19 juni 2020

‘Het iets over hebben voor een ander, dat roept nu terecht veel waardering op’

In dit interview spreken we Harry van der Molen over praktische politiek en saamhorigheid in Friesland.

Als Kamerlid ben je werkbezoeken gewend, gesprekken aan te gaan met mensen om te luisteren wat ze nodig hebben. Hoe zichtbaar ben je nu sinds Corona?
‘Naar buiten toe pak ik de rol op die ik sowieso gewend ben om te doen. Alleen bel ik nu veel meer. Met mediabedrijven, onderwijsorganisaties en overheden om te checken of het contact met de ministeries wel goed verloopt bijvoorbeeld. Of ik bel de minister zelf om te kijken of er wel werk wordt gemaakt van gemaakte afspraken. In alles ben en blijf ik de praktische politicus. Een concreet voorbeeld waren de zorgen bij de lokale kranten en omroepen. Die zagen zichzelf al vrij snel instorten vanwege teruglopende advertentie-inkomsten. Dat bericht kreeg ik door omdat ik toevallig net bij een uitgever op werkbezoek was geweest. Hij had al zoveel werknemers moeten ontslaan. En nu dit. Ik ben toen met de coalitie opgetrokken en samen hebben we het probleem op tafel gelegd. Dat resulteerde in een steunfonds van elf miljoen euro. Een praktisch resultaat door snel te handelen en goed samen te werken met de minister. Mensen hebben vaak een onterechte indruk dat als ze een probleem bij een Kamerlid neerleggen, ze toch niks horen. Ze zijn dan verbaasd dat er reactie komt. Of dat er überhaupt iets geregeld kan worden. In deze Coronatijd valt het mij op dat dingen juist sneller geregeld worden. Waarbij je ook best vraagtekens kunt zetten. Want waarom nu juist wel en normaalgesproken niet?’

Voor het bedrijfsleven zijn er heel veel maatregelen beschikbaar gesteld. Waar ook dankbaar gebruik van is gemaakt. Maar nu zien een fors aantal bedrijven de problemen groter worden.

En wat ziet de praktische politicus voor uitdagingen op de wat langere termijn als het gaat om deze Coronacrisis?
'Voor het bedrijfsleven zijn er heel veel maatregelen beschikbaar gesteld. Waar ook dankbaar gebruik van is gemaakt. Maar nu zien een fors aantal bedrijven de problemen groter worden. Ook gemeenten bijvoorbeeld. Die krijgen het financieel zwaar te verduren. Minder buitenlandse studenten betekent ook problemen voor het onderwijs in verschillende steden, om een voorbeeld te noemen. Hier moeten we op enig moment wel wat voor gaan regelen. Nu heb ik de tijd om met collega's goed vooruit te denken. Door bijvoorbeeld veel vragen bij ministeries uit te zetten. Ik sprak met een organisatie die private aanbieders van onderwijs vertegenwoordigt. Die hele markt is ingestort. Toch hopen zij natuurlijk dat mensen op een gegeven moment weer aan bijscholing gaan doen. Die organisatie denkt dus al na hoe zij dat weer kunnen gaan oppakken. Het zijn dit soort interessante gesprekken waar ik lijstjes van maak. Als een voorstel voorbijkomt in de Kamer, dan kan ik het bijvoorbeeld inbrengen.' 
 

Opeens zijn we in staat om iets wat we normaal gesproken voor onszelf willen, op een tweede plan te zetten. Omdat we een klus met elkaar te klaren hebben.


Tot slot. Vertel eens hoe het met de solidariteit is gesteld in Friesland in tijden van Corona. Je weet waar ik op doel
'Ik gok dat je Mienskip bedoelt, toch? Het is een begrip in de provincie, een gevoel zelfs. Omdat in Friesland van oudsher heel veel evenementen en acties georganiseerd worden door de lokale bevolking en vrijwilligers. En vooral niet door hoogdravende ingewikkelde organisaties. Nu wordt het begrip als een slogan op alle spontane acties geplakt. Om ouderen en de zorg te ondersteunen. Het iets over hebben voor een ander, dat roept nu terecht veel bewondering en waardering op. Dat is ook iets waar wij het als partij vaak over hebben. Solidariteit en persoonlijke verantwoordelijkheid. Dat leert deze crisis ons ook. Opeens zijn we in staat om iets wat we normaal gesproken voor onszelf willen, op een tweede plan te zetten. Omdat we een klus met elkaar te klaren hebben. Dat zit bij ons ingebakken. Dat merk ik, en terecht, ook in de Tweede Kamer. We waren, zeker aan het begin van de crisis, collegialer en trekken meer met elkaar op. Dingen politiek maken en vliegen afvangen wordt door collega-Kamerleden nu sneller bekritiseerd. We realiseren ons goed dat we in hetzelfde schuitje zitten. En dat geldt eigenlijk voor ons allemaal in Nederland. Ik hoop dat we dat nog even vol kunnen houden.'

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.