02 februari 2021

Rubberbandenverwerker naar Enschede

De Enschedese CDA-fractie heeft op 5 oktober 2021 ook al schriftelijke vragen gesteld over de mogelijke komst van een rubberbandenverwerker naar het Havengebied van Enschede. Het college heeft in de beantwoording aangegeven geen enkele reden te zien om een dergelijk vervuilend bedrijf uit Enschede te weren. Het college lijkt de komst ervan zelfs toe te juichen.

Ditzelfde bedrijf heeft op verschillende plekken in het land geprobeerd zich te vestigen. Sinds de uitspraak van Raad van State moet het bedrijf zelfs verdwijnen uit de gemeente Lochem (dorp Almen). Inmiddels hebben verschillende inwoners en ondernemers van Enschede hun zorgen bij ons geuit over de mogelijke komst van de rubberverwerker. Het CDA Enschede begrijpt deze zorgen en wil nu nogmaals met hoge urgentie het college bevragen over de mogelijke komst van dit bedrijf.

Het CDA denkt op basis van eerdere antwoorden dat het college niet goed in beeld heeft om wat voor bedrijf het gaat. Daarnaast moeten de baten tegen de kosten opwegen en mag het Havengebied niet het afvoerputje worden van Nederland.

Daarom stelt de Enschedese CDA-fractie de volgende rondvraagvragen aan de portefeuillehouder:

  1. Erkent de portefeuillehouder c.q. het college dat met de komst van een dergelijke rubberbandenverwerker grootschalige gezondheids- en milieurisico’s gemoeid gaan? Wat is de mening van de portefeuillehouder c.q. het college over de mogelijk risico’s?
  2. In hoeverre is de portefeuillehouder c.q. het college bereid om op korte termijn een kosten-batenanalyse uit te voeren over de komst van de rubberbandenverwerker en de uitkomsten van deze analyse met de gemeenteraad te delen?
  3. Welke rol heeft de provincie Overijssel en is er gesproken met de provincie Overijssel over de komst van de rubberbandenverwerker in Enschede? Welk standpunt neemt de provincie Overijssel in en waarop is dat standpunt gestoeld?

Mart van Lagen | CDA Enschede

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.