Per jaar komt er in Nederland door asiel en migratie een middelgrote stad bij. Dat is in ons land, als een van de dichtstbevolkte gebieden van Europa, onhoudbaar. Mede omdat we geen grip hebben op de aantallen mensen die naar ons land toekomen, piept en kraakt de woningmarkt, is het beroep op publieke voorzieningen als zorg en onderwijs te groot en is het voor veel gemeenten steeds moeilijker om de onderlinge solidariteit op te brengen in de opvang en huisvesting. Het trieste gevolg is dat daarmee het draagvlak voor de opvang van echte vluchtelingen afbrokkelt en de integratie van andere migranten wordt bemoeilijkt.
Daarom moeten we op migratie en asiel zonder taboes en oogkleppen forse stappen vooruit durven zetten. We zullen in ons land en in Europa het lastige gesprek aan moeten hoe we de instroom fors beperken. Zeker omdat we weten dat door de geopolitieke ontwikkelingen, maar ook door nieuwe conflicten en klimaatveranderingen wereldwijd steeds meer mensen hun geboortegrond zullen verlaten op zoek naar een veilig of beter leven.
Grip op migratie begint wat het CDA betreft met concrete migratiedoelstellingen, die rekening houden met de spankracht en het draagvlak in de samenleving. Er moet een maatschappelijk debat plaatsvinden over de vraag hoeveel en welke mensen we in ons land zouden kunnen ontvangen: vluchtelingen en asielzoekers, maar ook arbeidsmigranten en internationale studenten. En over de vraag wie we niet in Nederland en beter elders kunnen helpen.
Om meer grip te krijgen op migratie en de druk op de asielopvang te verlagen, wil het CDA terug naar het zogeheten ‘twee-status-asielstelsel’ zoals Nederland dat tot einde vorige eeuw kende. Dit twee-status-stelsel maakt onderscheid tussen permanente vluchtelingen en mensen die tijdelijk bescherming zoeken. Ook landen als Duitsland en België kennen dit onderscheid. Mensen die tijdelijk bescherming zoeken hebben minder rechten dan erkende vluchtelingen en kunnen bijvoorbeeld geen beroep doen op de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn om familieleden te laten overkomen. Ook ontvangen zij een tijdelijke verblijfsvergunning voor 1 tot maximaal 3 jaar, terwijl erkende vluchtelingen voor minstens 3 jaar of langer verblijfsrecht krijgen.
Het CDA wil een betere bewaking van de Europese buitengrenzen, gefinancierd door de Europese Unie. Met dichte grenzen en goed georganiseerde toegang kunnen we echte vluchtelingen toelaten, zonder dat zij in handen vallen van mensensmokkelaars.
Opvang moet in eerste instantie in de regio plaatsvinden. En opvang in de regio betekent ook investeren in de regio: landen rondom conflictgebieden zouden veel sterker dan nu geholpen moeten worden om mensen op te vangen. Voor wie in Nederland mag blijven, willen wij de opvang zo kleinschalig mogelijk in combinatie met integratie vanaf de eerste dag. Een eerlijke spreiding van vluchtelingen en asielzoekers over Nederland is belangrijk, om problemen als in Ter Apel en Tubbergen te voorkomen.
Coalitieakkoord 2021-2025
Om meer grip te krijgen op migratie hebben we in het coalitieakkoord afgesproken dat we de aanbevelingen uit het rapport-Van Zwol (‘Commissie Langdurig Verblijvende Vreemdelingen’) integraal uitvoeren. Dat gaat zorgen voor snellere procedures, minder frustratie van terugkeer en het gaat stapelen van procedures tegen.
Daarnaast gaan we met een kopgroep van gelijkgestemde lidstaten samenwerken indien fundamentele herziening van het Europese asielsysteem (GEAS) niet snel genoeg gaat. Daarnaast wordt financiering van de asielketen, met name voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) stabieler gemaakt en minder afhankelijk van de instroom. Er gaat ongeveer 220 miljoen euro aan investering naar de asielketen, in het bijzonder naar de IND en het COA. Daarnaast zorgen we dat de ongewenstverklaring ook betrekking kan hebben op uitgeprocedeerde asielzoekers die niet meewerken aan hun vertrek, in het bijzonder wanneer ze overlast geven.