08 september 2022

Kamervragen over "Uitpuilende collegezalen en ellenlange wachtlijsten” en “UvA: minder buitenlandse studenten toelaten”

Vragen van het lid van der Molen (CDA) aan de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de berichten “Uitpuilende collegezalen en ellenlange wachtlijsten: universiteiten willen niet meer groeien” en “UvA: minder buitenlandse studenten toelaten” (beide NRC, 4 september).

  1. Bent u bekend met de artikelen “Uitpuilende collegezalen en ellenlange wachtlijsten: universiteiten willen niet meer groeien”1 en “UvA: minder buitenlandse studenten toelaten”2?
  2. Welke onderbouwing hanteren instellingen zoals de UvA om voor de opleidingen psychologie, politicologie, mediastudies en communicatie, met het oog op de eindtermen (en uiteindelijk ook het functioneren in de Nederlandse samenleving), meerwaarde te onderbouwen voor het hanteren van het Engels in plaats van het Nederlands als voertaal van de opleiding?
  3. Herkent u het punt in het artikel, dat de leden van de CDA-fractie al vaker gemaakt hebben, dat Nederlandse vwo-scholieren níet terecht kunnen bij populaire studies omdat ze worden weggeconcurreerd door studenten uit het buitenland? Kunt u bij benadering aangeven wat de omvang hiervan is?
  4. Wat is uw definitie van internationalisering? Hoe verhoudt dit zich tot van toegankelijkheid, kansengelijkheid én de regionale verankering van instellingen?
  5. Wat is de stand van zaken rondom de uitvoering van motie Wiersma/van der Molen3 waarin de minister verzocht is beleid te formuleren waarbij op grond van macrodoelmatigheid en ons toekomstig verdienvermogen regie wordt gevoerd op een gewenste instroom van buitenlandse studenten en onderzoekers, waaronder sturingsinstrumenten voor instroom? Is de minister het met de leden van de CDA-fractie eens dat deze motie uit 2019 overlapt met het pleidooi van de heer Duisenberg ‘kijk wat de komende jaren nodig is op de arbeidsmarkt voor je gaat zeggen dat er minder academici moeten komen’?
  6. Wat is de stand van zaken rondom de verkenning naar nieuwe wettelijke sturingsinstrumenten en wanneer kan de kamer de eerste uitkomsten hiervan verwachten?
  7. Welk signaal geeft de passage in het bestuursakkoord4 aan alle instellingen in het hoger onderwijs ‘de universiteiten zijn zeer terughoudend met internationale wervingsactiviteiten gericht op uitbreiding tenzij zij zich bevinden in krimpregio’s en/of werven voor opleidingen die cruciaal zijn voor de tekortsectoren’? 
  8. Klopt het dat 75 procent van de afgestudeerde buitenlanders volgens Nuffic binnen vijf jaar Nederland weer verlaat? Wat zijn redenen voor deze studenten om Nederland weer te verlaten? Wat vindt u hiervan? Zouden we meer moeten doen, bijvoorbeeld het aanleren van de Nederlandse taal, om de blijfkans te vergroten?
  9. Bent u bekend met artikel 7.56 in de WHW waarmee hij een beperking op de inschrijvingen van studenten aan universiteiten en hogescholen op kan leggen op grond van de behoefte van de arbeidsmarkt? Hoe vaak is deze beperking opgelegd geweest? Wat zijn de afwegingen om dit artikel tot op heden niet in werking te stellen, gezien de enorme internationale instroom die grotendeels na hun studie weer weg gaan en Nederlandse studenten die weg geconcurreerd worden en de enorme tekorten op de arbeidsmarkt?

1: https://www.nrc.nl/nieuws/2022/09/04/universiteiten-willen-niet-meer-groeien-a4140712

2: https://www.nrc.nl/nieuws/2022/09/04/uva-minder-buitenlandse-studenten-a4140725

3: motie 35300-VIII-83

4: https://open.overheid.nl/repository/ronl-fcd6dcb389dae70bfc3f39317ee1cf2672b302ba/1/pdf/OCW%20-%20DEF%20Bestuursakkoord%20HOW%2014juli22.pdf

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.