14 november 2019

Ondersteuning bij het huishouden

Het is voor de oplettende inwoner bijna niet meer te volgen. Van tijd naar resultaatgerichte huishoudelijke ondersteuning, naar resultaatgericht met toevoeging van tijd, totdat er een mogelijke wetswijziging zal plaatsvinden, zoals de minister dit heeft aangegeven in een brief en er dan naar alle waarschijnlijkheid weer een wijziging zal komen als het gaat om ondersteuning in het huishouden en de wijze van indicering en uitvoer.

Dit laatste kan nog 2 jaar duren, dus is het zaak dat wij het voor onze inwoners nu op orde hebben. Maar dat is lastig gebleken, gezien de afgelopen periode.

Vanuit het CDA hebben wij altijd gestaan voor een schoon en leefbaar huis en is, op basis van resultaatgerichte inzet van ondersteuning bij het huishouden, in de afgelopen jaren getracht maatwerk te bieden.

Inmiddels zijn we door de tijd ingehaald, gezien de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 6 februari jl. En is er wat betreft het CDA, gezien de uitspraak van het CRB, geen discussiepunt meer op basis wat nog wel of niet te doen. Feit is dat de uitspraak leidend is in alle keuzes en beslissingen die er vanaf dat moment genomen moeten worden, want daarin volgen we de wet.  Toch is er in de afgelopen periode veel gezegd en gedebatteerd op dit onderwerp, met voor het CDA helaas niet de gewenste uitkomst richting inwoners.

Dit ten spijt richting onze inwoners, want daar waar er juist duidelijkheid verschaft moest worden, werd het alleen nog maar onduidelijker. Van vragen waar iemand echt recht op heeft qua normen, tot aan wat dat in de praktijk betekent in het kader van tijd en de bijbehorende werkzaamheden.

Tijdens de raadsvergadering van dinsdag 5 november heeft het college wederom aangegeven vast te houden aan de koers die is ingezet en dat het iedereen natuurlijk vrij staat om bezwaar aan te tekenen tegen de geboden ondersteuning in het huishouden zoals verwoord in het raadsvoorstel.

In de praktijk werkt het zo dat degene die de weg weet en krachtig genoeg is, dit kan realiseren met of zonder hulp van externen.

Helaas hebben wij wat betreft inwoners die afhankelijk zijn van OH ook met een groep kwetsbare inwoners te maken, die daar niet krachtig genoeg voor zijn, de weg niet weten of daar de middelen niet voor hebben.

Op basis van rechtsongelijkheid heeft het CDA dan ook nadrukkelijk aangegeven hier heel veel moeite mee te hebben. Het CDA vindt dat het college verantwoordelijk is voor een duidelijke communicatie, met heldere afspraken op basis van de juiste normen en dit alles in goede afstemming en samenwerking met de zorgaanbieders. Want zij moeten uiteindelijk de juiste hulp en Ondersteuning bij het Huishouden bieden aan onze inwoners die daarvoor in aanmerking komen.

In plaats van de helpende hand te bieden, zorgt het College op basis van het beleid van Ondersteuning bij Huishouden voor rechtsongelijkheid.

Naar aanleiding van de raadsvergadering van 5 november konden we zaterdag 9 november in diverse media lezen dat waar wij bang voor waren, waarheid wordt. Met de kop ‘Massaal verzet tegen thuishulp’ geeft onze samenleving uiting aan het feit dat ze het dan maar zelf gaan oplossen door een helpende hand uit onverwachte juridische hoek. Een jurist en een advocaat bieden kwetsbare inwoners de kans  om massaal in beroep te gaan op de geboden ondersteuning en indicering. Het CDA is van mening dat dit voorkomen had kunnen worden. Wij denken dat door de actie van de jurist en advocaat de financiële schade voor de Gemeente vele male groter zal zijn dan van tevoren bedacht. En dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.

Wij hebben het college op basis van het artikel dan ook een aantal art.35-vragen gesteld. Hierop zullen wij binnenkort antwoord krijgen en dit zullen we uiteraard met u delen. Wordt dus vervolgd…..

Sara Nijenhuis, woordvoerder zorg namens de CDA-fractie

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.