Onderwerp: Regionale Energie Strategie (RES)
Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

1. U benoemt 5 windmolen-locaties als kansrijk ( pagina 10 RES 1.0) 1.
Op De Vlasakkers, derhalve liggend tussen de dierentuin, Maria ter Eem en De Lichtenberg.
2. Ten zuiden van Eemnes (A27)
3. Ten noorden van Eemnes ( A27)
4. Ten noorden van Baarn (A1)
5. Windmolens ten noordwesten van Isselt ( op grondgebied Soest, naast de twee beoogde op grondgebied Amersfoort)

Mijn vragen:
a. Welke personen of partijen geven deze kwalificatie?
b. Welke afweging ligt aan deze kwalificatie ten grondslag?
c. In hoeverre is de snel groeiende weerstand van burgers tegen windmolens in de eigen regio - recent onderzoek stelt dat 80% van de Nederlanders daarvan niet is gediend - in deze kwalificatie verdisconteerd?

2. Geothermie. Feit is dat er geboord gaat worden naar ultradiepe geothermie. Feit is dat de eerste resultaten in 2023 worden verwacht. ,,Onderzoeken wijzen de komende jaren uit of deze warmtebronnen kansrijk zijn. (…) Een boring kan vervolgens plaatsvinden om te bepalen of een locatie daadwerkelijk kansrijk is. (…) Bij succesvolle boringen kan de aardwarmte die vrijkomt, worden geleverd aan het Slim Groen Warmtenet van Warmtebedrijf Amersfoort. De verwachting is dat in 2024 met de winning van aardwarmte wordt gestart. Het projectinitiatief denkt dat zij dan in Amersfoort geschikte infrastructuur aangelegd hebben voor het warmtetransport.

Mijn vragen:
d. Om welke redenen wacht Amersfoort niet drie jaar op de bevestiging van de aanwezigheid van geothermie? Dat lijkt vanuit duurzaamheid een verbetering, namelijk door een tussenperiode met biomassa te voorkomen, en ook vanuit zorgvuldigheid naar de burgers een verbetering. Omdat deze Amersfoortsers al over drie jaar zeker weten of ze een bestendig alternatief voor hun aardgas krijgen.
3. De discussie over de minimale afstand tussen een windmolen en een huis is volop gaande. Ook het RIVM heeft zich erop gestort. Nederland hanteert een wettelijke grens voor geluid: niet meer dan 47 dB. Nederland hanteert daarbij qua afstand als vuistregel ‘4x de ashoogte’. Uit hetzelfde RIVM-onderzoek blijkt echter dat bij grotere windmolens ook laagfrequent geluid voor overlast zorgt, geluid dat zich deels via de grond verplaatst. Om die reden hanteert de Duitse deelstaat Beieren als geluidsnorm van 10 maal de masthoogte.
Mijn vraag: e. Welke criteria mbt de volksgezondheid van de direct omwonenden van mogelijk te plaatsen windmolens hanteert het college?

4. Op pagina 60 wordt gesproken over ‘windpark Poort van Amersfoort’ met als initiatiefnemer ‘Energie Lokaal, Amersfoort’.
Mijn vragen: f. Wie zijn de initiatiefnemers? g. Wat is de status van dit initiatief? h. Is er een begin gemaakt met buurtparticipatie?

Namens het CDA
Alex Engbers

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.