Vandaag heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de mogelijkheid om bij diep demente personen euthanasie toe te passen. Waar de uitspraak het doel heeft om helderheid te scheppen roept deze ook nieuwe vragen op. De uitspraak zal van invloed zijn op hoe wij in onze samenleving omgaan met personen met dementie en andere personen die wilsonbekwaam zijn. Het CDA is er niet gerust op dat personen die wilsonbekwaam zijn in de toekomst voldoende beschermd zullen blijven.

Familie en vrienden zien van dichtbij hoe personen met dementie zichzelf en de wereld om zich heen kwijt kunnen raken. In die situaties kan er ook geleden worden. Dat laatste is voor sommigen een reden om vooraf een wilsverklaring op te stellen. Zij kiezen voor euthanasie in het geval dat zij dement zouden worden. Ondanks dat de Hoge Raad benadrukt dat de zorgvuldigheidseisen rond euthanasie ook bij demente personen gelden, ontstaat de situatie dat niet de persoon zelf maar anderen zullen moeten beslissen of er in tijden van dementie sprake is van ondragelijk lijden.

De Hoge Raad geeft aan dat er ook in de toekomst omstandigheden kunnen zijn waardoor er geen gevolg kan worden gegeven aan de wilsverklaring. Nu de patiënt de wilsverklaring niet meer hoeft te kunnen bevestigen openen zich nieuwe dilemma’s. Hoe wegen kinderen en artsen de plezierige en minder plezierige momenten van de demente vader en moeder tegen elkaar af? Wat te doen als familieleden het niet eens zijn? Onvermijdelijk komt de vraag op tafel of ook over ondragelijk lijdende dementerenden zonder wilsverklaring beslist mag worden. Hier ligt naar de mening van het CDA een grens; de beschermwaardigheid van het leven moet altijd de boventoon voeren.

In de praktijk hebben veel artsen moeite met het beëindigen van het leven van iemand die zijn of haar wil niet meer onder woorden kan brengen. De uitspraak van de Hoge Raad verandert niets aan het feit dat patiënten geen recht hebben op euthanasie en artsen niet verplicht zijn euthanasie te verlenen. Het kabinet heeft dat deze week ook nog eens per brief herbevestigd. De Hoge Raad lijkt met haar uitspraak de beroepsgroep op de vingers te tikken omdat ze blijkbaar te terughoudend zou handelen. Dit levert de vraag op wat de rol van de toetsingscommissies en de tuchtrechter in de toekomst zal zijn. Het CDA is van mening dat deze toetsing van zorgvuldigheid altijd plaats zal moeten vinden en dat artsen voor zichzelf moeten kunnen blijven bepalen hoever zij willen gaan bij moeilijke afwegingen.

Harry van der Molen
Woordvoerder Medisch Ethisch

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.