Er zijn voorafgaand aan de plenaire sessie op het bijzonder partijcongres diverse vragen binnengekomen voor de commissie Spies. Dank daarvoor.

Graag beantwoorden wij hier uw vragen. Voor de beantwoording is daar waar mogelijk gekozen gelijkluidende vragen te clusteren. De beantwoording van vragen vindt op onderwerp in lijn met de hoofdstukindeling in het het rapport van de Commissie Spies plaats.

 

Kandidaatstellingsprocedure

Waarom wordt - in een tijd waarin steeds duidelijker wordt dat de Tweede Kamer minder effectief is doordat kennis veel te lang verloren gaat - geadviseerd dat er een termijn moet komen voor zittende Kamerleden?

In het kandidaatstellingsreglement dat door het partijcongres (2016) is goedgekeurd is al jarenlang de drietermijnenregeling opgenomen. Personen die aan het begin van de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de kandidaatstelling aan de orde is, gedurende een onafgebroken periode van twaalf jaar of meer zitten zullen hebben gehad in dat orgaan, worden niet op de groslijst en/of de advieslijst geplaatst. Dit is ingesteld om doorstroming te hebben met nieuwe kandidaten. Deze regeling geldt lokaal, provinciaal en landelijk is voor elke CDA-er gelijk. Het bestuur kan hiervoor afwijken indien het van oordeel is dat daar dringende redenen voor zijn.

In het rapport wordt niet gesproken over de wijze van werving. Is dit wel onderzocht of viel dat buiten de opdracht en wat is de uitkomst? 

Als werving ziet op de werving voor de kandidatenlijst, daarover heeft de evaluatiecommissie gezegd dat de wijze waarop dit proces is vormgegeven een blauwdruk is voor de toekomst. Permanente en tijdige scouting van talenten is volgens de commissie van groot belang. De partij doet er goed aan hierin op alle fronten te investeren.

Waarom staat er niets over goed functionerende kandidaten die na 4 jaar Tweede Kamer te laag geplaatst zijn door de commissie? 

De commissie heeft het proces geëvalueerd en gekeken welke aanbevelingen er zijn voor de toekomst. Daarbij hebben wij vastgesteld dat de VR bij het opstellen van de lijst regio boven kwaliteit heeft laten gaan en dat dit schuurt met de opdracht van de vertrouwenscommissie. Waar betreft het veranderen van de organisatiestructuur van de campagne, de campagneleus en speerpunten betreft geeft de commissie aan dat de regie ontbrak, wat leidde tot een ondoorzichtige en niet slagvaardige commissie. De commissie laat het wat betreft de campagneleus bij het advies om een volgende keer een slogan te kiezen die beter aansluit bij het CDA-gedachtegoed. 

 

Verkiezingsprogramma

Wat is de rol/invloed geweest van consultancybedrijven op het verkiezingsprogramma en de doorrekening daarvan. Hoe is het mogelijk dat er plots een idee is voor WW verkorting en het invoeren van een eigen risico bij de huisarts? 

Consultancybedrijven (bedrijfsnaam) hebben geen enkele invloed gehad. 

De verkorting van de WW en het invoeren van het eigen risico bij de huisarts was onderdeel van de eerste doorrekening bij het CPB die het CDA heeft ingeleverd. In dit overzicht wordt aan concrete zaken een geldbedrag in de plus of de min gehangen, waar het CDA in wil investeren of op wil bezuinigen. Dit proces vindt voortdurend plaats. Ook hierover schrijft de evaluatiecommissie vanaf pagina 20.

Waarom geen oordeel over de wijziging door de lijsttrekker van het CDA-verhaal als principiële volkspartij en het aanvankelijke verkiezingsprogramma en zijn zwijgen daarover tijdens de campagne, hetgeen de herkenbaarheid (blijvend?) heeft aangetast?

Er is ruimte gegeven aan de nieuwe lijsttrekker om het programma zich eigen te maken en op bepaalde punten voorstellen te doen, die via bestuursamendementen zijn ingebracht op het congres via bestuursamendementen. Op dit punt concludeert de evaluatiecommissie dat het democratisch geaccordeerde proces dat wij kennen hieronder lijdt maar dat er begrip voor is gezien de lijsttrekkerswisseling en het late moment waarop de nieuwe lijsttrekker betrokken raakte. 

Zie ook het preadvies bij resolutie 7 ‘Een democratische ledenpartij’

 

Lijsttrekkersverkiezing & leiderschapswissel

Veel vragen kwamen binnen met betrekking tot de leiderschapswissel in december. Waarom werd Pieter Omtzigt geen lijsttrekker na het terugtreden van Hugo de Jonge? Hoe heeft het bestuur gehandeld na terugtreden van Hugo de Jonge? Het rapport zegt dat er druk op Wopke Hoekstra en Pieter Omtzigt werd uitgeoefend, door wie?  Waarom is Wopke Hoekstra voorgedragen en door wie? 

Na het terugtreden van Hugo de Jonge, heeft het Landelijk Bestuur zich beraden op de situatie. De nummer 2 wordt niet automatisch nummer 1. Met alle betrokkenen is doorgesproken over de opvolging van het lijsttrekkerschap. Na consultatie en unanieme steun van de Verenigingsraad heeft het landelijk bestuur Wopke Hoekstra voorgedragen omdat hij gezien werd als de beste lijsttrekker voor het CDA. Pieter Omtzigt bleef nummer twee en steunde de voordracht. Op het congres is Wopke vervolgens gekozen tot lijsttrekker. 

De evaluatiecommissie concludeert hierover dat zowel op Wopke Hoekstra als op Pieter Omtzigt druk ontstond. Op Wopke Hoekstra om in te stemmen met de voordracht tot lijsttrekker en op Pieter Omtzigt om deze voordracht te steunen. 

Er is een biechtstoelprocedure gehouden toen Hugo de Jonge aftrad. Toen is de open vraag gesteld wie de leden van de Verenigingsraad (voorzitters provinciale besturen en voorzitters netwerken) voor zouden willen dragen als lijsttrekker. Daar is unanieme steun voor Wopke Hoekstra uitgekomen en vervolgens is hij unaniem door het landelijk bestuur voorgedragen. 

De ziekte van Pieter Omtzigt stond actieve deelname in de harde fase van de campagne in de weg. 

Waarom was er een lijsttrekkersverkiezing en was het voor het bestuur niet mogelijk een lijsttrekker aan te wijzen? En wie hebben besloten dat Hoekstra in december naar voren geschoven werd als lijsttrekker?

Zoals in het rapport beschreven is heeft de partijvoorzitter eerst gesprekken gevoerd. Toen dit niet tot resultaat leidde is er een lijsttrekkersverkiezing uitgeschreven. Bij het terugtreden van Hugo de Jonge in december is er een biechtstoelprocedure gehouden in de VR, hierbij is unaniem gekozen voor Wopke als kandidaat lijsttrekker.

Is van buiten de CDA druk uitgeoefend om een andere lijsttrekker te kiezen dan Pieter Omtzigt? 

De leden van het CDA hebben de lijsttrekker van het CDA gekozen in juli 2020 in een open verkiezing. Iedere stem telt even zwaar. Van druk van buiten is niets bekend. 

Hoe hebben het landelijke CDA-bestuur en de provinciale CDA-besturen gereageerd op de kandidaatstelling van Pieter Omtzigt. Welke CDA-bestuursleden hebben Pieter Omtzigt gesteund tijdens het verkiezingsproces en wie Hugo de Jonge?

De keuze voor een kandidaat-lijsttrekker is een keuze die ieder lid persoonlijk maakt. Ook weegt iedere stem even zwaar. Sommige leden hebben hun stemkeuze openbaar gemaakt, anderen niet. Dat blijft aan een ieder om daar wel of niet iets over te zeggen. Het Landelijk Bestuur heeft vier kandidaten (één kandidaat trok zich terug) voorgedragen en de keuze aan de leden gelaten. 

Waarom serveert de commissie de lijsttrekkersverkiezingen af, ondanks aanbevelingen van eerdere commissies om het wel te doen en het feit dat de commissie Spies zelf vaststelt dat de (juiste) regie bij deze lijsttrekkersverkiezingen ontbrak?

De evaluatiecommissie heeft geconstateerd dat een lijsttrekkersverkiezing een negatieve impact op korte als ook op lange termijn heeft gehad op de partij. In de ledenenquête van de evaluatiecommissie werd dit bevestigd. Daarom geeft de commissie aan dat zo’n verkiezing niet de voorkeur verdient, maar zij sluit het niet uit. Voor het geval er wel gekozen wordt voor een lijsttrekkersverkiezing, geeft de evaluatiecommissie randvoorwaarden mee (pag. 35 evaluatierapport).

 

 

Campagne

Enkele vragen zien op de rol van lijsttrekker Wopke Hoekstra en de rol van het lijsttrekkersteam. Waarom is het rapport hier niet kritischer of uitgebreider?

Voor het onderdeel over de lijsttrekker heeft de evaluatiecommissie geput uit de input die zij gekregen heeft van de mensen met wie ze gesproken hebben. De zaken die niet goed zijn gegaan zijn benoemd. Zo worden bijvoorbeeld met betrekking tot de campagne kritische opmerkingen gemaakt die het optreden van de lijsttrekker betreffen.Belangrijker is dat volgens de commissie dat het verlies door een veelheid van factoren is veroorzaakt. Daarom is de conclusie ook dat het CDA van zichzelf heeft verloren. 

Hoe kunnen partijspeerpunten (in media), campagneleus en campagneteam last minute veranderd en totaal onherkenbaar worden? 

Waar betreft het veranderen van de organisatiestructuur van de campagne, de campagneleus en speerpunten betreft geeft de commissie aan dat de regie ontbrak, wat leidde tot een ondoorzichtige en niet slagvaardige commissie. De commissie laat het wat betreft de campagneleus bij het advies om een volgende keer een slogan te kiezen die beter aansluit bij het CDA-gedachtegoed. 

Waarom is in het rapport niet duidelijk gezegd dat de leus Nu doorpakken een foute beslissing was? Hoe kan het dat zoiets fundamenteels als een verkiezingsslogan volstrekt ontspoort met de kernwaarden van het CDA?

Over de slogan zegt de evaluatiecommissie: De campagneslogan veranderde van ‘Zorg voor elkaar’ naar ‘Nu Doorpakken’. Uit de ledenenquête van de evaluatiecommissie blijkt dat de leden zich niet herkennen in deze slogan. Zij vinden de leus te ver afstaan van de partij. Ook het onderscheidende CDA-verhaal is hier niet door versterkt. De commissie adviseert bij de volgende verkiezingen te kiezen voor een slogan die beter aansluit bij het CDA-gedachtegoed. 

In iedere campagne wordt de keuze voor een slogan gemaakt, waarbij je vooraf wel peilt hoe de slogan valt maar nooit weet wat deze uiteindelijk doet. Het advies van de evaluatiecommissie is helder: in de toekomst moet een slogan beter aansluiten bij het gedachtegoed. 

Waarom werd Omtzigt in november/december niet prominenter in beeld gebracht?

De daadwerkelijke campagne startte vanaf eind januari. Pieter Omtzigt zette zich eind 2020 in het bijzonder in voor de nasleep van de toeslagenaffaire. Vanaf februari was hij minder inzetbaar vanwege vermoeidheidsklachten.

Is er onderzoek geweest naar het effect van de vele gelden die geïnvesteerd zijn in Facebook? De boodschap leek niet aan te slaan en er is veel geld over de balk gegooid. Is de populariteit en het verhaal van Pieter Omtzigt voldoende ingezet?

Zoals in ons rapport aangegeven heeft het datagedreven werken o.a. via targeting en social media twee keer zoveel bezoekers naar de website getrokken als in 2017. Er zijn vele online advertenties geplaatst, ook van Pieter Omtzigt. 

Waarom wordt niet de lobby van (persoonsnaam) bij de erfenisbelasting voor familiebedrijven (BOR) diepgravender onderzocht terwijl de kwestie Omtzigt wordt afgedaan met het simplistische motto: 'daar waar twee vechten, hebben twee schuld'?

Politieke partijen zijn voor een goede campagne afhankelijk van donaties. De commissie heeft geconcludeerd dat donaties geen effect hebben gehad op bijvoorbeeld het standpunt over familiebedrijven. De commissie onderbouwt dit met het gegeven dat voor de zomer van 2020 een initiatiefnota is ingediend die in meerderheid door de tweede kamer is overgenomen. De uitwerking van de nota heeft een plaats gekregen in het verkiezingsprogramma en de new deal. (P. 45 van het rapport)

Naar het oordeel van de commissie wordt de kwestie Omtzigt niet afgedaan met een 'simplistisch motto'

De verantwoordelijkheid van Wopke Hoekstra voor het proces dat uiteindelijk tot zijn benoeming zonder verkiezingen leidde, de solitaire campagne en het zetelverlies brengt toch terugtreden mee of hooguit een verder gaan als fractievoorzitter/Kamerlid?

Wopke Hoekstra is niet verantwoordelijk voor het proces wat leidde tot zijn voordracht. Daarvoor heeft een biechtstoelprocedure in de VR plaatsgehad. Waarna Wopke gevraagd is en vervolgens is voorgedragen en gekozen door het congres.  

De commissie Spies heeft een analyse gemaakt over de lijsttrekkersverkiezingen en aanbevelingen gedaan. 

De verkiezingscampagne van het CDA staat los van de positie als bewindspersoon.

 

Duiding van de uitslag

Waarom is er geen cijfermatige analyse van de uitslag bijgevoegd bij het rapport?

Kan er alsnog een bijlage beschikbaar komen met de cijfers van het verloop van onze kiezers (sterfte, verlies naar andere partijen per partij gerangschikt). Dat is cruciaal voor de juiste analyse. Waarom moest de Cie Spies zo bondig rapporteren?

De cijfers van kiezers stromen bij de TK21 zijn inzichtelijk gemaakt door het onderzoeksbureau Ipsos. Via deze (https://stukroodvlees.nl/onderzoek-nu-zelf-de-kiezersstromen-wisselvallig-maar-voorspelbaar/) site zijn de gegevens beschikbaar

Maak werk van zij aan zij

Vindt u dat de VR voldoende kritisch is geweest?

De verhoudingen en verantwoordelijkheden zijn onvoldoende scherp binnen het CDA. De vereniging/partijorganisatie moet worden versterkt. De aanbevelingen van de commissie hebben ook betrekking op het functioneren van de VR.

Over excuses maken zijn meerdere vragen gesteld. Waarom moet Pieter Omtzigt zijn excuus aanbieden? Waarom erkennen we niet als partij dat we fout waren en bieden we publiekelijk ons excuus aan aan dhr Omtzigt? 

De commissie concludeert dat het CDA deze verkiezingen van zichzelf heeft verloren, van respectvol omgaan met elkaar was geen sprake, het eigenbelang was belangrijker dat het belang van het Team CDA. Onderling vertrouwen en verbinding waren onvoldoende. Deze conclusie raakt alle betrokkenen en is een opdracht aan allen, er is dus sprake van wederkerigheid.

Wat staat er in de weg om het zo zorgvuldig geformuleerde verhaal van ‘Zij aan Zij’ uit te dragen?

Niks, sterker nog, rapporteur Richard van Zwol is aan de slag gegaan en heeft zijn verslag opgeleverd met daarin een aanzet om op thema’s te concretiseren als partij. Ook is de Tweede Kamerfractie begonnen om op thema’s te komen met een verhaal waarin zaken uit ‘Zij aan zij’ en het verkiezingsprogramma worden geoperationaliseerd en geconcretiseerd. 

De commissie roept in haar rapport op om werk te maken van ‘Zij aan zij’. 

Waarom komen de Senioren in het Rapport Spies niet voor?

De commissie heeft met vertegenwoordigers van alle netwerken gesproken, dus ook met een afvaardiging van de CDA Senioren is gesproken.(zie de contactlijst achter in het rapport

Laat de zo waardevolle zelfreflectie niet verworden tot zelfkastijding, dat verspilt zo veel potentieel en voorkomt een productieve positieve sfeer?

In haar aanbevelingen zet de commissie in op bouwen aan de toekomst. Vooruit kijken en stappen maken. Positiviteit uitstralen in houding en gedrag, onze waarde(n)volle christendemocratische boodschap verdient dat.  

Hoe is het mogelijk dat er in de aanloop naar de TK verkiezingen geen sprake is geweest van team dat als één man achter het CDA als partij stond. De personen waren schijnbaar belangrijker dan het CDA. Wat voor bestuurlijke blunder is hier begaan?

Het is verleidelijk alles af te schuiven op het bestuur, maar het teamgevoel creëren is een opdracht van iedereen, om er zo samen voor te gaan. Dat is een verantwoordelijkheid iedere CDA’er. De leden geven aan richting de evaluatiecommissie ook aan dat het gevoel ontstond van onderlinge concurrentie in plaats van onderlinge verbondenheid. De commissie heeft een ieder die dit betreft dan ook opgeroepen om partijbelang boven eigen belang te stellen: niemand is groter dan de partij.

Een paar vragen slaan terug op de partijcultuur. Hoe kun je met dezelfde mensen verder als het onderling vertrouwen kennelijk ontbreekt en er binnen de partij in kampen wordt gedacht. Welke concrete stappen kunnen we nemen om de partijcultuur intern weer gezond, werkbaar en vruchtbaar te krijgen? Hoe zorgen we ervoor dat dit ook daadwerkelijk handen en voeten krijgt? 

Zowel in het evaluatierapport als in resoluties is gevraagd om initiatieven voor verbetering van de partijcultuur. Een cultuur veranderen is allereerst een opdracht aan iedereen in de partij. Een eerste specifieke actie die het overgangsbestuur in wil zetten is dat een Code Goed Bestuur ontwikkeld wordt, conform het advies van de Taskforce Governance, om zo ook de cultuur een positieve boost te geven. Hierover zal het congres op de hoogte worden gehouden, waarbij door de tijd heen wordt teruggekoppeld over de voortgang. Daarnaast ligt hier ook een belangrijke taak voor het nieuwe bestuur.

Rapport gaat over voorgedane incidenten en voorvallen. Probleem van het CDA is van structurele van aard: steeds minder belangstelling voor de geweldige inhoud van de partij.

De eerste aanbeveling van de commissie in hoofdstuk 7 is dat we moeten bouwen vanuit de inhoud. 

Daarom start ook het participatietraject in de partij rond het verslag van rapporteur Richard van Zwol, zodat we met elkaar door kunnen spreken over de inhoud en opnieuw een goede dialoog hadden zoals we ook hadden ten tijde van de Zij-aan-zij-bijeenkomsten en de 2030-Talks van het CDJA, over ‘Zij aan zij’.

Legt de commissie het zwaartepunt van de te beantwoorden uitdagingen van het CDA bij de organisatie/leiderschap of bij helderheid op inhoud en visie? Spreken we ons voldoende uit?

De commissie doet in hoofdstuk 7 aanbevelingen. De eerste aanbeveling is om te gaan bouwen vanuit de inhoud.

Hoe gaan we borgen dat we vooral in campagnetijd meer als 1 partij naar buiten treden? Debat is goed en hoort thuis in de partij. Maar in de ca. drie maanden voor de verkiezingen is een eensgezind profiel in lijn met de campagne wenselijk in mijn ogen?

Dit is ook wenselijk in de ogen van de commissie. De commissie roept in haar aanbevelingen op om te werken aan eenheid en een optimistisch toekomstgericht programma. Wij geven ook aan dat het CDA van zichzelf verloren heeft, door o.a. interne strijd en eigen belang te stellen boven belang van Team CDA.

 

Overige vragen

Wat was het goede dat je tegenkwam in 1 woord?

Betrokkenheid

Waarom is de de Commissie gestopt met haar analyse op de dag van de verkiezingen? Waarom heeft zij niets gedaan met de notitie Omtzigt aan de Commissie?

De opdracht die de evaluatiecommissie kreeg was om te evalueren tot de dag van de verkiezingen te evalueren, alsmede de uitslag. De tijd daarna viel niet binnen de opdracht. Over de tijd van 2 april tot 11 september zal de interim-partijvoorzitter op het congres verantwoording afleggen.

Het uitgelekte memo van Pieter Omtzigt, bedoeld voor de evaluatiecommissie, is net als iedere vorm van input serieus genomen en gewogen bij het opstellen van het evaluatierapport. Het had echter nooit op straat mogen komen. 

Waarom was het nodig om in de communicatie naar buiten dhr Omtzigt een trap na te geven?

Hier is geen sprake van.

Er zijn heel wat kritische opmerkingen gemaakt over het rapport van de Cie Spies. Er is behoefte om hierop duidelijke reflecties en lessons learned te benoemen. Het rapport bevat veel open einden. Gaat het congres op deze zaken nadere duiding krijgen?

Op het congres is gelegenheid om nadere vragen te stellen aan Liesbeth Spies en de leden van de commissie.

Kunt aangeven wat nieuw is in het rapport wat wij al niet wisten?

Nee.

In het FD heeft (persoonsnaam) een tweetal artikelen geschreven over ‘Spies’. Conclusie: veel vragen zijn door Commissie Spies  onbeantwoord. Geschiedt beantwoording van deze vragen alsnog? 

In de kranten is veel geschreven over het CDA en in enkele dagbladen ook over het rapport van de evaluatiecommissie. Daarnaast zijn er vaker interviews met of opinieartikelen van leden. Dat staat iedereen vrij om die te geven. Op het congres is er in ieder geval ruimte om in de digitale deelsessie of fysiek bij het plenaire gedeelte vragen te stellen aan de voorzitter van de evaluatiecommissie.

Waarom schrijft het rapport niet over: consequenties van het volgzame gedrag van CDA Tweede Kamerfractie en weinig kritische houding tov opvolging van Tweede Kamer moties? 

De beoordeling of de Tweede Kamerfractie volgzaam is of niet en of de Kamerleden een kritische houding hebben of niet, is een vraag die thuishoort bij de functioneringsgesprekken met de Kamerleden. De evaluatiecommissie gaat hier niet over.

 

Tot slot

Tot slot zijn er een aantal vragen gesteld waarover de commissie niet gaat. Waar mogelijk zijn deze beantwoord bij de vragen aan Marnix van Rij. Voor vragen waar een mening of instemming van de commissie wordt gevraagd over bijvoorbeeld toekomstig bestuur of regeringsdeelname geven wij aan dat het niet aan de commissie is hier een uitspraak over te doen. 

 

  • Terug naar de congressite

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.