28 december 2020

Zorg voor Elkaar V - Langer thuiswonen

 

Zorg voor elkaar is de titel van het CDA-verkiezingsprogramma. Dat vinden we met z’n allen heel normaal. Maar is dat eigenlijk normaal in Nederland? Nou nee, soms niet. Ons stelsel van belastingen, toeslagen en regels werken het ‘voor elkaar zorgen’ vaak tegen. In deze reeks columns schets ik een aantal situaties waar ons stelsel soms tegen ons werkt. Er lijkt wel een boete op ‘samen zijn’, te staan. Door een aantal situaties te schetsen wil ik laten zien hoe sociale situaties soms economisch tegen ons werken. Deze zijn gebaseerd op brieven, gesprekken en werkbezoeken. De namen zijn fictief.
------

Mevrouw de Vries  (89 jaar) wacht op een plekje in het verpleeghuis in haar dorp. Tot voor kort lukte het met mantelzorg en de mensen van de thuiszorg en de wijkverpleging om haar thuis voldoende zorg te bieden. Echter haar benodigde zorg is zo intensief geworden dat het voor iedereen duidelijk is geworden dat het voor haar beter is dat ze naar het verpleeghuis verhuist. Een verpleegkundige van het Centrum Indicatieorgaan Zorg (CiZ) is langs geweest. Ze heeft heel veel vragen gesteld aan mevrouw de Vries en haar zoon, die tevens mantelzorger is. Ze zijn tot de conclusie gekomen dat ze voldoet aan de eisen om in aanmerking te komen voor een plek in het verpleeghuis. Alleen ze moet even wachten. En dan gebeurt er iets geks:

Eerst ontving mevrouw de Vries zorg via de wijkverpleging (Zorgverzekeringswet/ZVW) en uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Nu staat ze op de wachtlijst voor een plekje in het verpleeghuis ontvangt ze zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Bij elkaar opgeteld ontvangt mevrouw de Vries vanuit Wmo en ZVW, 20 uur zorg. Vanuit de Wmo betaalt ze een abonnementstarief van 17,50 per 4 weken, eigen risico. De organisatie die de thuiszorg en de wijkverpleging verzorgt is precies dezelfde organisatie als de organisatie die eigenaar is van het verpleeghuis. Alleen de eisen en de bijdragenregelringen vanuit de verschillende wetten zijn anders.


Vanuit de Wet langdurige zorg kun je zorg ontvangen in een verpleeghuis, maar ook thuis. Aan de hand van verschillende indicaties, zorg zwaartepakketten, heet dat in jargon, wordt bepaald hoeveel uur zorg je thuis mag ontvangen. Gezien de gezondheidssituatie van mevrouw de Vries ontvangt ze 16 uur zorg thuis. Daarbovenop moet ze nu een bedrag betalen, dat heet de Vermogens Inkomensbijtelling van 4%. De eigen bijdrage gaat flink omhoog omdat er zowel sprake is van een inkomensbijdrage is als een vermogensbijdrage.

Mevrouw de Vries heeft te maken met een dubbele zorgval. Aan de ene kant ontvangt ze minder zorg, aan de andere kant moet ze meer betalen.

Dat is de reden dat ik een motie heb ingediend samen met mevrouw Dik-Faber. Toen wij de motie indiende was de situaties voor iemand zoals mevrouw de Vries nog vervelender omdat de Vermogensinkomensbijtelling maar liefst 8% bedroeg. Deze situatie vond ook minister De Jonge onwenselijk. Dat is de reden dat hij de met de volgende maatregelen is gekomen. Ten eerste ontvangen mensen die thuis wonen extra overbruggingszorg, zodat het niet langer kan voorkomen dat ze vanuit de ene wet naar de andere minder zorg ontvangen. Ten tweede is er een regeling ‘Extra Kosten Thuis’ waardoor mensen die sowieso thuis willen blijven wonen 25% extra zorg kunnen ontvangen. Ten slotte wordt de informatievoorziening verbeterd. Minister De Jonge gaf aan dat dit tijdelijke oplossingen waren en dat er tenslotte beter moet worden gekeken hoe de regels tussen de verschillende zorgwetten beter op elkaar worden afgestemd. 

Zorgen voor elkaar betekent ook dat wetten in ons land goed op elkaar moeten worden afgestemd. Nog steeds bereiken mij signalen uit het land dat er sommige kinderen, anders dan de zoon van mevrouw De Vries, proberen om moeder of vader zo lang mogelijk thuis zorg te laten ontvangen. Eigenlijk ook als het niet meer kan en moeder of vader veel beter zorg kan ontvangen in een verpleeghuis. De reden is dat met name de eigen bijdrage, ondanks de verlaging van de vermogensinkomensbijtelling, in de Wmo en Zvw veel lager is dan in de Wlz. Het CDA wil daarom dat de zorg minder in hokjes van wetten wordt georganiseerd. Dat er gestopt wordt met verkeerde financiële prikkels in de zorg.  

 
 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.