23 juni 2021

Inbreng Algemene Beschouwingen Kadernota

Voorzitter,

Afgelopen week zei iemand, die de bezuinigingsdiscussie op de voet volgde, tegen mij: ‘Die bezuinigingsoperatie van de gemeente geeft mij het gevoel van: operatie geslaagd, patiënt overleden.’
Ik kom hier aan het eind van mijn betoog op terug.
 

Onze gemeentekas staat de komende jaren nog in het schelle licht van bezuinigingen. We hebben er in 2021 veel tijd aan besteed en spraken er breed over met een historisch aantal inwoners. Op het laatste moment sprong het rijk nog bij met circa 1,2 miljoen voor onze gemeente, wat de vooruitzichten voor 2022 licht verbetert. Het CDA gaat ervan uit, dat het rijk als gevolg van de arbitrage-uitspraak ook de komende jaren zo’n bedrag bijpast, waardoor Olst-Wijhe jaarlijks één miljoen of meer extra ontvangt.
Maar ook met extra geld voor de hulp aan onze jeugdigen komen we nog tekort op onder meer de Wet maatschappelijke ondersteuning. En dan is er nog een lijst met allerlei nieuw beleid, dat we uit arren moede maar hadden geparkeerd. Er liggen nu voorstellen om de meest dringende zaken uit die lijst toch op te pakken. Want de tijd staat niet stil en vergt andere werkwijzen.
Het college heeft na het horen van onze inwoners gekozen voor de middenweg. Het nu lagere tekort van 2022 via een dragelijke verhoging van de onroerendzaakbelasting opvangen, waardoor we onze financiële reserves geleidelijk weer aanvullen en ingrepen, die maatschappelijk hard doortikken, matigen.
Het begroten van onze inkomsten en uitgaven voor de jaren tot en met 2025 wordt dus spannend. We hebben nog enkele maanden tot we echt gaan begroten en zijn het eens met de lijn die het college daarvoor voorstelt. Als CDA durven wij wel incalculeren, dat het rijk ook de komende jaren sociaal geld bijpast.

Economie

De CDA-fractie wil aangesloten blijven bij de regionale samenwerking Zwolle, waaraan nu 22 gemeenten en vier provincies meedoen.
Via de regio kunnen we werkgelegenheid scheppen, verbindingen leggen van werk naar werk via omscholing en bewijzen dat we onze investeringen meer dan terugverdienen, daarom moet de regio zich beter in beeld brengen.
Er is een werkgroep regionale samenwerking in het leven geroepen, die op de gebieden van samenwerking beter kijkt naar resultaten.
Ondernemers gebruiken de regio om kennis en ervaring te delen, een groter netwerk op te bouwen en doen hun voordeel met Kennispoort, waar zij in contact komen met professionals. Onderwerpen als controle op contracten, juridische afwegingen en advies bij vraagstukken rond verdeling van aandelen zijn juist ook voor startende ondernemers van belang.
De regio praat ook over actuele ontwikkelingen als personeelskrapte en economische groei of juist krimp van bedrijven en sectoren.
Een van de punten in ons raadsakkoord gaat over het aanjagen en stimuleren van vitaliteit in onze kernen door het scheppen van banen, die ons welvaart en welzijn brengen. Onze eigen economische visie sluit hierop aan, dus moeten wij brede samenwerking juist stimuleren en er niet op bezuinigen.

Recreatie en toerisme

Vorig jaar noemden wij recreatie en toerisme belangrijke dragers van onze economie. Er is veel veranderd in de tussentijd, maar dat niet. Corona was moeilijk voor bedrijven en detailhandel en daardoor zijn zaken als toerisme en de lokale markt belangrijker geworden.
Veel horecaondernemers hebben initiatieven in die richting ontwikkeld om zich op de kaart te zetten, maar ook uit pure noodzaak het hoofd boven water te houden.
Dat blijkt niet alleen aantrekkelijk voor gasten van buiten, maar onze eigen bevolking geniet veel meer dan vroeger van eigen omgeving, dorp en natuur.
Langzaam komen horeca, detailhandel en initiatieven weer van de grond. Kijk naar de Fietsbiënnale, het Rondje pontje en al die andere initiatieven. Zo trekken we geld van buiten en houden we eigen bestedingen meer binnen de gemeentegrenzen.

Onderzoek naar gebruik gemeentehuis en Holstohus

Corona heeft mede door thuiswerken ons gebruik van kantoorruimte veranderd. Dat geldt ook voor onze ambtelijke organisatie en de uitvoeringsorganisaties in onze gemeente. Uit intern onderzoek over thuiswerken blijkt, dat een meerderheid van de ambtenaren meer of minder thuis kan of wil blijven werken.
We hebben al jaren een overschot aan vierkante meters. Daarom is een aantal vierkante meters, vooral op de begane grond, inmiddels verhuurd. Door meer thuis te werken in combinatie met flexwerkplekken kan het gemeentehuis anders worden gebruikt en ingevuld.
Ook het Holstohus in Olst kampt met exploitatieproblemen en te lage bezetting.
De CDA-fractie acht de tijd rijp om te onderzoeken of het anders en efficiënter kan. Wij denken dat de activiteiten in het Holstohus ook een plek kunnen krijgen in het gemeentehuis, met als voordeel korte lijnen met uitvoerende organisaties als Uthuus.
We beseffen heel goed, dat sluiting van een gemeentelijke servicebalie in Olst gevoelig ligt, al zijn de afstanden binnen Olst-Wijhe redelijk in vergelijking met andere gemeenten.
Welke gevolgen het heeft voor het centrum van Olst als je zo’n gebouw een andere functie geeft, bijvoorbeeld wonen. Kan de bibliotheek dan meeverhuizen naar Wijhe? Houdt Olst voldoende ruimtes voor sociale contacten en vergaderingen?
Deze stap is niet zomaar gezet, maar na tien jaar Olst-Wijhe is het tijd dit te onderzoeken. De CDA-fractie zal bij de kadernota een motie indienen om een onderzoek te doen naar mogelijkheden deze gebouwen efficiënter te gebruiken.

Sociaal domein

De tekorten in onze gemeente worden zoals bekend voor een groot deel veroorzaakt door te weinig rijksgeld voor de uitvoering van de sociale zorg op gemeentelijk niveau, zoals voor onze jeugd en voor wie maatschappelijke ondersteuning nodig hebben.
Wat betreft die maatschappelijke steun is ‘strenger’ zijn bij de toekenning de enige oplossing om de kosten te verlagen. Vooral rekening houden met de inkomsten van een aanvrager kan daar medebepalend in zijn, zonder echt een inkomensafhankelijk tarief te hanteren. Wat het CDA betreft mag dit in de keukentafelgesprekken naar voren komen. We hopen wel dat de Tweede Kamer alsnog een wet aanneemt die de inkomensafhankelijke regeling herstelt.

Minimabeleid

De CDA-fractie is vierkant tegen ingrepen in het sociaal domein. Dat hebben we altijd kenbaar gemaakt. Het kan niet zo zijn dat de financieel zwaksten de dupe worden van de krappe kas van de gemeente. Dat betekent afzien van een bezuiniging en daarvoor andere dekking zoeken.
Wij hebben daarvoor enkele andere voorgenomen posten uit het voorstel voor de kadernota op het oog, die samen het daardoor ontstane tekort dekken. In ons amendement gaan we daar concreet op in.
Deels zien wij die in het minder intensief, maar wel effectief aanpakken van re-integratietrajecten. Zo’n aanpak leidt niet tot meer uitkeringsgerechtigden.
Uit een vorige week gepubliceerd onderzoek van het UWV blijkt het effect van re-integratie miniem. In Olst-Wijhe schommelt het aantal uitkeringsgerechtigden al jaren rond de 200, van wie er behoorlijk veel moeite hebben bij onze maatschappij aan te haken. We hopen dat een meerderheid van de raad ons hierin steunt, maar horen graag de motivatie van het college voor deze bezuiniging.

Ouderen en hun leven

We worden steeds ouder en zijn vaak gezond en fit genoeg om nog lang mee te draaien. Sportend, bewegend, deelnemend aan vele activiteiten en vaak nog onderdeel van de ruggengraat van onze verenigingen en clubs.
Veel ouderen ontdekken gaandeweg met hulp van ouderenbonden en commerciële partijen dat de computer en sociale media geen hogere wiskunde zijn. En ontdekken dan een nieuwe digitale wereld.
Maar dat is niet voor iedereen weggelegd en dan liggen eenzaamheid en een steeds grotere afstand tot de maatschappij op de loer. Waarbij een mindere gezondheid ook niet helpt. Of financiële beperkingen door een laag pensioen, dat al jaren niet meer stijgt.
In onze gemeenten krijgen veel ouderen steun van onder meer ouderenbonden, kerken en Dag en Doen om onderlinge contacten op peil te houden.
De CDA-fractie bezuinigt daarom liever niet op dit maatschappelijk werk, maar wellicht kan het efficiënter? Worden de verbindingen tussen de hulpverleners voldoende benut?
In de recente peiling gaven inwoners aan, dat activiteiten als van Dag en Doen wellicht ook kunnen worden ondergebracht bij andere organisaties. Ook bestaan nog tal van schotten tussen ouderdomswetten als de WMO en de Wet langdurige zorg. De ouderenzorg wordt nog steeds benaderd vanuit die wetten en dat levert in de praktijk belemmeringen op. Zo werkt de kostentoewijzing lang niet altijd in het belang van de ouderen.
Hoe worden op dit moment de keukentafelgesprekken gevoerd? Echt aan de keukentafel? En zit altijd een ondersteuner aan tafel bij deze gesprekken?

Natuur, klimaat en meer

De aarde, leefbaarheid en volksgezondheid staan onder druk. Wij willen te veel als mens en samenleving. We putten de grond uit, vervuilen de lucht en maken onszelf ziek. Extreme klimaatverschijnselen en minder biodiversiteit zijn een tastbaar gevolg. De energietransitie en verduurzaming zijn noodzakelijk en urgent. Ook in gemeentelijk beleid.
De noodzakelijke transities zijn alleen mogelijk door het samen te doen. Duurzaamheid begint thuis, in de eigen leefstijl en leefomgeving. Wij geloven in de kracht om als gemeenschap te bouwen aan de (duurzame) samenleving. Daarom is het belangrijk dat onze inwoners en bedrijven optimaal worden ondersteund en gefaciliteerd bij verduurzaming en de energietransitie. Trajecten als energie neutrale kernen en het uitvoeringsprogramma duurzaamheid zijn hiervoor belangrijk. Daarmee kun je als individu, gemeenschap of bedrijf stappen zetten in de CO2-reductie.
Wij ondersteunen trajecten voor voedselketens, die het lokaal produceren en consumeren bevorderen. Onze boeren zijn onderdeel van de leefomgeving. Samenwerking en verbinding maken dat mogelijk. Wij ondersteunen dan ook de Salland Deal, Kostbaar Salland, Land van Waarde en Salland boert en eet bewust. Deze innovatieve en duurzame trajecten verbinden agrariërs, maatschappelijke organisaties en inwoners. Ze nemen samen verantwoordelijkheid voor vraagstukken rond klimaat, landbouw, biodiversiteit en landschap. Deze lokale netwerken kunnen de omslag maken naar landschap inclusieve landbouw, waarin de waarde van mens, natuur en milieu centraal staat.
Wat betreft de energietransitie geloven wij in de kansen van monomestvergisting. Naast productie van groen gas is het een goede optie om stikstofuitstoot te verlagen, gebruik van kunstmest te verminderen en kringlooplandbouw te stimuleren.
Datzelfde geldt voor zon op bedrijfsdaken. Wat ons betreft moeten alle daken worden vol gelegd en financiële en bureaucratische belemmeringen uit de weg geruimd. Zodat onze lokale bedrijven en boeren volop kunnen meewerken aan de energietransitie. Het wordt tijd dat het kabinet, zowel voor monomestvergisting als voor zon op bedrijfsdaken, deze initiatieven mogelijk maakt.

Wonen in Olst-Wijhe

Het staat vaak in gemeentelijke documenten: ‘Het is prettig wonen in Olst-Wijhe.’ En dat is het ook.
Maar geldt dat voor iedereen? Want starten op een steeds duurdere woningmarkt is een probleem aan het worden.
Het aanbod versmalt en ook in de huursector is het lang wachten op een betaalbare woning, al groeit het aantal huurwoningen wel. Als het aan het CDA ligt, zouden we daar meer vaart in willen. Niet alleen in de vorm van nieuwbouw, maar ook door opsplitsing van grotere eengezinswoningen.
Wordt die mogelijkheid onderzocht? Heeft Salland Wonen voldoende geld om woningen op te splitsen? Misschien kan de wethouder toelichten hoe hij dat ziet. Ook de kostdelersnorm draagt niet bij aan oplossen van de woningnood. We moeten meer bouwen voor middeninkomens, dus hoe pakken we dat aan?
Bouwen in het buitengebied loopt steeds vaker via de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO) en ook daar zou meer oog moeten zijn voor sociale woningbouw, wat in de praktijk kan betekenen dat het aantal woningen op een project omhoog moet.
Dat stedelingen ons deel van het land waarderen en zich er vestigen hoeft geen enkel probleem te zijn, mits we maar oog houden voor de woonwensen van onze inwoners. Dus hoe gaan we verder met het buitengebied? Wanneer krijgt inbreiding de voorkeur boven bouwen op een weiland? Hoeveel ruimte voor inbreiding hebben we nog, uitgaande van 1000 tot 1200 woningen in de komende tien jaar? Welk deel daarvan worden sociale en betaalbare woningen? Wat is de visie van het college hierop?

Tot slot

Voorzitter,

het citaat uit mijn eerste zin heeft mij aan het denken gezet. Hoe staan we er eigenlijk echt voor?
We zijn een uitvoeringsorgaan voor de WMO, Jeugdwet, Participatiewet, hebben weinig beleidsruimte en zijn financieel gekneveld door het rijk. Voor de benodigde personeelssterkte is geen geld, ook niet voor nieuw beleid, terwijl dat moet zorgen dat we een vitale plattelandsgemeente blijven.
Weliswaar verkeren wij niet in een hopeloze situatie, maar we kunnen ook niet zo door blijven gaan.
Ik put hoop uit de grote betrokkenheid van onze inwoners bij de discussie over de bezuinigingen. Dat leert mij en mijn fractie dat het gesprek met onze inwoners niet alleen in slechte tijden, maar doorlopend gevoerd moet worden.
Wij moeten meer en meer die verbinding leggen; dat is investeren in de toekomst. Onze ambities liggen in investeren in een vitaal platteland, in welzijn, in leefbaarheid en milieu en klimaat

ZOLANG WIJ DAARIN SLAGEN IS DEZE PATIËNT NOG SPRINGLEVEND.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.