30 juni 2020

Integriteitsonderzoek

Tijdens de raad van 30 juni is de rapportage integriteitsonderzoek van bureau Bing behandeld naar aanleidng van uitspraken van voormalig wethouder Krale over het handelen van wethouder Mulder. Onderstaand de bijdrage van Jacob Spiker namens de CDA fractie.

Een integriteitsonderzoek is altijd vervelend en we zijn dan ook blij dat de onderzoekers concluderen dat schending van integriteit niet is aangetoond. In mijn bijdrage zal ik vooral refereren aan passages uit het rapport en daarbij niet tot het college of wethouder spreken, maar net als de onderzoekers, het hebben over betrokkene en de voormalig wethouder.

De reden voor het onderzoek zijn berichten in een krant naar aanleiding van uitspraken van onze oud wethouder. Uitspraken die hij op persoonlijke titel heeft gedaan, waarvan de timing naar ons idee wat ongelukking was en waarvan de koppen boven de artikelen wellicht nog meer impact hadden dat de inhoud zelf. Want heeft onze voormalig wethouder tegen de krant de gezegd dat betrokkene in dit onderzoek buiten de wet heeft gehandeld, dat hij juridisch niet integer was? Volgens mij niet.

Is er dan niets aan de hand geweest? Dat ook niet. In het rapport staan verwijzingen naar andere eerdere rapporten. Worden opmerkingen gemaakt over de coalitievorming en het vallen van de coalitie. De coalitievorming wordt genoemd als relevante context voor de feiten en omstandigheden waar het onderzoek zich op richt. En er zijn verwijzingen naar het rekenkamer rapport ‘De verleiding van de korte lijn’.

De verleiding van de korte lijn gaat over de vorige raadsperiode. Wij hebben voorafgaand aan dit Bing onderzoek voorspelt, dat er een bevestiging uit zou komen van dit rekenkamerrapport. Dat is weliswaar niet als zodanig omschreven in het rapport, maar komt wel steeds terug.

Een paar regels uit het Bing rapport om naast het niet aangetoond verklaren van integreteitsschending een indruk geven van hoe het zover is gekomen.

  • Betrokkene moest wennen aan zijn nieuwe rol als wethouder.
  • De stelling dat betrokkene zich als raadslid een rol heeft aangemeten richting inwoners, die voor het vorige college van B&W een lastige was, vindt bevestiging.
  • Dat er discussie is geweest over het interveniëren in elkaars portefeuille en over het vermeende niet nakomen van coalitieafspraken, wordt eveneens bevestigd.

Hieruit blijkt dat er weliswaar geen sprake is van integriteitsschending, maar het schuurt wel aan tegen de grens van morele verantwoordelijkheid. Betrokkene heeft zijn invloed veel en niet altijd goed gebruikt. Invloed bij de omgevingskamer, invloed als verantwoordelijk portefeuillehouder financiën ed. Het opzoeken van de randen van beleid en regelgeving.

We vinden het jammer dat de oud gemeentesecretaris en de oud voorzitter van de omgevingskamer niet hebben meegewerkt aan het onderzoek. Dit is geen verwijt aan de onderzoekers, die moeten uitgaan van hetgeen verklaard wordt door degenen die wel hebben meegewerkt. Maar het is jammer omdat juist deze mensen niet meer in de gemeente actief zijn.

Ik noem een voorbeeld. In gesprek met een inwoner werd mij verteld dat betrokkene bij hem is geweest over een kwestie met de gemeente. Dat was niet de portefeuile van betrokkene en mijn gesprekspartner wilde beslist niet dat ik hier iets mee deed omdat betrokkene dan wellicht in de problemen zou komen en de inwoner daar niet bij gebaat was. Ik noem dit, om aan te geven dat niet iedereen zich altijd volledig uitspreekt als er persoonlijke belangen zijn.

Hieruit blijkt ook dat betrokkene graag mensen wil helpen en altijd zoekt naar oplossingen. Maar daar wringt nu net de schoen. Niet altijd is een oplossing mogelijk en soms zit er een geschiedenis aan vast. Maatwerk is bij betrokkene met een hoofdletter geschreven. Onze voormalige wethouder heeft een groot gevoel voor rechtvaardigheid, en ging meer uit van de regels. Op zich was hij helemaal niet tegen maatwerk, maar het mocht geen willekeur zijn. En zo is het ook, maatwerk kan soms een oplossing bieden, maar we moeten er zeer zorgvuldig mee om gaan. Niet zonder een extra woning toestaan waar een ander dat niet mag of een illegale situatie legaliseren, waar in een vergelijkbare situatie gehandhaafd is. Altijd zorgvuldig afwegen of iets niet in strijd is met regelgeving en of precedentwerking op de loer ligt.

In een voorbeeld uit het Bingrapport wordt ook op een dergelijke manier gesproken over het aandragen van oplossingen door betrokkene. In het dossier Evenboersweg heeft betrokkene schijnbaar mogelijke oplossingen geschetst terwijl er daarvoor al oplossingen waren voorgesteld aan deze inwoner en ook een akkoord was bereikt over een oplossing. De betreffende inwoner heeft die oplossing weliswaar niet uitgevoerd, maar er was geen reden om weer met een andere mogelijkheid te komen en zeker niet door betrokkene omdat hier al en handhavingstraject liep. Dat was ook een lopende zaak vanuit de vorige bestuursperiode, waarvan in de coalitie was afgesproken deze te zullen respecteren. In het Bingrapport wordt ook bevestigd dat de handelswijze van betrokkene in dit dossier te ver ging, ook in zijn rol als wethouder.

Dan iets over het dossier Puntweg, wat in feite de climax is geweest van de grote verschillen van inzicht. Daarvan zegt betrokkene dat het CDA vragen heeft gesteld in een opiniërende raadsvergadering zonder dat die vooraf aan hem toegestuurd zijn. Dat zou tegen de afspraken zijn.

Er zijn vragen die we vooraf sturen, zodat eventueel nog iets uitgezocht kan worden en meteen een goed antwoord gegeven kan worden. maar we stellen ook vragen die we niet van te voren delen. Daarvan verwachten we ook een antwoord, maar het kan zijn dat een porteuillehouder daar niet meteen een afdoende reactie op heeft en er later schriftelijk op terug moet komen. Volgens mij doen alle fracties dat en is gewoon volgens de regels.

Als fractie wilden we op dit dossier meer duidelijkheid verkrijgen en dat is gebeurd. We waren echter niet overtuigd van de argumenten en hebben tegen het voorstel gestemd. De onderzoekers bevestigen dat uit de door ons gevraagde extra juridische toets is gebleken, dat er geen afdwingbaar recht was op een tweede bedrijfswoning. Wel moet de raad onderzoeken of het gebruik positief bestemd kan worden of dat een andere regeling getroffen kon worden.

Als CDA fractie hebben we gezegd dat het oorspronkelijke plan met een positief advies van de omgevingskamer, akkoord was. Vervolgens is een tweede woning toegevoegd aan het plan en had naar onze mening opnieuw de gang naar de omgevingskamer gemaakt moeten worden. Die had dan af kunnen wegen of en hoeveel zg. extra rood-voor-rood compensatie voor de tweede woning geleverd moest worden. Het plan was in onze ogen teveel veranderd ten opzichte van het origineel. De onderzoekers geven aan dat opmerkingen in het advies over het mogelijk ontstaan van precedentwerking, wel wat gemakkelijk terzijde is geschoven met de stelling dat situaties vrijwel nooit gelijk zijn. Maar zeggen ze erbij, dat dit onderwerp geadresseerd is aan de raad, en de raad heeft een besluit hierover genomen. 

Dat wij als CDA fractie tegen dit voorstel waren is niet vanwege het steunen van onze wethouder op dat moment, maar omdat we het geen goed voorstel vonden. Dat in de aanloop naar de besluitvorming de onvrede van onze voormalig wethouder over de gang van zaken een rol heeft gespeeld, klopt wel. Juist daarom wilden we de situatie goed uitgezocht hebben om zo tot een weloverwogen standpunt te komen. En wij denken dat er wel precedentwerking is, en eens, situaties zijn nooit 100% gelijk, maar dossier Evenboersweg toont wel gelijkenis.

De coalitie vorming en het vallen ervan, wat volgens de onderzoekers door verschillende betrokkenen is genoemd als relevante context voor de feiten en omstandigheden waar dit Bing onderzoek zich op heeft gericht. Dat is ook zo, sterker nog, in het vooronderzoek werd door betrokkene getwijfeld aan de integriteit van mij en mijn fractie. Dat dit onderwerp van onderzoek is geworden is daarom logisch en voor nu reden er op terug te komen.

Nadat SGP en CU meedeelden dat het college als 2 partijencoalitie verder zou gaan, heb ik tijdens een debat een regel genoemd uit een rapport van een externe consultant, namelijk dat een wethouder de grenzen opzoekt en bij tijd en wijle door anderen gecorrigeerd moet worden. Ik kom daar zo nog op terug.

Na aanvankelijk moeizame, maar uiteindelijk succesvolle onderhandelingen is een college van SGP, CU en CDA aan de slag gegaan. We hadden de overtuiging dat met de gemaakte afspraken, er ondanks de zeer verschillende persoonlijkheden, er een goed team zou staan. Achteraf bleek dat helaas niet zo te zijn. Uiteindelijk hebben alle collegeleden uitgesproken dat een goede samenwerking in de rest van deze bestuursperiode niet te verwachten was. Een externe consulent heeft dezelfde conclusie getrokken, door gaan heeft geen zin.  

De voormalig burgemeester heeft de bal bij de fractievoorzitters van de coalitie gelegd en gevraagd te komen met een oplossing. We hebben onszelf met een opdracht naar huis gestuurd om na te denken over een oplossing.

Als fractievoorzitters van de toenmalige coalitie hebben we vervolgens ook geconcludeerd dat het zo niet verder kon.

Als CDA hebben we toen gezegd, dat na de constatering dat er geen goede samenwerking in het college was en dat dossiers daardoor bleven liggen of vertraagden, dat ten koste gaat van de bestuurskracht en dus ten koste van de inwoners van Staphorst. Dat kon niet langer.

Dit was een gezamenlijke verantwoorlijkheid van drie partijen. De meest voor de hand liggende optie was volgenns het CDA, dat het college collectief zou aftreden of dat we als coalitiepartijen collectief het vertrouwen op zouden zeggen. Een nieuwe formateur zou vervolgens moeten kijken naar een nieuw team van wethouders, waarbij het niet ondenkbaar zou zijn dat één of twee wethouders terug zouden keren, of wie weet, zelfs allemaal met een andere portefeuilles.

SGP en CU waren echter niet bereid hieraan mee te werken, wilden onder geen beding hun wethouder laten vallen. Beide partijen gaven aan dat ze vonden dat het CDA het maar op moest lossen. Met andere woorden, zet er een andere wethouder neer en we gaan weer verder. Als CDA hebben we, alles overziende, inclusief het advies van een externe consultant, het vertrouwen opgezegd in het college. Vervolgens heeft onze wethouder zijn ontslag ingediend. In die volgorde en niet andersom, zoals betrokkene in het rapport zegt dat eerst de wethouder is opgestapt en vervolgens de partij uit de coalitie is gestapt.

Brengt mij bij de zinsnede uit het verslag van de externe consultant aangaande dat betrokkene de randen opzoekt en collega’s nodig heeft die hem tegenspel geven en corrigeren. Het uitspreken hiervan door ondergetekende heeft betrokkene als niet integer opgevat. De onderzoekers hebben hiervan gezegd dat er geen sprake was van een geheim verslag en dat van lekken uit een geheim verslag geen sprake is. Betrokkene geeft bij nader inzien aan, de uitspraken van ondergetekende niet chique te vinden. Ook omdat dit een summier stukje is uit een groter geheel. Dat laatste klopt, maar het is wel de essentie waar het over ging. En dat er afspraken waren om niet meer naar buiten te brengen is niet juist, wel hebben wij in eerste instantie uit onszelf aangegeven met een beknopte verklaring te komen om zo min mogelijk mensen te beschadigen en de weg voor een nieuw bestuur open te houden. Wanneer vrij lang daarna de mededeling komt dat SGP en CU om samen verder gaan, zonder aanvulling van de derde wethouder, vonden we het nodig om meer duidelijkheid te geven over ons terugtreden. Dat hebben we gedaan en de onderzoekers geven daarvan aan dat het voorstelbaar is dat door CDA een duiding wordt gegeven.

En wanneer we als drie partijen gezamenlijk de verantwoordelijkheid hadden genomen om het gehele college terug te trekken, was het naar onze mening niet zover gekomen dat er uitspraken naar buiten waren gebracht,  om reden waarvan we nu een onderzoeksrapport bespreken.

In het rekenkamer rapport ‘De verleiding van de korte lijn’ concudeerd de Rekenkamercommissie:

Het vorige college heeft bewust gekozen voor een consequente, zakelijke bestuursstijl. Collegialiteit en duidelijkheid zijn belangrijke waarden uit deze stijl, die een verandering in denken en handelen heeft gemarkeerd. Het veranderproces heeft de komende jaren aanvullende competenties nodig.

De Rekenkamercommissie adviseert het college om:

  1. de bestuursstijl van het vorige college te bestendigen en
  2. deze aan te vullen met de bestuursstijlen van de verbinder en de ambassadeur uit het Stijlenboek voor bestuurders.

Hoop niet dat we een stap terug gezet hebben…

Het Bing rapport geeft aan dat integriteitsschennis niet is aangetoond. Een rapport waaruit ook blijkt dat afspraken niet altijd zijn nagekomen en verschillend naar zaken gekeken werd. De onderzoekers merken op dat niet alleen de feiten maar vooral ook de beleving van feiten, in het onderzoek een belangrijke rol spelen. Dat die beleving van feiten er is, komt naar voren in dit onderzoek en is ook wat we regelmatig horen. Voor de conclusie dat sprake is van een integriteitsschending, moeten de feiten een duidelijke en deugdelijke grondslag hebben en daar zijn we het mee eens. Die grondslag ligt volgens de onderzoekers niet op tafel.

Wij stemmen in met het besluit de Rapportage integriteitsonderzoek Bing d.d. 18 juni 2020 voor kennisgeving aan te nemen en de kosten van het onderzoek ter hoogte van 40 duizend euro te verwerken in de voorgangsrapportage 2020.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.