18 februari 2021

Blog: Samenwerken voor goed onderwijs in de stad

Utrecht kent 101 basisscholen met verschillende grondslagen. Als CDA Utrecht zijn we daar blij mee: vanuit verschillende overtuigingen, filosofieën en religies zijn er visies op onderwijs en ontwikkeling. Het is goed dat deze diversiteit ook terugkomt in het onderwijsaanbod. Toch lijkt er een spanningsveld te zijn: het is ook belangrijk dat kinderen hun leeftijdsgenootjes uit de buurt leren kennen. Dat kinderen elkaar leren kennen en met elkaar leren omgaan, juist als zij een verschillende achtergrond hebben. Dit spanningsveld speelde ook een grote rol bij het vaststellen van het nieuwe aanmeldbeleid voor basisscholen in Utrecht; een onderwerp waar ik namens het CDA samen met voormalig raadslid Sander van Waveren en zijn opvolger Bert van Steeg veel mee bezig ben. Een onderwerp in de gemeentepolitiek dat extra interessant is, omdat het ons bij de kern brengt van de ideologische uitgangspunten van de verschillende politieke partijen.

Een nieuw aanmeldbeleid

De laatste jaren is er veel aandacht gekomen voor het aanmeldbeleid dat basisscholen hanteerden. Vaak waren de procedures niet duidelijk en niet transparant. Dat zorgde voor onwenselijke en oneerlijke situaties. Sommige ouders meldden hun kind aan vóór de wettelijk toegestane leeftijd van drie jaar (vaak omdat ze niet van deze wettelijke grens op de hoogte waren). Deze kinderen werden door scholen op ‘schaduwlijsten’ geplaatst en kregen later automatisch een plekje toegewezen. Hierdoor hadden de kinderen die wél op de wettelijke leeftijd aangemeld werden minder kans om op de school van hun voorkeur terecht te komen. Vaak waren dit kinderen met een lagere sociaal-economische achtergrond. Dit was voor gemeente Utrecht reden om het initiatief te nemen om samen met scholen en ouders aan de slag te gaan met een nieuw aanmeldbeleid dat eerlijker, duidelijker en transparanter is. Er worden daarvoor afspraken gemaakt voor een gezamenlijk aanmeldbeleid met een centraal aanmeldpunt.

Samen verantwoordelijk

Sommige politieke partijen willen deze kans aangrijpen om vanuit de politiek veel regels op te gaan leggen aan scholen. Bijvoorbeeld regels die bepalen dat scholen per se een afspiegeling van de eigen buurt moeten worden, of regels die de vrijheid van ouders om een school te kiezen die past bij hun kind en hun overtuigingen inperken.

Deze houding past niet bij onze politieke stijl en ons uitgangspunt van gespreide verantwoordelijkheid. Wij geloven niet dat het een oplossing is om vanuit de overheid één beleid op te leggen aan alle scholen. Iedere school kan vanuit zijn eigen visie mensen met elkaar in verbinding brengen. We mogen scholen ook aanspreken op deze verantwoordelijkheid. Voor sommige scholen is het daarvoor belangrijk om een afspiegeling van de buurt te zijn, voor andere scholen is het juist logischer om kinderen vanuit heel de stad aan te willen trekken.

Namens het CDA heb ik me in de verschillende debatten over het nieuwe beleid daarom ingezet voor een goede samenwerking met de scholen zelf. Op die manier geven we hen de ruimte en het vertrouwen om een beleid te voeren dat bij hun visie en identiteit past. We juichen het toe dat scholen en gemeente op dit punt de handen ineenslaan, maar vinden het tegelijkertijd belangrijk dat scholen niet (indirect) gedwongen worden om mee te doen aan deze samenwerking. We zijn daarom blij dat scholen die meedoen aan het centrale beleid zelf mogen bepalen of zij een beleid voeren dat past bij een buurtschool of bij een meer stedelijke of regionale school. Ook hebben we erop aangedrongen dat de gemeente en schoolbesturen met elkaar in gesprek blijven om deze samenwerking te evalueren en waar nodig te verbeteren. Vanuit de raad blijven we ook betrokken bij deze samenwerking, om ook vanuit de politiek onze bijdrage te leveren aan goed onderwijs en een sterke samenleving in Utrecht.

We zijn blij dat er een centraal, transparant en eerlijk aanmeldsysteem komt, maar er moet wel voldoende ruimte blijven voor ouders om een school te kiezen die bij hun kind en hun visie op onderwijs en ontwikkeling past. Ook moet er voldoende ruimte blijven voor scholen om van betekenis te zijn voor de samenleving vanuit hun eigen visie. Daar blijven wij ons voor inzetten. Goed onderwijs en een sterke samenleving vragen om een voortdurende houding van samenwerking tussen alle betrokken partijen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.