Debat over het bericht dat het UWV ten onrechte uitkeringen verstrekt aan gevangenen

Een bijzonder moment: mijn eerste deelname aan een plenair debat. En dat halverwege deze zittingsperiode. Tussentijds toetreden tot de Tweede Kamer is spannend: de meesten hier zijn al een tijdje onderweg, maar ik ben net ingestapt op een rijdende trein, of wellicht beter ‘een hoge snelheidstrein’ zoals ik de afgelopen tijd heb mogen ervaren.

Ik ben afkomstig uit de Hanzestad Kampen. Ik ben er geboren en getogen en er na mijn rechtenstudie in Groningen weer, met enig toeval, terecht gekomen. Kampen is een Hanzestad, onderdeel van het Hanzeverbond van een kleine 200 internationale steden en hun kooplieden in de 14de – 17de eeuw. Typische Hanzewaarden zijn: ondernemerschap, verbondenheid en samenwerking, durf en lef, burgerzin en gemeenschapszin. De internationale handel tussen de Hanzesteden bracht niet alleen economische voorspoed, maar vooral ook een vitale maatschappij: goed onderwijs, gezondheids- en ouderenzorg, kunst en cultuur, rechtspraak. Ook kwam de religieuze stroming van de Moderne Devotie in de Hanzetijd rond Kampen, Zwolle en Deventer tot bloei. Een stroming die zich fel keerde tegen uitwassen binnen de kerk en die een bescheiden en sobere leefstijl voorstond, met sterke onderlinge verbondenheid en gemeenschapszin waarin wordt omgezien naar elkaar.

Een belangrijke Hanzewaarde is de bereidheid tot consensus en samenwerking tussen overheid, werkgevers en werknemers. Dit vormt de basis van wat later het Rijnlandse Model is gaan heten. Mensen op de werkvloer aan het roer, staf en management in een ondersteunende rol. Het is stakeholders value in plaats van shareholders value of het aandeelhoudersbelang.

Voorzitter, ik voel me thuis in die regio met deze historie en waardentraditie.
En ik kijk ernaar uit om vanuit die traditie mijn bijdrage in dit Huis te mogen leveren: als Overijsselse, met een achtergrond in het recht, en ervaring als zelfstandige. Een bijdrage met christendemocratisch uitgangspunt: de mens staat niet op zichzelf, maar altijd in relatie tot een ander. Samen vormen we een gemeenschap en een samenleving. Laten we elkaar de ruimte geven om te zijn wie we, ieder afzonderlijk, zijn en daarnaast betrokken zijn bij elkaar: omzien naar je naaste(n). Of zoals dat in Oost-Nederland zo mooi heet: noaberschap. Ik hoop ook als Tweede Kamerlid dat mensen die betrokkenheid ervaren.

Voorzitter, dan de kwestie die hier vandaag voorligt. Honderden gevangenen die ongemerkt van het UWV een uitkering hebben ontvangen waar zij géén recht op hadden. Oplopend tot bedragen van tien- tot honderdduizenden euro’s per gedetineerde. Hoe is dit in Nederland mogelijk, vraag ik mij af. En ik niet alleen, dat doen ongetwijfeld ook al die andere Nederlanders, die hard werken of hard hun best doen om werk te vinden.

Voorzitter, wij verwachten van iedereen in dit land dat hij of zij zijn best doet om iets van het leven te maken. We zijn streng voor wie niet wil en behulpzaam voor wie niet kan. Dat is al jarenlang de basis van ons stelsel van sociale zekerheid, rechtvaardig en solidair. Waarin werken moet lonen. En de overheid te vertrouwen is.

Voorzitter, wat het CDA betreft gaat dit debat over veel meer dan alleen het zoveelste uitvoeringsprobleem van het UWV. De lijst van tekortkomingen is immers zo lang, dat van een ‘incident’, een ‘bedrijfsongeval’ allang geen sprake meer is. Niet alleen het vertrouwen in het UWV wordt ondermijnd, maar dat in de gehele overheid. Hoe kunnen Nederlanders de overheid nog vertrouwen, als die haar eigen zaken niet op orde heeft? Het antwoord op deze fundamentele vraag gaan we vandaag waarschijnlijk niet krijgen, maar laat dit debat daar in elk geval aan bijdragen.

Voorzitter, het CDA leest in de stukken dat de minister zelf óók constateert dat er sprake is van ‘bredere problematiek bij uitvoeringsorganisaties’. Dat het UWV niet de enige uitvoeringsinstantie is waar de machine hapert. Zou de minister eens op deze constatering willen reflecteren? Hoe gaat de minister zich ervoor inspannen om het vertrouwen in de overheid terug te winnen?

Voorzitter, we lezen dat een stapeling aan complexe wet- en regelgeving die moet worden verwerkt een van de oorzaken van de ontstane problemen is. Dat klinkt logisch, maar mag geen excuus zijn. Want diezelfde regels leggen we ook op aan onze burgers en bedrijven. Zij moeten die ook nakomen en toepassen in hun huishouden of bedrijfsvoering. Op straffe van boetes en andere sancties.

Voorzitter, het CDA vindt ‘teveel regels’ beslist geen rechtvaardiging voor falende uitvoeringsinstanties. Wij zijn kritisch en hebben de volgende vragen aan de minister.

‘Op basis van beschikbare data zal bezien worden welke terugvorderingen kunnen worden gerealiseerd’. Vanwaar deze aanvankelijke terughoudendheid? Het CDA wil dat alles op alles wordt gezet om iedere ten onrechte verstrekte euro terug te halen én dat van elke gevangene diens uitkeringsgeschiedenis tegen het licht wordt gehouden. Dan weten we meteen of de herstelacties en verbetermaatregelen van het UWV het gewenste effect hebben gehad. Is de minister hiertoe bereid? (motie)

Voorzitter, afgelopen maandag ontvingen we van de minister een update van de gang van zaken bij het UWV. De probleemschets die daaruit naar voren komt, is tamelijk ontluisterend. Een aantal citaten.

‘Het is voor het UWV bij samenloop tussen detentiemeldingen en (destijds) lopende uitkeringen niet automatisch vast te stellen of een uitkering beëindigd moet worden. Daar is handmatig werk voor nodig.’

‘Het is niet uitgesloten dat gedetineerden een uitkering aanvragen vanuit detentie en daarbij niet in beeld komen via de huidige gegevensuitwisseling.’

‘Het UWV heeft mij gemeld dat [door een systeemupdate] de gegevensverstrekking van BZ aan UWV gedurende drie maanden niet goed heeft gewerkt.’
‘De SVB heeft mij onlangs laten weten dat de gegevensverstrekking vanuit BZ van medio 2016 tot medio 2019 niet heeft plaatsgevonden, vanwege het ontbreken van een door BZ gewenst convenant, dat onder meer zag op bescherming van persoonsgegevens.’

‘Voortvluchtigen zijn opgenomen in een opsporingsregister van de politie. UWV, SVB en het Inlichtingenbureau ontvangen de relevante gegevens via het CJIB.
In oktober 2018 is het oude opsporingsregister gemigreerd naar een nieuw register. Per abuis is een deel van het bestand voortvluchtigen hierin niet opgenomen.’

Voorzitter, voor ieder probleem heeft de minister in zijn brief een oplossing. Maar het beeld is toch vooral dat het noodreparaties zijn. Bedoeld om een wankel huis te stutten, niet om de fundering te vervangen. En zo gaat het steeds: de media leggen een probleem bloot, de Kamer stelt vragen, de minister belooft beterschap en we gaan verder tot het volgende probleem zich aandient. En ondertussen neemt het vertrouwen zienderogen af. Afgelopen jaar heeft de minister het toezicht op het UWV flink verstevigd. De Kamer ontving hierover op 7 maart jl. een brief. Ik vraag mij af: zouden met dit nieuwe, verscherpte toezicht op het UWV de problemen die we hier vandaag bespreken eerder aan het licht zijn gekomen (en niet zo hoog zijn opgelopen)? Graag een reactie.

Voorzitter, eerder sprak ik over het vertrouwen in de overheid. Dat vertrouwen staat onder druk. Niet alleen als het gaat om het UWV, ik denk ook aan de Belastingdienst, het CBR enz. We hebben met elkaar een gigantische klus te klaren.    

Tot zover.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.