12 juni 2014

Wiebes geeft 0 informatie na WOB verzoek accijnzen.

Op 28 mei deed ik een bijzonder verzoek in de Kamer: ik vroeg om de stukken van het accijnsonderzoek na de accijnsverhoging. Daar zijn bijzonder goede redenen voor, die ik hier beschreven heb: politiek.thepostonline.nl/column/de-accijnscijfers-rammelen-aan-alle-kanten/. De cijfers zijn frequent en zeer fors bijgesteld, matchen niet met elkaar en zijn voor een deel geheim. En de juichclaim van €150 miljoen extra accijnzen in januari, die de regering de dag voor de gemeenteraadsverkiezingen deed, is nu helemaal ingetrokken. Dat verbaast me natuurlijk helemaal niet

De regering beschikt over de aangiftecijfers maar weigert die openbaar te maken. Maar het kan nog bonter: staatssecretaris Wiebes stuurde gisteren een stuk naar de Kamer (zonder veel informatie), maar niet de stukken van het onderzoek of zelfs maar een deel van de stukken van het onderzoek:

(http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/fin/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2014/06/11/bijlage-antwoorden-schriftelijke-vragen-accijnsbrief.html)

Hij stuurt geen enkel document op, terwijl duidelijk om de achterliggende stukken gevraagd is in het wob verzoek (het verzoek staat hieronder). Formeel lijkt hij de wob gewoon te weigeren. Ofwel, ook als Kamerlid hoef je volgens de regering niet geïnformeerd te worden.

Daarom heb ik vandaag (12/6) onderstaande vragen gesteld om de documenten over het accijnsonderzoek boven tafel te krijgen. Hopelijk kan hij ze morgen gewoon sturen zodat we een debat over de feiten rond de accijnsverhoging kunnen voeren.

--------------------------

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-340542.pdf

2014Z10852

Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën

over het WOB-verzoek dat het lid Omtzigt bij de regeling van werkzaamheden van de

Tweede Kamer van 28 mei 2014 heeft gedaan (Ingezonden 12 juni 2014)

1

Heeft u kennisgenomen van het Wob-verzoek dat bij de regeling van werkzaamheden van 28

mei 2014 in de Kamer is gedaan?

2

Is uw antwoord in de brief van 11 juni 2014 over de “Evaluatie van de accijnsverhoging op

diesel en LPG” een weigering om de documenten, die in deze Wob-procedure gevraagd zijn,

beschikbaar te stellen?

3

Indien het geen weigering betreft, wanneer zult u dan een besluit op basis van de Wob

nemen?

4

Indien het een weigering betreft, waarom heeft u mij dan niet als eerste het besluit ter hand

gesteld en dit niet aan mij gericht?

5

Kunt u deze vragen met zeer grote spoed beantwoorden en het Wob-besluit met spoed nemen,

omdat het expliciet de bedoeling is deze documenten te betrekken bij het plenaire debat in de

Kamer over de evaluatie van de accijnsverhogingen?

 

WOB verzoek op 28 mei bij de regeling van werkzaamheden:

Ik verzoek om openbaarmaking van alle documenten die gaan over of betrekking hebben op het onderzoek naar de accijnsverhoging, en van alle vormen van communicatie, met inbegrip van uitgewisselde documenten, contra-rapporten, rapporten enzovoort. Daarbij gaat het om alle versies. Dit verzoek doe ik op basis van artikel 68 van de Grondwet, alsmede artikel 10 van het EVRM, dat in Nederland de vorm heeft van de Wet openbaarheid van bestuur. Ik wil gewoon de cijfers zien kloppen. Als de cijfers er zijn — ze kunnen voor afdoening gewoon naar de Tweede Kamer worden gestuurd — wil ik een debat voeren met de staatssecretaris van Financiën

Antwoord op 11 juni:

“De leden van de fractie van het CDA merken op dat zij bij de regeling van werkzaamheden een Wob-verzoek gedaan hebben en doen het verzoek de gevraagde stukken bij de beantwoording van deze vragen ter beschikking te stellen. De heer Omtzigt verzocht tijdens de genoemde regeling van werkzaamheden om openbaarmaking van alle documenten die gaan over of betrekking hebben op het onderzoek naar de accijnsverhoging, en van alle vormen van communicatie, met inbegrip van uitgewisselde documenten, contra-rapporten, rapporten inclusief conceptversies. Daarbij is een beroep gedaan op artikel 68 van de Grondwet en de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De heer Omtzigt heeft daarbij aangegeven dat het hem om de cijfers te doen is.

Het toetsingskader waarbinnen ik dit verzoek beoordeel is dat van artikel 68 Grondwet. De informatieplicht aan het parlement krachtens de Grondwet reikt immers in alle gevallen ten minste even ver en soms verder dan de verplichting informatie openbaar te maken op grond van deWob. In dit kader verwijs ik ook naar de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de reikwijdte van artikel 68 Grondwet.”

 

Vervolgens volgt openbaarmaking van geen enkel document.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.