Srefidensi Dey!
Op 25 november viert Suriname Srefidensi Dey, Onafhankelijkheidsdag. Het is vandaag, in 2020, precies 45 jaar geleden dat de onafhankelijke republiek Suriname werd uitgeroepen. Vanwege corona kan veel van de feestvreugde dit jaar helaas niet doorgaan, maar ik wil toch alle Surinamers in Nederland en in Suriname via deze weg een hele mooie feestdag toewensen!
Mijn oproep is om deze Onafhankelijkheidsdag mede in het teken te laten staan van de hernieuwde band tussen Suriname en Nederland. Het is in dat kader goed dat onze minister van Buitenlandse Zaken na vele jaren van afwezigheid dit jaar weer aanwezig is bij de viering in Paramaribo.
Nederland en Suriname hebben een bijzondere relatie als gevolg van de meer dan 300 jaar gedeelde geschiedenis, de gemeenschappelijke taal en de grote diasporagemeenschap in Nederland. De banden zijn hecht en waardevol, maar zijn lange tijd verwaarloosd. Met de recente verkiezing van Chan Santokhi tot president van Suriname is de deur opengezet voor een nieuwe relatie tussen Nederland en Suriname.
Precies een jaar geleden sprak ik met Chan Santokhi over de mogelijkheid om tot een betere samenwerking te komen tussen Nederland en Suriname. Hij zette een heldere visie uiteen over de toekomst van zijn land en de rol die Nederland daarin vertolkt. Nu hij het mandaat van de kiezer heeft kan er ook daadwerkelijk invulling worden gegeven aan deze ambities.
Het is geen geheim dat de Surinaamse economie op dit moment in zeer zwaar weer verkeerd. Het coronavirus heeft daar nog een extra klap bovenop gegeven. De opdracht voor de nieuwe Surinaamse regering is gigantisch. Cruciaal voor een opbloeiende handelsrelatie tussen Nederland en Suriname wordt het vermogen van de Surinaamse regering om het vestigings-en investeringsklimaat in het land te verbeteren. Nederlandse expertise kan hier een bijdrage aan leveren. Daarom heb ik in de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken een amendement ingediend om meer geld en kennis beschikbaar te maken voor de ondersteuning van de Surinaamse overheid ter bevordering van de economische infrastructuur en de werkgelegenheid.
Een ander punt waar ik me hard voor maak is dat de Nederlandse regering nu eindelijk eens met een oplossing komt voor het AOW-gat waar ongeveer 31.000 oudere Surinaamse Nederlanders mee te maken hebben. Door dit probleem kunnen zij niet langer dan dertien weken per jaar buiten Nederland verblijven, terwijl veel Surinaamse Nederlanders met regelmaat teruggaan naar Suriname. Dit moet worden opgelost, zodat ook zij van hun welverdiende oude dag kunnen genieten.
Kortom, nog genoeg werk aan de winkel, maar ik ben positief gestemd. In december staat er een debat gepland over de hernieuwde relatie tussen Suriname en Nederland. Mocht u ideeën hebben over hoe deze relatie eruit zou moeten zien, laat het weten via [email protected]!
Martijn van Helvert