvankelijk stond bij de ingekomen stukken om voor kennisgeving aan te nemen ; het “Bestemmingsplan Wieringermeer 2009, tweede partiële herziening zonnepark stortlocatie Wieringermeer”. OHK wilde dit stuk bespreken in het besluitvormende gedeelte van de raad maar dit orde voorstel werd met 20 tegen 9 verworpen. Toen kwam het voorstel van OHK om dit voorstel
te bespreken in het oordeelvormende gedeelte. Volgens afspraak van de raad is deze mogelijkheid aanwezig. Volgens OHK was er onduidelijkheid over de uitvoering van de participatie en OHK wilde meer mogelijkheden om nog in overleg te gaan met de omwonenden. Volgens Theo Groot was er nog extra overleg geweest van de initiatiefnemer met de omwonenden over de uitbreiding van het zonnepark op het zuidelijk talud van voormalige stortplaats en waren de ingediende zienswijzen voorzien van een duidelijk antwoord. Uiteindelijk werd het raadsvoorstel met 21 voor en 7 tegen aangenomen.

Verder op de agenda nog een aantal hamerstukken ter besluitvorming:
- Bestemmingsplan Grasweg 17 Anna Paulowna en Havenstraat Zijdewind;
- Bestemmingsplan Molenvaart 353a Anna Paulowna;
- Kleine wijziging in de APV;
- Vaststelling verordening beslistermijn schulddienstverlening;
- Aanwijzing tweede plaatsvervangend griffier ivm langdurige afwezigheid op de griffie;
- Benoeming lid Raad van Toezicht Stichting Surplus.
Al met al weer een flinke agenda voor de raadsvergadering van 28 januari waarbij ook nog gebruik gemaakt moest worden van de uitloop vergadering van 2 februari !.


Namens de fractie van het CDA
Hans van Tongerlo

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.