08 augustus 2017

Kinderopvangtoeslag stopzetten en de burger 3 jaar lang het bos insturen

De nationale ombudsman heeft een zeer scherp rapport uitgebracht over de kinderopvangtoeslag. Lees het hier: https://www.nationaleombudsman.nl/onderzoeken/2017095-belastingdienst-treft-232-gezinnen-met-onevenredig-harde-actie


Bij 232 ouders  van hetzelfde gastouderbureau werd in 2014 de kinderopvangtoeslag stopgezet op een vermoeden van fraude. Die stopzetting vond plaats voordat ouders in de gelegenheid gesteld werden om aan te tonen dat alles in orde was.

Het is niet schokkend dat de belastingdienst controleert of toeslagen stopzet. Juist als dat gebeurt, zal het in veel gevallen terecht zijn en in een aantal gevallen een fout. Juist daarom is er rechtsbescherming ten opzichte van de belastingdienst. Je hebt rechten al burger.

 

Maar het rapport schetst een totaal ander beeld. Na stopzetting kregen ouders geen enkele gelegenheid om aan te tonen dat het wel klopte. Lees het rapport en je ziet dat
1. De toeslag werd stopgezet en teruggevorderd voordat ouders in de gelegeheid gesteld werden aan te tonen dat alles in orde was (dat moet wettelijk wel)

2. Toen de toeslag werd stopgezet, stond op de eerste brief niet hoe ze bezwaar konden maken (ook dat is tegen de wet)

3. Toen de ouders de bewijsstukken lieten zien, kregen ze een brief dat de bewijsstukken niet in orde waren. Maar ze hoorden niet welke bewijsstukken niet klopten.

4. Toen ze daartegen bezwaar maakten, duurde het 1,5 jaar voordat de belastingdienst een besluit nam. (veel en veel te laat volgens de wet)
Tot overmaat van ramp konden deze ouders ook geen nieuwe kinderopvangtoeslag elders aanvragen per 1 september 2014, de datum van stopzetting: dat werden door de belastingdienst geblokkeerd.

 

Een van de ouders heeft al gelijk gekregen bij de Raad van State. Dat was voor mij aanleiding om onderstaande vragen te stellen (op 10 juli). Die zijn nog niet beantwoord. Maar er komen nieuwe vragen. Ik wil weten hoe de belastingdienst netjes de wet uitvoert, zodat burgers gewoon kunnen aantonen dat ze gelijk hebben. Ze hoeven daarvoor toch niet naar de hoogste rechter.

En waarom is de belastingdienst nog niet met een oplossing gekomen na die uitspraak?

Het is wel heel opvallend dat dit het zoveelste dossier is waarbij de regering zegt in oktober te reageren. Dan hopen ze vast dat een opvolger het oppakt.

 

Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de opschorting en stopzetting van kinderopvangtoeslag (ingezonden 10 juli 2017).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Raad van State, waarbij de Belastingdienst in het ongelijk is gesteld en een aan ouder, wiens kinderopvangtoeslag in september 2014 is stopgezet en is teruggevorderd voor dat jaar, alsnog moet worden uitbetaald?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de gang van zaken in dit specifieke geval? Kunt u aangeven welke zaken er in uw ogen zijn misgegaan bij de Belastingdienst/Toeslagen?

Vraag 3

De Raad van State is van oordeel dat de Belastingdienst/Toeslagen bij de stopzetting van het voorschot niet heeft gehandeld in overeenstemming met de systematiek van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), omdat opschorting op grond van artikel 23 Awir meer wettelijke waarborgen biedt dan het op nihil stellen van het voorschot op grond van artikel 16, vijfde lid, Awir en betrokkene niet gewezen is op de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen; bij hoeveel mensen heeft de Belastingdienst/Toeslagen een voorschot stopgezet zonder dat zij op de mogelijkheid gewezen zijn dat zij hiertegen bezwaar konden maken?

Vraag 4

Van hoeveel mensen die via het betreffende gastouderbureau kinderopvangtoeslag kregen is de kinderopvangtoeslag stopgezet en teruggevorderd? Bij hoeveel mensen is dit achteraf teruggedraaid?

Vraag 5

Hoeveel van deze mensen hebben bezwaar gemaakt en hoeveel van deze bezwaren zijn op tijd behandeld? Kunt u aangeven hoe lang het gemiddelde bezwaar geduurd heeft?

Vraag 6

Van hoeveel toeslaggerechtigden is het bezwaar afgewezen met als motivering dat zij na de datum van stopzetting niet de volledige kosten betaald hadden en daarom voor het hele jaar geen recht hadden op kinderopvangtoeslag?

Vraag 7

Klopt het dat ouders is verzocht om met bewijsstukken naar het belastingkantoor te komen en dat deze ouders maanden later een bericht ontvingen dat: «Op basis van de bewijsstukken hebben wij de aanvraag opnieuw beoordeeld. Wij zetten uw aanvraag kinderopvangtoeslag stop omdat de bewijsstukken niet juist waren», maar dat deze ouders, hoezeer ze ook aandrongen, niet te horen kregen welke stukken onjuist waren in de ogen van de Belastingdienst?

Vraag 8

Hoeveel mensen hebben in 2014 en 2015 een brief ontvangen van de Belastingdienst dat hun toeslag is stopgezet vanwege onjuiste bewijsstukken, zonder dat vermeld werd welke bewijsstukken niet juist waren?

Vraag 9

Hoe kan een toeslaggerechtigde, wiens toeslag wordt stopgezet of teruggevorderd en die afhankelijk is van de toeslag om de kosten van kinderopvang te kunnen betalen, snel aantonen dat de toeslag ten onrechte is stopgezet of teruggevorderd?

Vraag 10

Kunt u de beleidsinstructies voor het stopzetten, controleren en terugvorderen van kinderopvangtoeslag in 2014 en 2015 openbaar maken?

Vraag 11

Mag de Belastingdienst opschorten of stopzetten als de toeslaggerechtigde de gevraagde informatie aanlevert en deze informatie geen aanwijzingen bevat dat geen recht bestaat op toeslagen?

Vraag 12

Waren de beleidsinstructies voor controle, stopzetten en terugvorderen van kinderopvang 2014 en 2015 in overeenstemming met de Awir? Indien zij niet in overeenstemming daarmee waren, op welk(e) punt(en) was er dan een afwijking?

Vraag 13

Welke wijzigingen in beleid vonden er plaats in 2013 en 2014 naar aanleiding van de zogenaamde Bulgarenfraude?

Vraag 14

Zijn er ouders, kinderopvanginstellingen/gastouders en bemiddelingsbureaus die een onnodig grote schade geleden hebben van het abrupt stopzetten en terugvorderen van kinderopvangtoeslag in 2014? Zo ja, om hoeveel mensen en instellingen gaat het dan?

Vraag 15

Kunt u deze vragen een voor een en binnen de reguliere termijn van drie weken beantwoorden?

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.