Onderwijs

Het is onze taak om kinderen thuis en op school goed voor te bereiden op hun rol en plek in de samenleving. Goed onderwijs biedt alle kinderen en jongeren de kans om hun talenten te ontwikkelen en uit te groeien tot volwaardige en betrokken inwoners. Hoewel de invloed van de gemeenten op de inhoud van het onderwijs beperkt is, moet er ook op lokaal niveau veel aandacht zijn voor onderwijs.

De school is vaak een van de eerste plekken waar een kind aanklopt voor hulp. Het is belangrijk dat scholen de weg weten naar de lokale toegang tot jeugdhulp. Het CDA vindt het belangrijk dat naast de ouders, ook de scholen en jeugdhulpinstellingen zich in gelijke mate verantwoordelijk voelen voor het welbevinden van het kind. Daarvoor wordt samengewerkt binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

In Nederland zijn ruim 2,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Voor hen is het moeilijk mee te doen in de samenleving. Dat is een ongekend hoog aantal en het is voor deze mensen een serieuze handicap in een wereld van internet, e-mail en social media. We moeten deze mensen de mogelijkheid bieden zich verder te ontwikkelen. Een brede aanpak van laaggeletterdheid is nodig en de gemeente kan samen met werkgevers, onderwijsinstellingen en gespecialiseerde instanties, meer doen om laaggeletterdheid snel te signaleren en aan te pakken. Prioriteit heeft daarbij de signalering en voortdurende communicatie over de bestaande voorzieningen om zo het gebruik hiervan te stimuleren.

De maatschappelijke stage is voor scholen niet verplicht. We willen dat scholen gestimuleerd worden om scholieren kennis te maken met maatschappelijke organisaties. Zo willen we dat jongeren ervaring opdoen in een bijdrage te leveren aan de samenleving en het werken in een (vrijwilligers)organisatie.

De gemeente dient blijvende aandacht te hebben voor het in stand houden van bibliotheken. Voor het doorontwikkelen van taal- en leesvaardigheden is een samenwerking van het onderwijs met de bibliotheken belangrijk.

De gemeente faciliteert en motiveert een netwerk van ondernemers en onderwijsinstellingen om de aansluiting van afgestudeerden op de arbeidsmarkt te bevorderen.

De gemeente moet zich inspannen om kleine scholen in de verschillende dorpen open te houden. Er moet voldoende plek zijn voor leerlingen in de schoolgebouwen. Een prettige leer- en stimuleeromgeving wordt ook gekenmerkt door voldoende ruimte. Bij het onderhoud van de scholen moet er goed worden gekeken of de beschikbare ruimte voldoende is en of er een aanpassing nodig is.
Schoolgebouwen moeten buiten schooltijd ook beschikbaar zijn voor maatschappelijke activiteiten. Zo kunnen bijvoorbeeld zorginstellingen en verenigingen gebruik maken van hetzelfde gebouw.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.