19 januari 2018

CDA kritisch over studies treinverbindingen Amsterdam- Berlijn en IJssellijn

Het CDA hecht een groot belang aan het verbeteren van de spoorverbindingen in Oost-Nederland en onderschrijft ook nog steeds de lijn de is uitgezet met de lange termijn spooragenda Oost. (LTSA-Oost.) En de studies die zijn besproken tijdens de commissievergadering op 17 januari zijn ook in lijn met deze agenda. De spoorlijnen Almelo-Zwolle en Zwolle-Deventer staan in de top 5 van de gewenste verbeteringen in Oost-Nederland en zijn de enige trajecten in Overijssel in deze top 5. 

Amsterdam-Berlijn: Waarom geen studie naar verbeteren huidige route via Deventer? 
Woordvoerder Bart van Moorsel had in de commissie behoorlijk wat vragen voor het college: "In de studie wordt gekeken naar de mogelijkheden om de reistijd van Amsterdam naar Berlijn te verkorten. Dit is belangrijk, al was het maar dat daarmee ook de reistijd tussen Twente en Amsterdam korter wordt. Dit kan onder andere door de route te verleggen. Ook is het mogelijk de oude of de nieuwe route te verbeteren. Wat opvalt aan deze studie, dat alternatieven worden uitgewerkt waarbij alleen de nieuwe route via Zwolle wordt verbeterd. Wat buiten beschouwing blijft, vreemd genoeg, zijn de alternatieven waarbij de bestaande route wordt opgewaardeerd. Kan de gedeputeerde aangegeven waarom deze alternatieven niet zijn onderzocht in deze studie? In de LTSA-Oost uit 2014 is vastgelegd dat reistijdwinst kan worden gehaald door het bestaande traject via Deventer te verbeteren. Letterlijk staat in de LTSA: "Op de korte termijn ligt het voor de hand om te onderzoeken hoe de bestaande verbinding over Amersfoort-Deventer-Hengelo kan worden verbeterd." Heeft dat onderzoek inmiddels plaats gevonden? Of kunt u aangeven wanneer dat onderzoek gaat plaats vinden? Het opwaarderen van de bestaande route heeft bovendien als voordeel dat de reistijd tussen Twente en Utrecht, Den Haag en Rotterdam ook korter wordt. Zijn alle voor- en nadelen van beide routes wel voldoende in beeld? Bent u bereid deze in beeld te brengen? Op 12 oktober jl heeft de Regio Stedendriehoek per brief aan uw college laten weten onaangenaam verrast te zijn door het rapport. In die brief worden bedenkingen geuit tegen de onderzoeksopzet en de resultaten. Heeft u inmiddels hierover contact gehad met de regio Stedendriehoek? En heeft u hun bedenkingen kunnen weerleggen? " 

IJssellijn: verwachte kosten verbetering spoorlijn niet te hoog ingeschat?
Ook de IJssellijn (de treinverbinding tussen Zwolle en Deventer (en verder naar Zutphen en Arnhem) kwam aan bod tijdens de commissie. Er werd gesproken over een studie naar het verbreden van het spoor van enkel naar een dubbelspoor tussen Olst en Deventer. De studie erkent het belang van het dubbelspoor tussen Olst en Deventer, maar komt helaas tot de conclusie dat de kosten niet opwegen tegen de baten.

Woordvoerder Bart van Moorsel legt uit: "Het lijkt een heldere conclusie, maar er wordt wel uitgegaan van enorme kosten terwijl het volledige traject al op breedte is. Het grind en de viaducten liggen er al. Alleen de bielzen, de spoorstaven en de geluidsvoorziening ontbreken nog. Dat kan toch geen 134,8 euro kosten voor 8,4 km? Dat is ruim € 16 miljoen euro/km. Als we de nieuwe portalen niet meerekenen kom ik nog steeds uit op 98,8 miljoen = 11,8 miljoen per /km Ook als we het vergelijken met de kosten van de verdubbeling van het spoor tussen Almelo en Zwolle uit het andere rapport is het veel te hoog. Daar kost verdubbeling 10,9 - 14,2 € /km, terwijl daar bijvoorbeeld de grond nog moet worden aangekocht, kunstwerken moeten worden verbreed. Wij hebben onze twijfels bij de prognose van de kosten, ook in vergelijking tot eerdere schattingen. Kunt u iets meer inzicht geven hoe deze cijfers waar deze cijfers op zijn gebaseerd? En verder de vraag of het ook mogelijk is dat met beperkte investeringen, bijvoorbeeld door alleen het aanleggen van een passeerspoor halverwege Olst en Deventer, de punctualiteit op dit traject niet tegen lagere kosten kan worden verbeterd? Veel vragen, maar de antwoorden zijn wat ons betreft nodig om tot een goed oordeel over deze rapporten te komen." 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.