15 november 2020

Begroting 2021

Blokvorming door coalitiepartijen

Twee avonden heeft de gemeenteraad gesproken over de begroting voor 2021 en de meerjarenraming voor de jaren daarna. Tijdens de eerste avond bleek al duidelijk dat de coalitiepartijen onderling hadden afgesproken geen enkel wijzigingsvoorstel van de oppositie te accepteren. Daardoor werd het debat bij voorbaat -helaas- door de coalitiefracties slot gezet.

We gaven als CDA tijdens de Algemene Beschouwingen aan begrip te hebben voor de moeilijke financiële situatie waarin de gemeente zit. Deels door de coronapandemie, maar ook omdat gemeenten niet voldoende geld krijgen voor alle taken in het sociaal domein.

We hebben waardering uitgesproken voor sommige onderdelen van de begroting. Voor investeringen in het sociaal domein, zoals de aanpak van de schuldenproblematiek en de jeugdzorg. Maar er wordt ook bezuinigd, op bijvoorbeeld huishoudelijke hulp. En dat baart ons als CDA wel grote zorgen.

Positief is dat het college dit keer ook snijdt in de eigen ambities, zoals minder investeren in klimaatadaptie of duurzaamheid.

Naast de aandacht voor het sociaal domein noemden we ook dit jaar weer de noodzaak van woningbouw voor starters en middengroepen en goede onderwijshuisvesting voor onze kinderen. Het college moet hier veel meer aandacht aan besteden.

Coalitie wil geen bezuinigingen aanpassen

Het CDA diende een amendement in om voor 2021 de natuur- en milieu-educatie (nme) te financieren uit de algemene reserve. Onderzoek had al aangetoond dat het zeer onverstandig is hierop bezuinigen. Slechts tweehonderdste van een honderdste van de totale begroting” zoals Peter Lucas betoogde. Maar ook dit kleine bedrag wilde de coalitie niet aanpassen.

Ook de voorstellen om de bezuiniging van 92.000 op zorg en welzijn terug te draaien en om in 2021 nog geen tariefsverhogingen voor sportclubs in te voeren (beiden ook ingediend door het CDA) werden weggestemd.

En toch had elk voorstel een gedegen financiële dekking. Maar als de oppositie een eenmalige uitgave uit de algemene reserve wilde betalen -zoals gebruikelijk- riep de VVD: dat is niet concreet genoeg. Werd er wél een concreet voorstel genoemd dan was de reactie: dat doen we niet want er zit nu evenwicht in de bezuinigingen. Met andere woorden: het is niet eerlijk tegenover de andere wethouders.

Tijdens de besluitvormende raad wees het CDA er op dat de begroting  te veel van te voren was bedisseld door de coalitiepartijen.

De houding van de coalitiepartijen in de raad stelde zeer teleur. GGS maakte het wel erg bont. De partij stelde voor dat we best wettelijke taken konden afstoten. Op de vraag welke dan en of we bijvoorbeeld geen zorg meer zouden moeten verstrekken, bleef het antwoord uit. Bij de CU-SGP viel het gebrek aan inhoudelijke argumenten op. De bijdrage bleef beperkt tot het vragen aan het college van een reactie om vervolgens tegen alle amendementen te stemmen, zonder inhoudelijke argumenten.

We vonden meer gehoor bij het college dan bij de coalitiefracties. Zo werd er toch wat extra geld voor nme gevonden en werd verzekerd dat bezuinigingen op huishoudelijke hulp niet ten koste zullen gaan van kwetsbare inwoners of salaris van zorgpersoneel. Daar houden we het college aan.

Hebben we met onze instemming de illusie dat de coalitiefracties zich anders gaan opstellen?  We hopen van wel, maar het lijkt dat de blokvorming tegen de oppositie vooral is ontstaan omdat sommige van de coalitiefracties de oppositiepartijen niets “gunnen”.

Het CDA vindt dat triest en heeft de coalitie daar ook op aangesproken. Het gaat uiteindelijk niet om het effect op een wethouder, maar om de effecten op de inwoners van Soest en Soesterberg.

We hopen als fractie dat onze instemming  laat zien dat er een andere manier is om in de raad met elkaar om te gaan. Dat je als oppositiepartij kan instemmen met een begroting die zeker niet ideaal is, maar die ons door een moeilijk 2021 moet leiden. Daar wil het CDA aan meewerken.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.