28 augustus 2018

Zomercolumn: Overijssel, wietschuur van Europa?

Nederland heeft de reputatie van een ‘narcostaat’ en daar moeten we allesbehalve trots op zijn. Een ‘alleingang’ met legale wiet zal deze reputatie versterken en leiden tot meer drugstoerisme.

Nederland heeft veel in huis om buitenlandse toeristen te trekken. Onderdeel van onze reputatie is echter ook dat je in Nederland overal makkelijk aan drugs kunt komen. Veelzeggend is de naam van de cannabisstore die ik deze vakantie aantrof in de hoofdstraat van de Italiaanse havenstad Ancona: Amsterdam (foto). Ook in de grensstreek zijn we bekend met de aanzuigende werking die coffeeshops hebben op buitenlandse drugstoeristen en de effecten daarvan op de leefbaarheid van gemeenten.

Dé producent
Nederland dankt zijn reputatie als drugsland niet alleen aan de vele coffeeshops. Het EU Drugs Market Report (2016) wijst Nederland aan als dé producent, verwerker en doorvoerder van drugs binnen de EU. Een industrie met bijna 19 miljard euro omzet, becijferde de Politieacademie recent. Deze handel gaat gepaard met criminaliteit, geweld, ondermijning van de rechtsstaat en overlastgevend drugstoerisme. De Tilburgse oud-burgemeester Peter Noordanus waarschuwde vorig jaar tijdens een symposium in Zwolle over ondermijning al dat de goed georganiseerde criminele drugsindustrie langzaam maar zeker een ‘parallelle economie’ creëert. Dit raakt in toenemende mate ook onze regio. In Oost Nederland werden in 2017 de meeste wietkwekerijen opgerold (761 van in totaal 4670) en er is sprake van een forse toename van het aantal dumpingen van drugsafval (71 in 2017). Provincies helpen de rommel opruimen; wij voeren een (ontoereikende) rijksregeling uit die een deel van de opruimkosten van achtergelaten drugsafval vergoedt aan gemeenten, terreinbeheerders en andere grondeigenaren.

Argusogen
Tegen deze achtergrond is het de vraag wat het kabinet eigenlijk denkt te bereiken met het toestaan van experimenten met legale productie en levering van wiet. Oke, de bevoorrading van coffeeshops vindt in de betreffende gemeenten dan niet langer via een illegale achterdeur plaats. Maar dit neemt criminelen die internationaal handelen in cannabis, XTC en andere pillen en poeders nog niet de wind uit de zeilen (NB: naar schatting 70 tot 90% van de productie is bestemd voor de export). Het verder legaliseren van wiet voor recreatief gebruik - een vervolgstap waarop de voorstanders van de experimenten hopen - zal bovendien het drugstoerisme stimuleren, aangezien de verkoop dan ook moet worden toegestaan aan niet-Nederlanders. In Vlaanderen hebben diverse burgemeesters van grensgemeenten aangegeven zich grote zorgen te maken over de effecten voor hun inwoners en te hopen op overleg. En ook bij onze Duitse buren wordt de aangekondigde stappen richting “Gras vom Staat” met argusogen gevolgd.

Reputatie
In de discussie over (experimenten met) legale wiet is tot dusverre weinig aandacht voor de reputatie van Nederland, het drugstoerisme en de gevolgen voor grensregio’s. Persoonlijk ben ik daarnaast vooral bezorgd over wat (een stap richting) legalisatie betekent voor het drugsgebruik onder jongeren. Het gebruik van drugs - ook wiet - is schadelijk en potentieel verslavend en verdere normalisatie is wat mij betreft dan ook een verkeerd signaal. Hoe dan ook zal Nederland echter geen concrete stappen richting legalisatie kunnen zetten zonder aanpassing van internationale verdragen en medewerking van andere EU-lidstaten. En we zouden die stappen vanwege de grenseffecten ook niet moeten willen zetten.

Aanpakken
Laat de regering daarom vooral werk maken van de aanpak van de drugshandel en ondermijnende criminaliteit. Minister Grapperhuis kwalificeerde de hoofdrol van Nederland op het terrein van productie en handel in drugs onlangs terecht als “beschamend”. Het regeerakkoord bevat mooie voornemens over grensoverschrijdende samenwerking met Duitse deelstaten en Vlaanderen. Het drugsbeleid zou hierop geen uitzondering moeten zijn; dit thema leent zich niet voor een ‘alleingang’.

 

Lees ook andere columns van Eddy: 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.