27 januari 2020

Raadsvragen Paasvuren

Afgelopen week heeft de CDA-fractie gehoord en gelezen, dat het zeer waarschijnlijk is dat er tijdens de komende paasdagen geen paasvuren meer worden georganiseerd. Een aantal organisatoren houdt het voor gezien en een aantal zijn hierover nog in beraad.
De reden die door betreffende organisatoren wordt aangegeven is de handhaving op de strenge voorwaarden en regelgeving. Overigens gaf het persbericht van afgelopen vrijdag wel iets meer duidelijkheid.

De CDA-fractie zou het erg teleurstellend vinden als deze traditie in de geschiedenisboeken verdwijnt. Natuurlijk hebben wij oog voor veiligheid en begrijpen wij dat er voldoende maatregelingen genomen moeten worden om deze te garanderen. Paasvuren zijn een traditie, het is MEER dan een bult takken in de fik steken. Het brengt saamhorigheid, het brengt buurtschappen en dorpskernen samen. Het is een onderdeel van onze cultuur/historie dat verloren dreigt te gaan. Juist deze activiteiten maakt een buurtschap of dorpskern levendig en STERK. Er worden binnen onze gemeente middelen beschikbaar gesteld om activiteiten te organiseren, er is een cultuurcoach/makelaar, maar intussen laten we dat wat we al hebben tussen de vingers wegglijden. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

De vragen die Bert Ruitenberg namens de CDA-fractie aan het college heeft gesteld:

  1. Wat is de beleving van het college bij de paasvuren?
  2. Heeft het college de paasvuren de afgelopen jaren als “risicovol” beschouwd?
  3. Had het college voorzien dat de organisatoren zouden gaan afhaken door te handhaven op de reeds geldende regelgeving?
  4. Is er door het college gekeken naar alternatieven om de organisatoren te ondersteunen bij de organisatie van dit evenement?

De burgemeester geeft in haar beantwoording aan dat ze ziet dat het Paasvuur graag als traditie wordt voorgezet, maar dat dit op een veilige en verantwoorde manier moet gebeuren. Als CDA-fractie blijven we actief betrokken op dit onderwerp!

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.