10 oktober 2018

Parkeerkengetallen

De norm voor het aantal parkeerplaatsen bij woningen moet op minimaal 2 parkeerplaatsen per woning gesteld worden.

In de media lazen we dat Staphorst het hoogste voertuigbezit heeft van heel Nederland. In onze gemeente heeft 91,8% van de huishoudens 1 of meerdere auto’s voor de deur staan. Ter vergelijking, in buurgemeente Zwolle heeft slechts 70% van de huishoudens een auto.

Gemiddeld bezit een huishouden in Staphorst 1,5 auto.

Dit gegeven, dat we in Staphorst naast een kinderrijke gemeente, ook een autorijke gemeente zijn, heeft ons in de vorige coalitieperiode doen besluiten om bij nieuwe plannen op te nemen dat rekening gehouden moet worden met parkeerruimte voor 2 auto’s per woning.

Nu zijn we krap een half jaar bezig met een nieuwe raadsperiode en we krijgen een nota parkeerkengetallen waarin afstand wordt genomen van de 2 auto’s per woning. Dat verwondert ons ten zeerste. In deze nota wordt per categorie aangegeven hoeveel parkeerplaatsen er moeten komen wanneer er nieuwe plannen worden gemaakt. Voor een ‘normale gezinswoning huur’ zouden er bijv. 1,6 parkeerplaatsen moeten komen.

Er wordt in deze nota uitgegaan van normgetallen die vastgesteld zijn door een landelijk instituut dat daarbij kijkt naar de verstedelijking van een gebied. Voor Staphorst wordt uitgegaan van Weinig stedelijk. Dat lijkt op zich prima, maar het houdt er geen rekening mee dat we hier qua autobezit ver boven de landelijke gemiddelden zitten, ook voor weinig stedelijk gebied.

Kijken we naar het voorbeeld van De Slagen, waar we met z’n allen van zeggen: er is meer parkeerruimte nodig, dan vinden wij het verstandig dat we niet beknibbelen op parkeerplekken in nieuwe plannen. Aan de voorkant hebben we de kans om het goed te doen, laten we dan aansluiten bij de praktijk in Staphorst, en voor ieder type huishouden – of het nu om koop of huur gaat- gewoon een minimum van 2 parkeerplekken per wooneenheid aanhouden.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.