01 maart 2021

Antwoorden over het delen van een Europees advies over de Tozo.

 

Vraag 1: Is het waar dat de Europese Commissie aan twee leden van het MoveS-netwerk, bestaande uit deskundigen op het gebied van intra-EU-mobiliteit, om een advies over de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) heeft gevraagd? Indien u dit niet weet, bent u bereid dit na te gaan?

Vraag 2: Bent u bereid dit advies op te vragen en met de Kamer te delen? Zo nee, welk belang verzet zich daartegen?

Vraag 3: Wilt u uw zienswijze op het advies geven?

Antwoord op de vragen 1, 2 en 3.

De Europese Commissie heeft in de zomer van 2020 een advies gevraagd van het MoveS-netwerk. De Europese Commissie heeft het advies op verzoek van SZW beschikbaar gesteld en heeft ingestemd met openbaarmaking.

Het advies bestaat uit twee opinies die dateren uit respectievelijk juni en juli 2020 en die de Europese Commissie mij geanonimiseerd heeft verstrekt. Volgens de Europese Commissie kunnen de opinies nadrukkelijk niet worden gezien als haar stellingname in de discussie met Nederland over de Tozo. Dit blijkt ook uit het feit dat de Commissie de opinies niet heeft gevolgd.

Immers, de Europese Commissie heeft in de brief van 10 november 2020, die eerder is gedeeld met uw Kamer, laten weten dat zij het Nederlandse standpunt deelt dat de tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud op grond van de Tozo geen socialezekerheidsuitkering is in de zin van Verordening 883/2004, maar een sociale bijstandsuitkering die is uitgesloten van het bereik van voornoemde Verordening.

Wel heeft de Commissie aanvullende vragen gesteld over de vraag of het niet-exporteren van de Tozo een belemmering is voor de vrijheid van vestiging.

 Vraag 4: Wanneer ontvangt de Kamer de antwoorden op de schriftelijke vragen over de Tozo voor grensondernemers, ingezonden op 18 december 2020? 1)

Antwoord 4.

De antwoorden op deze Kamervragen zijn 28 januari 2021 verstuurd en door uw Kamer ontvangen.

1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-2021, nr. 1497

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.