ESTHER DE LANGE
03 november 2020

Boeren, burgers en brexit

Als voormalig woordvoerder landbouw heeft het boerenbedrijf altijd mijn bijzondere aandacht. Daarom was het afgelopen week erg spannend, met een stemming over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Voor het CDA is het belangrijk dat dit beleid boerengezinsbedrijven beschermt en hen helpt hun werk te kunnen doen. Een beleid dat zorgt voor een eerlijke vergoeding voor het werk dat boeren doen én dat inspanningen vraagt op het gebied van klimaat en milieu. Daarom zijn we zijn blij dat een meerderheid van het Europees Parlement ons voorbeeld heeft gevolgd en heeft gekozen voor het redelijke midden. Geen revolutie, maar een evolutie: het nieuwe beleid zorgt voor een versimpeling van de soms wirwar aan regels en heeft meer oog voor familie- en gezinsbedrijven en duurzaamheid. Het zorgt voor een betere vergoeding voor “groene” en “blauwe” diensten, zoals weidevogelbeheer, bodembeheer, of watermanagement - alle drie zeer relevant in bijvoorbeeld het Groene Hart. En er komt een bovengrens op de hoogte van betalingen aan bedrijven. Door een maximumbedrag per actieve boer vast te stellen, en rechtspersonen die veel grond hebben maar zich bezighouden met allerlei randzaken die niets met landbouw te maken hebben uit te sluiten, zet Europa een stap in de goede richting. Landbouwgeld moet actieve boeren compenseren voor inspanningen die de markt (nog) niet vergoedt. Al met al een pakket maatregelen dat een toekomst biedt voor onze landbouw.

In diezelfde plenaire vergadering ging het ook over burgers - vegaburgers wel te verstaan. Tussen de duizenden artikelen waarover gestemd werd lag ook het voorstel van de landbouwcommissie om bewoordingen als ‘burger’, ‘worst’ en ‘schnitzel’ te verbieden voor niet-dierlijke producten. Zelf ben ik heel nuchter in dit soort onderwerpen: wat er op een verpakking staat moet erin zitten. Een ‘kipburger’ waar geen kip in zit dat kan niet. Maar ik denk dat een consument slim genoeg is om te weten dat er in een groenteburger geen vlees maar groenten zitten. Uiteindelijk haalde de ‘burger-ban’ het dan ook niet in het Europees Parlement. U blijft gewoon zelf beslissen wat er wel en niet op uw bord komt. Bij verwerkte producten kijkt u het best goed op de verpakking. Bij onverwerkt vlees zoals biefstuk en entrecote blijft gelden dat deze termen wettelijk vastliggen en voorbehouden zijn aan dierlijke producten. En of je nu voor plantaardig en dierlijk gaat, voor mij geldt: het liefst vers, van dichtbij en vooral tegen een eerlijke prijs voor boer en tuinder. 

Als laatste blijven we vol spanning over de Brexit. Op het moment van schrijven zitten de onderhandelaars van Britse en Europese zijde - ondanks een korte onderbreking - weer aan tafel en lijkt er sprake van voorzichtige verdere toenadering op het gebied van de visserij. Uiteraard houden we vanuit het Europees Parlement een vinger aan de pols. Onze inzet is al vanaf het eerste moment een eerlijk akkoord. Een akkoord dat zekerheid biedt voor hardwerkende gezinnen, veelal kleine ondernemers, die door een no-deal Brexit hard zouden worden geraakt. Maar ook een deal die ervoor zorgt dat producten die van buiten onze markt op komen aan dezelfde eisen moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan al die landbouwproducten waaraan in de EU hoge eisen worden gesteld op het gebied van kwaliteit en milieu. Die eisen moeten ook gelden voor Britse producten. Duidelijk en wel zo eerlijk - een kwestie van gezond boerenverstand.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.