18 december 2014

CDV winternummer: Nederland in de wereld

Jaap de Hoop Scheffer: Europeanen zijn denken in termen van machtsbalansen en afschrikking verleerd

Verschijning CDV-winternummer Nederland in de wereld

De geopolitiek is terug en dat heeft gevolgen voor onze buitenlandpolitiek en de afwegingen die daarin moeten worden gemaakt. Het Westen zal de machtsbalansen beter moeten onderkennen, stelt Jaap de Hoop Scheffer, voormalig secretaris-generaal van de NAVO, in het nieuwste nummer van Christen Democratische Verkenningen. ‘We zullen in het Westen, en dan vooral in Europa, opnieuw moeten leren denken in termen van machtsbalansen om onder andere via afschrikking – we houden niet zo van dat woord, maar het is goed er aan te wennen – te voorkomen dat instabiliteit verder toeneemt.’

‘Wie goed naar de wereld kijkt, ziet dat geopolitiek overal werkzaam is’, merkt De Hoop Scheffer in het winternummer van Christen Democratische Verkenningen (het kwartaalblad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA) op. Voorbeelden van deze diplomatieke, politieke en militaire strijd om geografische ruimte, invloed en macht, ziet hij in de Oost- en Zuid-Chinese Zee waar China, Japan en een aantal andere landen elkaar tientallen eilandjes betwisten, iets wat een bron voor potentiële conflicten is. ‘Dichter bij huis wordt Europa geconfronteerd met een toegenomen assertiviteit van Rusland in de Oekraïnecrisis, en ook het Midden-Oosten vormt een buitengewoon complex schaakbord.’

Volgens hem is daarom de noodzaak om binnen Europa gezamenlijk op te trekken ‘groter dan ooit’. Maar hij is tegelijkertijd kritisch: ‘De Europese Unie is een financieel-economische reus, een politieke puber en een militaire pygmee. Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk bewegen alle weg van de Brusselse instituties. Europa zal meer één gezicht moeten tonen en één gecoördineerd geluid laten horen.’

‘De Europese Unie is in militair opzicht een zwakke broeder en dat gaat zich wreken’, zo waarschuwt De Hoop Scheffer. ‘Als ultimum remedium zal ook de Europese Unie haar soft power moeten kunnen combineren met hard power. Dan zullen de lidstaten echter wel iets moeten doen aan hun uiterst povere defensiebudgetten. Nederland is daarin geen uitzondering: de Nederlandse defensiebegroting is in talloze bezuinigingsoperaties op een zeer bedenkelijk niveau aangeland.’

***

In de nieuwe CDV-bundel, met als titel Nederland in de wereld, wordt de spanning tussen een internationale en een nationale oriëntatie verkend, tegen de achtergrond van de huidige geopolitieke ontwikkelingen. Aan de ene kant is Nederland meer dan ooit, en meer dan andere landen, politiek, economisch, sociaal en technologisch verweven met de wereld om ons heen. Aan de andere kant zijn de gevolgen van deze onvermijdelijke verwevenheid zichtbaar binnen een nationale context. Het debat over de internationale ontwikkelingen speelt zich af binnen de Nederlandse publieke ruimte, en de platformen die het draagvlak voor het buitenlandbeleid dienen te versterken, hebben een nationaal karakter. Wat moet, vanuit christendemocratisch perspectief, de inzet zijn voor de internationale rechtsorde als antwoord op de gewijzigde geopolitieke verhoudingen? Dat is de hoofdvraag voor deze CDV.

Voor een antwoord is het nummer in drie delen opgebouwd. In het eerste deel, ‘De terugkeer van de geopolitiek’, staat het veranderende karakter van de geopolitiek en het Nederlandse buitenlandbeleid centraal. Nico Koning, met Hans Achterhuis auteur van het recent verschenen De kunst van het vreedzaam vechten, laat zien dat niet alleen de machtsverhoudingen, maar ook het type conflicten zijn veranderd. Hoogleraar geschiedenis Henri Beunders vraagt zich af op welke manier de moderne media de buitenlandperceptie beïnvloeden. Internet heeft niet de rol die velen het hadden toegedicht, namelijk die van aanjager van een universeel gesprekscentrum. Vooralsnog lijken nieuwe media zelfs het omgekeerde te bewerkstelligen: een terugkeer naar het nationale, regionale en lokale. Historicus Jan Dirk Snel gaat in op de zin en betekenis van het begrip ‘Nederland gidsland’.

Het tweede deel gaat aan de hand van een aantal casestudies nader in op ‘De spanning tussen waarden en belangen in een multipolaire wereld’. Oud-diplomaat Peter van Walsum beargumenteert waarom hij het volkenrecht, onvolmaakt en onvolledig als het is, niet altijd het laatste woord zou willen geven. Rob de Wijk, hoogleraar internationale betrekkingen en veiligheid, laat zien hoe in de internationale machtsstrijd Europese voorkeuren zoals de nadruk op de internationale rechtsorde onder druk zijn komen te staan. Universitair hoofddocent Gelijn Molier gaat in op het recente Tweede Kamerdebat over de vraag in hoeverre Nederland een bijdrage kon en mocht leveren aan de strijd tegen ISIS. Hij vraagt zich af hoe moet worden omgegaan met non-statelijke actoren in het internationale recht. Age Bakker, oud-bewindvoerder van het IMF, pleit voor een grotere rol van China en de andere opkomende economieën in internationale instellingen. En Brigitte Bauer, wetenschappelijk onderzoeker, en Raymond Gradus, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, belichten de kansen en mogelijkheden van het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), waarover

Europa en de Verenigde Staten onderhandelen. Volgens hen is TTIP belangrijk voor de positie van Europa in de wereld, zowel voor zijn waarden en veiligheid, als voor zijn economie.

***

In een realistische buitenlandpolitiek is het van belang om machtsbalansen te onderkennen. Tegelijkertijd is het de uitdaging om voorbij te komen aan een cynisch isolationisme, onbezonnen powerplay of een bloedige realpolitik. In het derde deel wordt dan ook verkend wat ‘De Nederlandse inzet voor een internationale rechtsorde’ zou moeten zijn. Ernst Hirsch Ballin, hoogleraar en vanaf 2015 president van het T.M.C. Asser Instituut voor internationaal recht, laat zien dat de ontwikkeling van de internationale rechtsorde meer is dan de eerbiediging van regels. ‘Het gaat ook om politieke idealen: een ethos van vrede en respect voor de menselijke waardigheid.’ Advocaat en voormalig CDA-Eerste Kamerlid Rob van de Beeten stelt dat de onderlinge relatie tussen recht, macht en belang in het debat over internationale politiek eendimensionaal wordt bezien. Hij gaat in op de noodzaak van vitale instituties als belichaming van het internationaal recht. Wichert van Dijk, werkzaam bij Cordaid, betoogt dat het CDA afstand moet nemen van een al te nadrukkelijke nationale oriëntatie en van het debat over de kostprijs van ontwikkelingssamenwerking; de partij zou juist agendazettend moeten zijn in het debat over ontwikkelingssamenwerking.

Jaap de Hoop Scheffer: Europeanen zijn denken in termen van machtsbalansen en afschrikking verleerd

Verschijning CDV-winternummer Nederland in de wereld

De geopolitiek is terug en dat heeft gevolgen voor onze buitenlandpolitiek en de afwegingen die daarin moeten worden gemaakt. Het Westen zal de machtsbalansen beter moeten onderkennen, stelt Jaap de Hoop Scheffer, voormalig secretaris-generaal van de NAVO, in het nieuwste nummer van Christen Democratische Verkenningen. ‘We zullen in het Westen, en dan vooral in Europa, opnieuw moeten leren denken in termen van machtsbalansen om onder andere via afschrikking – we houden niet zo van dat woord, maar het is goed er aan te wennen – te voorkomen dat instabiliteit verder toeneemt.’

‘Wie goed naar de wereld kijkt, ziet dat geopolitiek overal werkzaam is’, merkt De Hoop Scheffer in het winternummer van Christen Democratische Verkenningen (het kwartaalblad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA) op. Voorbeelden van deze diplomatieke, politieke en militaire strijd om geografische ruimte, invloed en macht, ziet hij in de Oost- en Zuid-Chinese Zee waar China, Japan en een aantal andere landen elkaar tientallen eilandjes betwisten, iets wat een bron voor potentiële conflicten is. ‘Dichter bij huis wordt Europa geconfronteerd met een toegenomen assertiviteit van Rusland in de Oekraïnecrisis, en ook het Midden-Oosten vormt een buitengewoon complex schaakbord.’

Volgens hem is daarom de noodzaak om binnen Europa gezamenlijk op te trekken ‘groter dan ooit’. Maar hij is tegelijkertijd kritisch: ‘De Europese Unie is een financieel-economische reus, een politieke puber en een militaire pygmee. Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk bewegen alle weg van de Brusselse instituties. Europa zal meer één gezicht moeten tonen en één gecoördineerd geluid laten horen.’

‘De Europese Unie is in militair opzicht een zwakke broeder en dat gaat zich wreken’, zo waarschuwt De Hoop Scheffer. ‘Als ultimum remedium zal ook de Europese Unie haar soft power moeten kunnen combineren met hard power. Dan zullen de lidstaten echter wel iets moeten doen aan hun uiterst povere defensiebudgetten. Nederland is daarin geen uitzondering: de Nederlandse defensiebegroting is in talloze bezuinigingsoperaties op een zeer bedenkelijk niveau aangeland.’

***

In de nieuwe CDV-bundel, met als titel Nederland in de wereld, wordt de spanning tussen een internationale en een nationale oriëntatie verkend, tegen de achtergrond van de huidige geopolitieke ontwikkelingen. Aan de ene kant is Nederland meer dan ooit, en meer dan andere landen, politiek, economisch, sociaal en technologisch verweven met de wereld om ons heen. Aan de andere kant zijn de gevolgen van deze onvermijdelijke verwevenheid zichtbaar binnen een nationale context. Het debat over de internationale ontwikkelingen speelt zich af binnen de Nederlandse publieke ruimte, en de platformen die het draagvlak voor het buitenlandbeleid dienen te versterken, hebben een nationaal karakter. Wat moet, vanuit christendemocratisch perspectief, de inzet zijn voor de internationale rechtsorde als antwoord op de gewijzigde geopolitieke verhoudingen? Dat is de hoofdvraag voor deze CDV.

Voor een antwoord is het nummer in drie delen opgebouwd. In het eerste deel, ‘De terugkeer van de geopolitiek’, staat het veranderende karakter van de geopolitiek en het Nederlandse buitenlandbeleid centraal. Nico Koning, met Hans Achterhuis auteur van het recent verschenen De kunst van het vreedzaam vechten, laat zien dat niet alleen de machtsverhoudingen, maar ook het type conflicten zijn veranderd. Hoogleraar geschiedenis Henri Beunders vraagt zich af op welke manier de moderne media de buitenlandperceptie beïnvloeden. Internet heeft niet de rol die velen het hadden toegedicht, namelijk die van aanjager van een universeel gesprekscentrum. Vooralsnog lijken nieuwe media zelfs het omgekeerde te bewerkstelligen: een terugkeer naar het nationale, regionale en lokale. Historicus Jan Dirk Snel gaat in op de zin en betekenis van het begrip ‘Nederland gidsland’.

Het tweede deel gaat aan de hand van een aantal casestudies nader in op ‘De spanning tussen waarden en belangen in een multipolaire wereld’. Oud-diplomaat Peter van Walsum beargumenteert waarom hij het volkenrecht, onvolmaakt en onvolledig als het is, niet altijd het laatste woord zou willen geven. Rob de Wijk, hoogleraar internationale betrekkingen en veiligheid, laat zien hoe in de internationale machtsstrijd Europese voorkeuren zoals de nadruk op de internationale rechtsorde onder druk zijn komen te staan. Universitair hoofddocent Gelijn Molier gaat in op het recente Tweede Kamerdebat over de vraag in hoeverre Nederland een bijdrage kon en mocht leveren aan de strijd tegen ISIS. Hij vraagt zich af hoe moet worden omgegaan met non-statelijke actoren in het internationale recht. Age Bakker, oud-bewindvoerder van het IMF, pleit voor een grotere rol van China en de andere opkomende economieën in internationale instellingen. En Brigitte Bauer, wetenschappelijk onderzoeker, en Raymond Gradus, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, belichten de kansen en mogelijkheden van het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), waarover

Europa en de Verenigde Staten onderhandelen. Volgens hen is TTIP belangrijk voor de positie van Europa in de wereld, zowel voor zijn waarden en veiligheid, als voor zijn economie.

***

In een realistische buitenlandpolitiek is het van belang om machtsbalansen te onderkennen. Tegelijkertijd is het de uitdaging om voorbij te komen aan een cynisch isolationisme, onbezonnen powerplay of een bloedige realpolitik. In het derde deel wordt dan ook verkend wat ‘De Nederlandse inzet voor een internationale rechtsorde’ zou moeten zijn. Ernst Hirsch Ballin, hoogleraar en vanaf 2015 president van het T.M.C. Asser Instituut voor internationaal recht, laat zien dat de ontwikkeling van de internationale rechtsorde meer is dan de eerbiediging van regels. ‘Het gaat ook om politieke idealen: een ethos van vrede en respect voor de menselijke waardigheid.’ Advocaat en voormalig CDA-Eerste Kamerlid Rob van de Beeten stelt dat de onderlinge relatie tussen recht, macht en belang in het debat over internationale politiek eendimensionaal wordt bezien. Hij gaat in op de noodzaak van vitale instituties als belichaming van het internationaal recht. Wichert van Dijk, werkzaam bij Cordaid, betoogt dat het CDA afstand moet nemen van een al te nadrukkelijke nationale oriëntatie en van het debat over de kostprijs van ontwikkelingssamenwerking; de partij zou juist agendazettend moeten zijn in het debat over ontwikkelingssamenwerking.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.