24 september 2020

Inbreng CDA bij Statenvoorstel Regionale Energie Strategieën (RES)

Bij de Statenvergadering op woensdag 23 september stond het Statenvoorstel Regionale Energie Strategieën (RES) op de agenda. Het Statenvoorstel is aangenomen.

Het CDA is op zich voorstander van een wat vrije aanpak van de energietransitie. Te dogmatisch hameren over een procent energiebesparing meer of minder, of een jaar eerder of later een deadline halen, zal alleen maar de transitie frustreren, draagvlak ondermijnen en ons op onnodige kosten jagen. Wij zijn ook blij dat CDA-fractievoorzitter Heerma vorige week de ‘Haagse tekentafels’ failliet verklaarde. Want we zien soms dat er ingewikkelde papieren oplossingen worden bedacht terwijl men met gezond boerenverstand ziet dat dit in de praktijk niet gaat werken. Verder is het voor het CDA belangrijk dat mensen kunnen profiteren van deze energietransitie, bijvoorbeeld met energiecoöperaties, en we de verantwoording voor de energietransitie zo lokaal mogelijk organiseren.

Om het bij CDA-begrippen te houden gaat deze energietransitie misschien niet zozeer over rentmeesterschap maar eerder over solidariteit: solidariteit tussen gemeenten. Want het idee van de RES-sen is dat iedere gemeente haar verantwoording neemt. Tot nu toe is de rol van de provincie vooral dienend en faciliterend geweest. Wat het CDA betreft blijft dit ook zo. Alleen in uiterste noodzaak ligt er een rol voor de provincie om gemeenten aan te spreken op hun solidariteit naar andere gemeenten. Ook zien wij een grote rol voor de Provincie om te zorgen dat alle opgaves integraal worden behandeld. 

Het CDA was mede-indiener, samen met VVD, FvD en 50PLus, van de motie die het college opdraagt om te onderzoeken of er belangstelling is om kernenergie onderdeel te laten maken van de Lange Termijn energiemix. Deze motie is aangenomen.

Lees hier de hele inbreng van fractievoorzitter Derk Boswijk bij dit debat. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.